Achtergrond

Maritieme conferentie Brussel 1853

Een maritieme conferentie in Brussel in 1853 heeft een belangrijke rol gespeeld bij de oprichting van het KNMI. 

Buys Ballot maakt kennis met de meteorologie

Buys Ballot, geboren op 10 oktober 1817 in Kloetinge, waar zijn vader predikant was, wordt als 17-jarige ingeschreven als student in de letteren aan de Hogeschool in Utrecht. Hoewel hij zijn studie der letteren tot zijn kandidaatsexamen op 20 juni 1838 heeft voortgezet deed hij al in 1836 een kandidaatsexamen in wis- en natuurkunde. (magna cum laude) Vooral professoren als R. van Rees (natuurkunde en astronomie) en J.F.L. Schröder (wiskunde) hebben een grote invloed op de jonge Buys Ballot gehad. 

De eerste kennismaking met de meteorologie dateert uit de periode 1839 tot 1843 als hij Van Rees assisteert bij waarnemingen op de Smeetoren in Utrecht en bij waarnemingen die op buitenlandse aansporing om de drie maanden, n.l. op 21 maart, 21 juni, 21 september en 21 december werden verricht. Waarschijnlijk is hierdoor al de gedachte van de noodzaak van internationale samenwerking op meteorologisch gebied ontstaan. 

De jonge Buys Ballot

De eerste mijlpaal naar het KNMI

In 1847 maakt Buys Ballot een belangrijke reis. Samen met zijn studiegenoot , vriend en latere medeoprichter van het KNMI Krecke bezoekt hij in dat jaar het Observatorium in Brussel. Dit bezoek versterkte hen in de wens om iets dergelijks ook in Utrecht te realiseren. Deze gelegenheid deed zich al snel voor: door het overlijden van de gewezen stadsarchitect Van Embden kwam het gebouw Sonnenborgh vrij en Buys Ballot wist de beschikking over dit gebouw te krijgen. Dr Krecke zegde zijn baan als leraar in Nijmegen op en 1 december 1848 werd de waarnemingsreeks aangevangen. Het verkrijgen van Sonnenborgh en de start van de waarnemingen samen met Krecke zijn belangrijke stappen in de aanloop naar de oprichting van het KNMI. 

Een andere belangrijke stap was de maritieme conferentie in 1853 in Brussel, nu 150 jaar geleden. In de aanloop naar deze conferentie komen twee andere belangrijke personen op de proppen, n.l. luitenant ter zee M.H. Jansen en de Amerikaanse zeeofficier M.F. Maury. Ook op zee werden (sporadisch) waarnemingen gedaan en vermeld in de scheepsjournalen (al in de VOC tijd gebeurde dit). Jansen onderkende het belang van deze waarnemingen voor de zeilvaart en wilde, in navolging van landwaarnemingen, deze gebruiken om meer te kunnen leren en begrijpen van het weer, de wind en de zeestromingen. 

Scheepvaart en zeeofficier Maury

Ook Buys Ballot zocht contact met de scheepvaart. In 1852 werd in overleg met het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte (opgericht in 1769) een circulaire aan reders en gezagvoerders gezonden met als gevolg dat Buys Ballot een veertigtal journalen ontving. Uit deze journalen kon al de conclusie worden getrokken dat men bij de vaart naar Nederlands Indië niet te dicht onder de zuidpunt van Afrika moest blijven. 

Ongeveer in dezelfde tijd dat Buys Ballot begon met het verzamelen van scheepswaarnemingen deed de Amerikaanse zeeofficier M.F. Maury in Amerika hetzelfde, en ook Maury trok daar conclusies uit. Dank zij de steun van de Amerikaanse regering kon Maury de Sailing Directions (adviezen aan zeevarenden gebaseerd op waarnemingen over wind en stromingen) laten drukken. Deze Sailing Directions werden in een handige vorm gedrukt en uitgereikt als beloning voor de medewerkenden schepen. De uitreiking op 7 mei j.l van onderscheidingen aan scheepvaartofficieren door de staatssecretaris past dus perfect in een traditie van ruim 150 jaar. Jansen bezocht Maury in Wasington en kwam terug met het verzoek van Maury om ook de beschikking te krijgen over de Nederlandse waarnemingen. De briefwisseling tussen Jansen, Buys ballot en Maury leidde ertoe dat ook in Nederland de Sailing Directions werden ontvangen. Dit is het sein voor Jansen om in scheepvaartkringen een grootse campagne te starten om deze te bewegen mee te werken aan de plannen van Maury en Buys Ballot. 

