De komende weken worden eikenprocessierupsen zichtbaar door hun nesten en kunnen ze overlast gaan geven. Er zijn veel factoren van invloed op de aantallen en het verspreiden van deze rups, zoals de veelvuldige aanplant van eiken langs wegen en de aanwezigheid van natuurlijke vijanden. Daarnaast speelt ook klimaatverandering een belangrijke rol. Welke invloeden hebben weer en klimaat op de processierups?
Bij een warmer voorjaar komen rupsen eerder uit hun eitjes; vooral de temperatuur in maart bepaalt de uitkomstdatum. Dit jaar kwamen de eerste rupsen al vroeg, op 6 april, uit hun eitjes. In het eerste stadium, zolang de bladeren van de boom nog niet ontplooid zijn, zijn de rupsjes echter nog passief en kwetsbaar en kunnen ze gemakkelijk opgegeten worden door vogels. Ook door slecht weer zoals harde regen of hagelbuien kunnen de overlevingskansen van de rupsjes verder verminderen. Bij temperatuurstijging vervroegt de datum van bladontplooiing sneller dan de uitkomstdatum van de eitjes. Ook dit jaar was de bladontplooiing door de warmte zeker vroeger dan normaal. Het was ongeveer 20 dagen vroeger dan 50 jaar geleden. Dus hoe hoger de temperatuur is in februari en maart, hoe korter de kwetsbare periode is die de rupsjes zonder bladeren moeten overbruggen.
Als het in april en mei warmer is dan normaal, gaat de ontwikkeling van de rupsen sneller. De rupsen krijgen in mei brandharen, dat was dit jaar al vrij vroeg, vanaf 11 mei. Als de mensen bij warm weer meer naar buiten gaan, met minder bedekkende kleren aan, kunnen ze door contact met brandharen gezondheidsklachten krijgen. Bij zeer warme en droge weersomstandigheden, zoals vorig jaar, zullen de rupsen lager in de boom nesten maken. Pas in juni, als het merendeel van de nesten is gevormd, kunnen we zien hoe erg de overlast dit jaar is. Bij koeler en wisselvalliger weer, zoals in 2016, was er slechts beperkte hinder, omdat de rupsen hoog in de bomen bleven en ook de nesten kleiner waren. Als bij heet weer de temperatuur in de nesten boven de 32 graden komt, zoeken de rupsen beschutting en bouwen hun nesten in de grond.
Klimaatverandering en de daardoor stijgende temperatuur is dus waarschijnlijk één van de oorzaken van het toegenomen aantal eikenprocessierupsen in Nederland. Dat er minder vorst komt heeft geen invloed, vorst heeft namelijk so-wie-so geen invloed, zowel de eitjes als jonge rupsjes overleven twee weken invriezen bij ‒22 graden.
Vorig jaar waren er enkele onstuimige dagen met veel wind en onweersbuien met zware windstoten, waardoor nesten met brandharen uit bomen vielen en brandharen zich ver in de omgeving verspreidden door verwaaiing. Als de rupsjes aan het einde van de zomer uiteindelijk vlinder zijn geworden en uit hun nesten vliegen, wordt hun verspreiding ook sterk beïnvloed door de wind. Zo kunnen mannetjes bij gunstig weer tot wel 20 kilometer ver komen. De nieuwe rupsjes kruipen dan het volgende jaar verder verspreid uit hun eitjes.
In het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - NieuwsberichtDe herfst is in volle gang: de dagen worden snel korter en de bladeren vallen van de bomen. De te...
13 november 2024 - Klimaatbericht