Meer regen meten in steden

Veel bebouwing, veel asfalt en weinig groen zorgen ervoor dat extreme regen in de stad voor meer wateroverlast zorgt dan in buitengebieden. Het regenwater kan niet snel genoeg wegstromen naar de bodem zodat het op straat blijft staan en rioleringen vollopen. Om deze weerimpact in kaart te brengen zijn kleinschalige regenmetingen in de steden nodig.

De regenmeters van het KNMI staan allemaal in buitengebieden om aan de internationale eisen te voldoen. De metingen mogen namelijk niet beïnvloed worden door de omgeving. Met de neerslagradar kunnen wel regenhoeveelheden boven een stad ook in kaart worden gebracht maar deze zijn grofmazig. Voor een nauwkeurige analyse zijn metingen vanaf de grond ook belangrijk.

Mensen met een eigen weerstation thuis kunnen een goede aanvulling zijn op onze officiële regenmetingen om de regenval in steden preciezer te analyseren. Via het crowdsourcingproject WOW-NL van het KNMI, maar ook via andere platforms op internet, kunnen deze particuliere metingen gebruikt worden voor stadsklimaatonderzoek.
Uit een vergelijking tussen een aantal particuliere weerstations en een officiële KNMI-regenmeter blijkt dat in een gecontroleerde testomgeving de kwaliteit van de metingen redelijk goed is. Maar op de online platformen blijken de data echter van lagere kwaliteit. Dat kan komen door fouten in de opstelling (beschutte regenmeters), onregelmatige meetintervallen, tijdfouten of mindere stabiliteit van het netwerk, waardoor gegevens verloren gaan.

Wanneer de data-transfer naar de platformen stabieler is en metingen minder gestoord worden door omgevingsfactoren kunnen deze regenmetingen een toevoeging zijn op het KNMI-meetnet. Hiermee komt er meer inzicht in hoeveelheid en variatie neerslag op kleine schaal in steden.