Uitzonderlijk zachte Arctische winter leidt tot laagterecord zee-ijs

Het Arctische zee-ijs bereikte dit voorjaar opnieuw een historisch dieptepunt. De zee-ijsbedekking aan het eind van de winter was in de afgelopen 38 jaar, sinds het begin van de satellietmetingen, nog nooit zo laag. Het laagterecord (14,42 miljoen vierkante kilometer) volgt na een zeer milde herfst en winter in het Noordpoolgebied, waardoor het ijs moeizaam aangroeide.

Elke winter, als de temperaturen tot ver onder nul zakken, groeit het Arctische zee-ijs opnieuw aan en bereikt in maart het maximale oppervlak. Vooral dankzij de zachte wintermaanden pakt de maximale uitbreiding dit jaar veel lager uit dan in eerdere jaren, met bijna 100.000 vierkante kilometer minder zee-ijs dan in het vorige recordjaar 2015 (ongeveer 2,5 keer de oppervlakte van Nederland), en 1,22 miljoen vierkante kilometer minder dan de gemiddelde maximale uitbreiding over 1981-2010 (30 keer Nederland).

Satellietwaarnemingen, die sinds 1979 nauwkeurig de seizoensgang van het zee-ijs bijhouden, laten zien dat de afname in het zee-ijs deel uitmaakt van een langjarige trend. Het afsmeltend zee-ijs gaat hand in hand met de versnelde opwarming van het Arctische gebied en was tot nu toe vooral in de zomermaanden duidelijk te zien. De afname in zee-ijsbedekking in de koude winter was lange tijd veel minder uitgesproken, maar daarin lijkt nu verandering te komen.

De verwachting is dat de opwarming en verminderde aangroei van Arctisch zee-ijs in de winter zich de komende jaren zullen voortzetten, met alle gevolgen voor mens en ecologie van dien.
 

KNMI-klimaatbericht door Richard Bintanja, Eveline van der Linden