Tornado's komen doorgaans vooral in het centrale deel van de Verenigde Staten voor, gemiddeld zo'n duizend per jaar. De meeste zijn niet sterk, maar sommige wel. Vooral de Tornado Alley, van midden-Texas tot het oosten van Nebraska en Iowa heeft last van tornado's. Voornamelijk in april, mei en juni.
Vochtige warme lucht stroomt vanuit de Golf van Mexico noordwaarts en komt in Tornado Alley in aanraking met droge woestijnlucht uit Mexico en koude lucht uit Canada. Dit leidt tot de vorming van tornado's.
Tornado's zijn bijzonder gevaarlijk, vooral door hun enorme kracht en de hevige wervelingen om een verticale as. Het gebied met hoge windsnelheden is doorgaans kleiner dan een kilometer, aanzienlijk minder dan de ruim honderd kilometer van tropische stormen. Tornado's hangen samen met onweersbuien in vochtige lucht en sterke wind op enkele kilometers hoogte.
Het jaar 2011 was een uitzonderlijk tornadojaar. De vele tornado's kostte honderden mensen het leven. April telde dat jaar in de Verenigde Staten 875 tornado's waarvan 226 tornado's alleen al op 27 april, een nieuw record. Het dagrecord stond op naam van 1974 met 148 tornado's. Eind mei 2011 werd de Amerikaanse stad Joplin getroffen waarbij meer dan honderd doden vielen.
Op 5 februari 2008 zijn de zuidelijke staten getroffen door 78 tornado’s. Hierbij kwamen 55 mensen om het leven. Tornado-outbreaks zijn niet zeldzaam. Op 10 en 11 november 2002 werd het midden van de VS getroffen door 70 tornado’s waarbij 36 mensen omkwamen. Op 4 april 1974 vond een “super outbreak” plaats met in het midden westen van de VS 148 tornado’s die aan 300 mensen het leven kostte.
In ons land komen voornamelijk, maar slechts zelden lichte tornado's voor, windhozen genaamd. Een enkele keer bereikt ook in ons land een windhoos de kracht van een sterke (Amerikaanse) tornado, zoals op 1 juni 1927 bij Neede (F4 op de fujitaschaal) en op 25 juni 1967 bij Chaam en Tricht (F3).