De tweede mijlpaal

Het gaat daarna erg snel. Buys Ballot doet op 19 juli 1852 aan de minister van Binnenlandse Zaken het voorstel om een Meteorologisch Instituut op te richten. Jansen gaat, in overleg met Buys Ballot, zijn eigen weg en verzoek de minister van Marine om een zeeofficier (net als Maury waar Jansen een enorme bewondering voor had) te belasten met het bewerken van journalen om vervolgens de resultaten naar Maury te sturen opdat deze ze kan opnemen in de Sailing Directions. 

België is het eerst

Nederland is niet het eerste land waar een meteorologisch Instituut wordt opgericht. Al in 1826 houdt het astronomisch observatorium zich al bezig met meteorologie. (Omdat dat België toen nog onderdeel van Nederland was zouden we toch kunnen claimen dat we eerste waren) Berlijn 1847, Rusland 1849, Oostenrijk 1851, gingen ons voor Groot Brittanië en Portugal startten eveneens in 1854. 

KNMI als datacentrum

Wat Nederland uniek maakt is het plan van Buys Ballot om van Utrecht een centrum te maken van waaruit waarnemingen van geheel Europa, later heel de wereld, zouden worden verzameld en bewerkt. Jansen heeft de overtuiging dat de afdeling Zeevaart niet te Utrecht thuishoort, maar in den Haag bij Marine, al zouden alle uitkomsten wel naar Utrecht gezonden moeten worden. In januari 1853 bezocht de minister van Binnenlandse Zaken (Thorbecke) Utrecht en de woning van Dr Krecke van waaruit de waarnemingen werden verzorgd. Mede dank zij het werk van Maury en zijn Sailings Directions konden Buys Ballot en Krecke de minister gemakkelijk overtuigen van het nut van een Meteorologisch Instituut. Op 10 juni 1853 werd van Maury het bericht ontvangen dat aan alle gouvernementen uitnodigingen waren verstuurd om deel te nemen aan een maritieme conferentie in Brussel met de mededeling dat aan iedereen die zich bereid verklaarde om mee te werken aan het verzamelen van scheepswaarnemingen de vijfde editie van Sailing Directions zou worden gezonden.

Jansen

Jansen wordt benoemd tot afgevaardigde naar Brussel. Ook Buys Ballot wordt gevraagd om afgevaardigde voor Brussel te worden, maar hij wil Jansen niet voor de voeten lopen en ziet van deelname af. De maritieme conferentie in Brussel had plaats van 23 augustus tot begin september 1853, nu dus 150 jaar geleden. Doel van de conferentie was te komen tot internationale afspraken over het doen van scheepswaarnemingen volgens een standaard-journaal met bijbehorende instructies voor oorlogsschepen. Het journaal en de instructies zouden ook moeten gelden voor koopvaardijschepen. Jansen kon in deze conferentie een belangrijke rol spelen, niet in de minste plaats om zijn talenkennis. Jansen en Maury kregen de opdracht een model voor een journaal te ontwerpen. De bijbehorende instructies gaven veel meer problemen, vooral over de vraag welke eenheden gebruikt moesten worden. Uiteindelijk schrijft Maury het eindrapport dat algemeen wordt aanvaard. Ook op het gebied van instrumentatie worden afspraken gemaakt. De Brussel conferentie is de eerste stap op weg naar internationale samenwerking, waarvan niet alleen de meteorologie maar ook de scheepvaart veel profijt heeft gehad. 

1854: het KNMI wordt opgericht

Omdat Jansen verwacht dat de eerste resultaten van deze samenwerking uit Nederland zullen komen moet haast gemaakt worden met de oprichting van een meteorologisch instituut. Men had de taken en verantwoordelijkheden als volgt bedacht: De scheepsjournalen moesten worden ingezonden naar Binnenlandse Zaken, waarna ze aan Jansen worden toegezonden voor bewerking. Het Instituut te Utrecht krijgt dan de afschriften. Voor de rest is de taak van het Instituut beperkt tot het verifiëren van de instrumenten en het wetenschappelijk onderzoek. Jansen vermoedt, waarschijnlijk terecht, dat het Instituut wel degelijk bemoeienis zal krijgen met de bewerking van de journalen en dat een marine officier zal moeten werken onder de leiding van Buys Ballot in Utrecht, iets wat hij waarschijnlijk maar moeilijk kon verkroppen. Zijn droom, een onafhankelijke positie onder Marine was vervlogen, terwijl hij bovendien ook nog naar de "vervelende" stad Utrecht moest verhuizen. Op 31 januari 1854 wordt het KNMI in Sonnenborgh opgericht. Buys Ballot wordt hoofddirecteur, Krecke directeur van de waarnemingen ter land en Jansen directeur van de waarnemingen ter zee. 

Hoe verging het de hoofdpersonen verder?

