Het ozongat ontstaat in september, als de winter op de Zuidpool ten einde loopt, en verdwijnt weer begin december. In het ozongat is zeker de helft van de ozon uit de ozonlaag afgebroken door menselijke invloeden, voornamelijk tussen de 10 en 40 kilometer hoogte.
Het tekort aan ozon ontstaat door een combinatie van factoren. In de eerste plaats wordt de lucht verontreinigd met verbindingen van chloor. Deze worden gevormd bij de afbraak van chloorfluorkoolwaterstoffen, die bekend staan als CFK's.
Ook moet de temperatuur op 20 kilometer hoogte zo laag zijn dat er wolken kunnen ontstaan. In de poolwinter zakt de temperatuur op die hoogte in de atmosfeer tot onder -85 graden.
In de derde plaats is er zonlicht nodig om ozon af te breken en ten slotte moet er geen verse lucht (met ozon) worden aangevoerd. Dat laatste gebeurt doordat de lucht boven de pool veel kouder is dan in de gematigde breedten en zich een min of meer afgesloten vat met koude lucht vormt.
Rond half september is op de Zuidpool aan alle voorwaarden voldaan en wordt het ozon met 2 tot 3 procent per dag afgebroken. Uiteindelijk is de ozonlaag voor 60 procent afgebroken tot half oktober. De zon boven de Zuidpool staat dan weer hoog genoeg aan de hemel om de ozonlaag op te warmen.
In november is de ozonlaag nog warmer en stroomt er verse ozonrijke lucht naar het gebied van de Zuidpool. Begin december is er geen sprake meer van een ozongat. Het duurt dan tot september voor de afbraak opnieuw begint.
Opmerkelijk is dat de temperatuur op grote hoogte in de ozonlaag boven de Zuidpool in het voorjaar tegenwoordig ongeveer 10 graden lager is dan in de jaren zestig. Het ozongat is de schuldige. Ozon speelt een belangrijke rol in de opwarming van de lucht op grote hoogte. Door het tekort aan ozon blijft die opwarming dus achter. Het mes snijdt aan twee kanten want de lage temperatuur zorgt er ook voor dat het ozongat langer kan blijven bestaan.
Het gat in de ozonlaag werd vanaf midden jaren 1980 goed zichtbaar en werd daarna gestaag dieper, om pas eind jaren 1990 te stabiliseren. Het grootste ozongat dateert van 29 september 2000 met een omvang van 29,9 miljoen vierkante kilometer. Opmerkelijk was ook het ozongat in 2002 toen het zich eind september in twee delen splitste, veel eerder dan de jaren daarvoor.
CFK’s worden nauwelijks nog gebruikt en de hoeveelheid in de atmosfeer is sinds 2000 langzaam maar gestaag aan het dalen. Heel voorzichtig worden de eerste tekenen van beginnend herstel zichtbaar, met name in het voorjaar boven de Zuidpool. Voorzichtig, omdat de afname in hoeveelheid ozonafbrekende stoffen nog vrij beperkt is. De verwachting is dat het herstel van de ozonlaag pas het komende decennium beter zichtbaar gaat worden.
Daarnaast vertoont de ozonlaag natuurlijke variaties van jaar op jaar, waardoor een eventueel begin van herstel nog niet opvalt. Ten slotte wordt het herstel mogelijk vertraagd door de klimaatverandering als gevolg van het versterkte broeikaseffect. Een volledig herstel van de ozonlaag wordt in de tweede helft van deze eeuw verwacht.