Jannes Wiersema
Foto: Jannes Wiersema
Achtergrond

Gehomogeniseerde tijdreeksen dagwaarden

Abrupte of geleidelijke veranderingen in de waarneemomstandigheden kunnen kunstmatige sprongen of trends in de waarneemreeksen veroorzaken (‘inhomogeniteiten’). Bekende voorbeelden van dit soort veranderingen zijn:

  • veranderingen in het meetinstrument;
  • verplaatsingen van het instrument naar een andere locatie;
  • veranderingen in de omgeving van het station, bijvoorbeeld de groei van bomen en de uitbreiding van omringende steden.

De hierdoor veroorzaakte inhomogeniteiten kunnen zo groot worden dat de klimaatreeks zonder verdere correcties ongeschikt is voor klimaatonderzoek. In andere woorden: historische metingen zijn dan niet meer één op één meer te vergelijken met moderne, recente metingen.

In de praktijk zijn inhomogeniteiten in langjarige klimaatreeksen niet te voorkomen. We moeten daarom zoeken naar methoden om de reeksen hiervoor te corrigeren. Dit corrigeren noemen we homogeniseren. Na homogenisatie zijn historische waarden wel vergelijkbaar met moderne metingen.

Van de KNMI-stations De Kooy (Den Helder), Eelde (Groningen), De Bilt, Vlissingen en Beek (Maastricht) zijn de dagwaarden van de temperatuur (gemiddelde, minimum- en maximumtemperatuur) gehomogeniseerd voor stationsverplaatsingen. In het geval van De Bilt is ook gehomogeniseerd voor de verandering van het type weerhut. De volgende stationsverplaatsingen hebben plaatsgevonden:

  • 1 augustus 1972 werd station Den Helder, gelegen aan de Noordzeedijk verplaatst naar De Kooy, zuidoost van Den Helder in de polder;
  • Op 27 augustus 1951 werd het station De Bilt ca. 300 meter verplaatst naar een meer open locatie. Kort daarvoor, op 16 september 1950 werd het nieuwe type weerhut in gebruik genomen;
  • Eelde werd in 1951 in gebruik genomen en is een voortzetting van het station Groningen dat 10 km noordelijk in de stad was gelegen;
  • Vlissingen was tijdelijk verplaatst naar Souburg in het tijdvak 1947-1958. Souburg ligt ca. 1,8 km ten noorden van Vlissingen. Vlissingen is gelegen aan het water.;
  • Het station Maastricht was gelegen in de stad. Bovendien werd er op 20 meter hoogte gemeten in een toren. In 1951 is het station verplaatst over een afstand van 9 km naar het vliegveld Beek. Beek ligt ca. 65 meter hoger dan Maastricht.

Op alle stations is parallel (tegelijkertijd) gemeten op zowel de oude als nieuwe locatie. De benodigde correcties, nodig voor de homogenisatie, zijn afgeleid door beide temperatuurreeksen met elkaar te vergelijken. Voor diverse temperatuurniveaus zijn per maand correcties afgeleid die vervolgens op de reeksen van het ‘oude’station zijn toegepast.

Door de homogenisatie zijn er nieuwe etmaalgemiddelde, minimum- en maximumtemperaturen beschikbaar gekomen. Uit deze etmaalwaarden zijn ook maand- en jaargemiddelden berekend. De gehomeniseerde reeksen zijn gearchiveerd in de klimatologische database van het KNMI en worden sinds 1 juni 2016 operationeel gebruikt.

Download de gehomogeniseerde reeksen gecombineerd met de oorspronkelijke metingen (ASCII-bestanden).

Door het homogeniseren van de tijdreeksen veranderen een aantal extreme waarden (temperatuurrecords) en afgeleiden zoals het aantal hittegolven. Op de KNMI-website zijn alle historiche gegevens, alsmede records en ranglijsten, automatisch aangepast. De gehomogeniseerde reeksen kunnen, op basis van voortschrijdend wetenschappelijk inzicht, op zeker moment worden aangepast.

Niet gevonden wat u zocht? Zoek meer achtergrond artikelen