De teleurstelling van Jansen over zijn plaats en positie onder Buys Ballot escaleerde al snel. Vrijwel alles wat Buys Ballot voorstelde werd door Jansen afgekeurd. De bom barste toen Jansen zich verzette tegen de ministeriële regel die voorschreef dat alle stukken die van het Instituut uitgingen door Buys Ballot getekend moesten zijn. Buys Ballot, die bij voorkeur alles in overleg wilde regelen, heeft nog geprobeerd deze instructie te veranderen, maar slaagde daar niet in. Jansen krijgt bevel van het Ministerie om zich aan de instructie te houden. Hij weigert, waarna in december ontslag volgt. Een tragisch einde binnen het KNMI van een man die net als Buys Ballot zo overtuigd was van de noodzaak van het verzamelen van betrouwbare waarnemingen en het grote nut voor de scheepvaart. 

Luitenant ter zee M.H. Jansen

Jansen was een bijzonder kleurrijk figuur. Hij werd in 1817 in Antwerpen geboren. Bij het uitbreken van de Belgische opstand in 1830 wist hij als dertienjarige de stad te ontvluchten en een door de Nederlanders bezet fort te bereiken.Vandaar bereikte hij het korvet "Porsperine" waar zijn oom commandant was. Hij monsterde aan en bleef op het schip tot november 1831. daarna werd hij geplaatst als adelborst bij de marine, een start van een glansrijke carrière. Hij maakte veel reizen, o.a. naar Nederlands O.I naar de West en Noord-Amerika. Daar maakte hij kennis met Maury, iets wat uitmondde in een langdurige vriendschap. Hij maakte na zijn kortstondige loopbaan bij het KNMI nog een groot aantal verre reizen. Hij werd lid van de Raad van State voor marinezaken. Ver na zijn pensionering in 1868 werd hij in 1889 titulair benoemd tot Schout bij Nacht. Een kleurrijk en boeiend persoon, maar gezien zijn karakter en achtergrond geen wonder dat dit botste met de wetenschapper en domineeszoon Buys Ballot.

Krecke

Dr F.W. Krecke, studievriend van Buys Ballot deed al sinds 1848 waarnemingen in Utrecht en vervolgde zijn carrière als directeur van de waarnemingen ter land. Hij bewerkte deze en publiceerde erover. Krecke verliet in 1866 teleurgesteld het Instituut Buys Ballot zelf heeft als hoofddirecteur van het KNMI gewerkt tot aan zijn dood op 3 februari 1890. Hij was in feite part-time directeur, want zijn hoofdfunctie was hoogleraar. Na zijn aftreden als hoogleraar in 1888 bij het bereiken van de zeventig jarige leeftijd blijft hij wel tot aan zijn dood aan als hoofddirecteur van het KNMI. 

Buys Ballot heeft veel gepubliceerd. Eén van de, achteraf, belangrijkste publicaties was in 1857 toen hij zijn Wet van Buys Ballot publiceerde, waarschijnlijk op 3 oktober van dat jaar. Als gevolg van het internationale pooljaar (1880), waar Buys Ballot erg actief aan meewerkte, deed Nederland mee met een Noordpool expeditie. Deze expeditie vond plaats in 1882/83. Het schip, de Varna, liep vast in het ijs en ging verloren. Men ging over het ijs verder en strandde op een klein eilandje. Dit kreeg de naam van Buys Ballot eiland (70°24' NB 58°33' WL). 

Maury

Maury

Tot slot Maury, de Amerikaan die de Brussel conferentie van 1853 organiseerde. Maury, geboren op 14 januari 1806, kreeg grote bekendheid vanwege zijn publicaties voor de scheepvaart, vooral gebaseerd op de bewerking van scheepswaarnemingen. Zijn faam steeg vooral als gevolg van de resultaten van de Brussel conferentie. (Z'n 20 jaar later leidde dit tot de oprichting van de IMO, de Internationale Meteorologische Organisatie, de voorloper van de WMO, met Buys Ballot van 1873-1879 als eerste voorzitter). In 1855 publiceerde Maury een boek genaamd The physical Geography of the Seas, met gedetailleerde informatie over de Golfstroom en een enorme hoeveelheid informatie over zeestromingen en meteorologie. In de tijd van de zeilvaart een geweldig belangrijk boek. Mede door zijn publicaties wist men de gemiddelde reistijd tussen Engeland en California met ca 30 dagen te bekorten, naar Australië met ca 20 dagen en de reis naar Rio de Janeiro met ca 10 dagen. Door velen wordt Maury beschouwd als de "vader van de oceanografie". De grootste verdienste echter die aan Maury wordt toegeschreven is het feit dat hij, net als Buys Ballot, zich realiseerde, dat, als je verder wilt komen in oceanografie en meteorologie je wereldwijd moet denken. Maury stierf op 1 februari 1873.
 

Niet gevonden wat u zocht? Zoek meer achtergrond artikelen