Het voorjaar van 2013 was uitzonderlijk koud in Noord-Europa, De Centraal Nederland temperatuur is de laagste sinds 1984 en de op 10 na laagste van de eeuw. Vooral maart was koud: in centraal Nederland was maart 2013 de koudste sinds 1962, in Engeland was het zelfs de koudste maart sinds 1883. De koude lucht werd met een uitzonderlijk sterke en standvastige stroming vanuit Siberië aangevoerd. Dit stromingspatroon zorgde er ook voor dat het in het oosten van de Verenigde Staten en centraal Canada koud was, terwijl het oosten van Canada, Noord Afrika, Centraal Azië en China juist zacht waren voor de tijd van het jaar. Het afwijkende stromingspatroon lijkt zover bekend puur toeval en domme pech voor wie naar warm voorjaarsweer verlangt.
In Figuur 1a is de etmaalgemiddelde temperatuur in De Bilt uitgezet. Duidelijk zichtbaar is de lange koudeperiode van 6 februari tot 11 april met vrijwel steeds oosten of noordoosten wind, slechts onderbroken door een paar zachte dagen begin maart toen de wind naar het zuiden draaide. Het tegenovergestelde is zichtbaar in Goose Bay, Oost Canada (Fig.1b): daar was deze periode juist heel zacht.
De maand maart liet een lagedrukgebied zien bij de Azoren, waar normaal een hogedrukgebied ligt, met uitlopers naar Azië (Figuur 2 linksboven). Van IJsland tot de Noordpool was de luchtdruk hoog, terwijl daar normaal een lagedrukgebied ligt. Dit leverde de laagste waarde van de Arctische Oscillatie Index voor maart op sinds 1950. Deze index beschrijft het verschil in luchtdruk tussen de noordpool en de gebieden er om heen. Door de omkering van de normale drukverdeling werd de gewoonlijk overheersende westenwind in ons deel van de wereld vervangen door aanhoudende oostenwind, die koude lucht uit Siberië aanvoerde. De eerste helft van april had een soortgelijk stromingspatroon, maar de tweede heldt juist het omgekeerde: een sterkere westenwind. Netto leverde dat weinig afwijkingen van normaal op. De koude werd deze maand veroorzaakt door de Noordzee en Oostzee, die in de koudeperiode sterk afgekoeld waren, zie figuur 2 onder en het maandoverzicht april voor Nederland
De kou in Noord Europa was niet representatief voor de wereldgemiddelde temperatuur boven land. Zoals Figuur 2b laat zien werden de koudere gebieden gecompenseerd door warmere gebieden waar de wind juist uit warmere richtingen kwam. Netto had het patroon weinig invloed op de wereldgemiddelde temperatuur. De wereldgemiddelde landtemperatuur was in 2013 juist de op een na hoogste voor maart sinds het begin van de metingen in 1880 (Figuur 3). April was juist wat kouder door de koude maand in midden Canada en Alaska.
Bij een extreme weergebeurtenis als het koude voorjaar van 2013 wordt uiteraard gezocht naar mogelijke oorzaken, vooral een mogelijk verband met klimaatverandering. De oostelijke stroming in maart is het tegenovergestelde wat klimaatmodellen voor een veranderend klimaat berekeningen: die laten juist een tendens naar meer westenwind zien. Ook de langjarige trend in de waarnemingen vanaf 1950 tot nu laat een afname van dit soort situaties zien. Het is dus niet een simpel gevolg van klimaatverandering.
Er zijn ook artikelen die stellen dat het smelten van het zeeijs in het Noordpoolgebied voor meer van dergelijke koud-weer situaties zal leiden. We vinden echter twee problemen met deze verklaring. We kunnen deze resultaten niet bevestigen in de waarnemingen of in klimaatmodellen. Verder was de hoeveelheid zeeijs in maart bijna normaal ten opzichte van 1981-2010, zie figuur 4, en kan dit het weer in het voorjaar dus niet beïnvloed hebben.
Voorlopig houden we het er dus op dat dit abnormale weerpatroon puur door het toeval veroorzaakt werd. Het weer is nu eenmaal heel grillig.
Het koude en droge weer van het voorjaar 2013 is in eerste instantie veroorzaakt door een omkering van de luchtdrukverdeling boven de Atlantische Oceaan en Europa. Hierdoor werd van februari tot half april met een aanhoudende oostenwind koude lucht uit Siberië naar Noord Europa aangevoerd. De koudere gebieden op de kaart werden door zachtere gecompenseerd, zodat er geen effect zichtbaar was op de wereldgemiddelde landtemperatuur. De oorzaken van de abnormale luchtdrukverdeling zijn niet bekend. Een simpel verband met de klimaatverandering of afname van zeeijs is niet te geven. Voorlopig schrijven we het aan het toeval toe. In de tweede helft van april en mei was het aan de kusten van de Noordzee en Oostzee nog wat kouder door het koude zeewater.