De opwarming van de aarde door broeikasgassen heeft bijgedragen aan de weersomstandigheden die de catastrofale bosbranden in Zuidoost-Australië mogelijk maakten. Dat blijkt uit onderzoek van World Weather Attribution, een internationaal team van wetenschappers onder leiding van het KNMI en de Universiteit van Oxford.
De kans op weer dat bosbranden veroorzaakt zoals in Australië is tenminste 30% waarschijnlijker geworden
De kans op weer dat bosbranden veroorzaakt zoals de afgelopen maanden in Zuidoost-Australië is door klimaatverandering met minstens 30 procent toegenomen. Volgens de onderzoekers van Australische, Europese en Amerikaanse universiteiten en onderzoeksinstituten is dit echter een ondergrens, de echte toename kan veel groter zijn. Dit komt omdat klimaatmodellen de trend in hittegolven, de belangrijkste factor achter deze toename, systematisch onderschatten. Ook de waargenomen trend in het risico op bosbranden is veel hoger dan dit. De kans zal verder toenemen zolang we broeikasgassen blijven uitstoten en de temperatuur verder oploopt.
De belangrijkste factoren achter bosbranden zijn hitte en droogte. Hittegolven zijn in de waarnemingen 1 tot 2,5 ºC warmer geworden sinds het begin van betrouwbare metingen in 1910. Modellen laten echter maar een toename van 1 ºC zien. Dit geldt ook in Nederland, hier is de temperatuur van hittegolven 3 ºC toegenomen terwijl klimaatmodellen 1,5 ºC berekenen. Ook genereren de klimaatmodellen te makkelijk hele extreme hittegolven. Het verschil in trends kan twee oorzaken hebben: of de modellen representeren hittegolven niet betrouwbaar, of er is een andere factor dan klimaat die hittegolven heter heeft gemaakt. Zolang onbekend is wat het is, kunnen de onderzoekers alleen een ondergrens geven.
Voor extreme droogte analyseerden de onderzoekers twee tijdschalen: de droogste maanden van het bosbrandseizoen september–februari, en de jaargemiddelde droogte. Het jaar 2019 was het droogste in de waarnemingen in Australië, en dat geldt ook voor het zuidoosten. Er is een lichte trend naar meer droogte in de waarnemingen, maar dat kan ook nog goed toeval zijn. De klimaatmodellen laten geen trend zien. Ze concluderen dat er geen trend is in extreem droge jaren die aan klimaatverandering kan worden toegeschreven. Dat staat overigens los van trends in de gemiddelde neerslag, die wel lijkt af te nemen. Ook in de droogste maand van het bosbrandseizoen kunnen ze noch in de waarnemingen noch in de modellen een trend vinden.
Omdat de modellen de trends onderschatten is het onmogelijk te berekenen hoe groot het effect precies is
Er is dus zeker een invloed van klimaatverandering op het weer dat extreme bosbranden mogelijk maakt. Omdat de modellen de trends onderschatten is het onmogelijk te berekenen hoe groot dit effect precies is, maar dit soort weer is tenminste 30 procent waarschijnlijker geworden sinds 1900. Het kan echter goed veel meer zijn, maar verder onderzoek moet uitwijzen waardoor de modellen en waarnemingen niet goed overeenkomen.
De klimaatattributie studies van World Weather Attribution staan in de top 10 technologische doorbraken van MIT Technology Review: "Onderzoekers kunnen nu de rol van klimaatverandering in extreem weer herkennen", aldus het mediabedrijf van het Massachusetts Institute of Technology.
Ellen Verolme start 1 februari 2025 als directeur bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch In...
03 december 2024 - NieuwsberichtOp 30 november is het Atlantische orkaanseizoen officieel afgesloten. Dit jaar is het seizoen bij...
02 december 2024 - NieuwsberichtMet een gemiddelde temperatuur van 11,7 °C tegen een langjarig gemiddelde van 10,9 °C was de herf...
29 november 2024 - NieuwsberichtDe afgelopen tijd is Nederland in alle seizoenen opgewarmd. In de winter is de temperatuur in het...
27 november 2024 - Klimaatbericht