In de 35 jaar na de kernramp in Tsjernobyl is het grotendeels verlaten landschap natuurgebied geworden. Door het droger worden van de natuur en afwezig bosbeheer stijgen de kansen op natuurbranden. Vorig jaar vond daar de grootste natuurbrand tot nu toe plaats met een oppervlakte van bijna 900 km2. Radioactieve deeltjes worden door branden opnieuw de atmosfeer ingebracht en door de wind verspreid.
Op 26 april 1986 vond de kernramp in Tsjernobyl plaats. De grootste radioactieve deeltjes daalden in de directe omgeving in Oekraïne en Wit-Rusland neer, dit is nu een grotendeels onbewoond natuurreservaat van 5000 km2. De radioactieve wolk van lichtere deeltjes is door de wind over Europa verspreid en met bijvoorbeeld regen op de grond gekomen (figuur 1). In het natuurreservaat worden de radioactieve deeltjes opgeslagen in levende en dode biomassa. In natuurbranden, een jaarlijks terugkerend fenomeen, komt dit weer vrij. Vorig jaar april heeft tot nu toe de grootste brand gewoed van bijna 900 km2. In Nederland heeft het RIVM tussen 16-23 april 2020 een zeer kleine hoeveelheid radioactief cesium-137 gemeten die mogelijk van de brand afkomstig was.
Over heel Europa gezien was het natuurbrandgevaar in 2020 van gemiddeld niveau. Deze factor, de 'Fire Weather Index', wordt bepaald aan de hand van temperatuur, luchtvochtigheid, regen en windsnelheid voor verspreiding. De lente van 2020 was in grote delen van Europa echter de droogste in veertig jaar, zowel qua regenval als aanwezig bodemvocht. Figuur 2 laat het hoge brandgevaar zien in april vorig jaar, ook in Oekraïne.
De totale jaarlijkse neerslag in Oekraïne is de laatste decennia met 3 procent toegenomen en dezelfde trend wordt ook voor de komende decennia verwacht. Het aandeel van extreme buien neemt echter ook toe, waarvan het regenwater weer snel wegspoelt. Figuur 3 toont de recente opwarming van hoofdstad Kiev op 95 kilometer afstand van Tsjernobyl. De combinatie van hogere luchttemperatuur (meer verdamping) en een ongelijke distributie van neerslag door zware buien leidt tot de verwachting dat er vaker droogte voor zal komen.
De grootste droogte wordt echter in de zuidelijke helft van Oekraïne verwacht. Zoetwatervoorziening wordt door sommigen de grootste klimaatuitdaging genoemd voor Oekraïne, van oudsher de graanschuur van Europa genoemd vanwege het grote oppervlak aan vruchtbare grond.
KNMI-Klimaatbericht door Anika Hoekstra
In het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - NieuwsberichtDe herfst is in volle gang: de dagen worden snel korter en de bladeren vallen van de bomen. De te...
13 november 2024 - Klimaatbericht