Het ideale weer voor een ballonvaart

Als je tijdens een warme zomeravond buiten zit, kun je verrast worden door een luchtballon die boven je vliegt. Het KNMI maakt weerberichten voor ballonvaarders en heeft in de zomer veel contact met deze piloten, zodat ze veilig de lucht in kunnen.

Ballonnen zijn afhankelijk van het weer; ze varen met de wind mee en kunnen niet sturen. Alleen de hoogte kan door de ballonvaarder beïnvloed worden. Doordat de windrichting  met de hoogte verandert, kan de piloot zo een beetje sturen.

Rustige atmosfeer en goed zicht

Ballonvaren kan alleen als de atmosfeer heel rustig is, anders vervormt de wind de ballon of gaat de ballon scheef staan en kan de brander de lucht in de ballon niet goed verwarmen.  Daarnaast is een sleeplanding waarbij de ballon meters over de grond sleept voor de passagiers gevaarlijk en richt deze ook aan het landingsveld soms schade aan. Zo mag het niet harder dan ongeveer windkracht 3 waaien. De ballonnen zijn vaak te zien in de vroege ochtend en twee uur voor zonsondergang omdat de atmosfeer dan rustig is.

Verder is belangrijk dat het zicht goed is, zowel horizontaal als naar beneden. De piloot moet niet gehinderd worden door lage bewolking en voor de passagiers is het ook leuk om mooi uitzicht te hebben.

Neerslag niet gewenst

Neerslag is niet gunstig voor ballonvaren. Als de ballon nat wordt, koelt de lucht in de ballon af, omdat er warmte wordt onttrokken door verdamping. Daarnaast kan er via de lijnen heet water van ongeveer 60 graden in de mand lopen, wat voor de passagiers gevaarlijk is en waardoor het gewicht van de mand toeneemt. Windstoten en bliksem zijn ook gevaarlijk voor een ballon. Niet alleen in een bui, maar ook ver voor een groot buiencomplex uit kunnen zware windstoten optreden.

Is klimaatverandering gunstig?

Klimaatverandering kan de condities voor het ballonvaren beïnvloeden. Door temperatuurstijging neemt in de zomer de kans op flinke (onweers)buien toe en dat is dus ongunstig. De temperatuurstijging zelf is voor de ballonvaarder ook niet voordelig; een heteluchtballon gaat omhoog door het temperatuurverschil binnen en buiten de ballon. Als het buiten nog heet is moet er meer worden bijgebrand en/of kunnen er minder mensen mee. Afhankelijk van de grootte van de ballon kunnen er bij bijvoorbeeld 20 graden zes personen mee en bij 30 graden nog maar vier.

Als door klimaatverandering de verdamping in het voorjaar toeneemt is dit gunstig voor de ballonvaarder. Het boerenland staat dan niet vol met plassen, waardoor de manden makkelijker uit de weilanden gehaald kunnen worden en er dus eerder in het voorjaar gevaren kan worden.

KNMI-Klimaatbericht door Dorothé Lucassen