Voor de weerkundigen begint de herfst op 1 september. Op 23 september begint de astronomische herfst.
Rond 23 september staat de zon precies boven de evenaar waardoor dag en nacht overal op aarde even lang duren. Daarom begint de herfst meestal op 22 of 23 september. Officieel loopt de herfst van 21 september tot en met 20 december. Volgens de klimatologische indeling is de herfst al op 1 september begonnen en duurt het seizoen tot met 30 november.
De andere seizoenen beginnen meestal op de 21e. Dat komt onder andere doordat de baan van de aarde geen cirkel is. De verschillende data zijn het gevolg van het schrikkeljaar. Eens in de vier jaar telt een jaar, het schrikkeljaar, een dag meer dan de andere jaren. In het begin van de twintigste eeuw viel de eerste herfstdag enkele keren zelfs op 24 september, het laatst in 1931.
De wintertijd gaat pas in het laatste weekeinde van oktober in. Dat sluit beter aan bij het weer omdat het de in deze tijd nog prima nazomerweer kan zijn.
Het weer stoort zich niet aan deze data en tot laat in de herfst kan het nog zomers zijn. Zelfs in oktober zijn de laatste jaren in ons land nog regelmatig temperaturen tussen 20 en 25 graden gemeten.
Wel worden de verschillen in temperatuur tussen het noordelijk halfrond en de tropen steeds groter. Hierdoor kunnen zich diepere depressies vormen die veel wind veroorzaken. Een heel rustig en nevelig weertype is echter ook karakteristiek voor het najaar.
Hoe ziet de herfst er in de toekomst uit? In de KNMI podcast schetsen klimaatwetenschappers, adviseurs, een oceanograaf, een bioloog en een arts de Nederlandse herfst van de toekomst. Wat gebeurt er als de uitstoot van broeikasgassen omhoog blijft gaan, en de aarde warmer en warmer wordt? De thema's: zeespiegelstijging, regen en mogelijke overstromingen, gezondheidseffecten van hoog water en de impact van extreme neerslag op planten en dieren.