Op 24 augustus trok een lagedrukgebied (Lilian) boven het noorden van Scandinavië snel noordwaarts. Het bijbehorende golvende front trok in de ochtend als warmtefront noordwaarts over Nederland (figuur 1).
Doordat het front begon te golven, veranderde een deel ervan van richting. Dit deel trok in de middag en avond als koufront oostwaarts over Nederland. Voor het koufront uit ontstond een actieve convergentielijn (rode lijn met haakjes in figuur 2). Dit is een gebied waar lucht tegen elkaar botst en opstijgt, waardoor er onweersbuien kunnen ontstaan. Ook in het koufront zelf kwamen er buien voor, maar zonder onweer. De convergentielijn en het koufront trokken oostwaarts richting Duitsland, waardoor de buien zich daarheen verplaatsten.
Rond 16.00 uur bereikten de buien van het koufront het zuidwesten. Hier vooruit ontstonden de eerste buien van de convergentielijn, waar rond 16.30 uur de eerste bliksemontlading in werd gemeten. De buien in de convergentielijn namen steeds verder in activiteit toe, gevoed door de hoge temperaturen (figuur 3). In het koufront kwamen ook buien voor, maar hier kwam geen onweer in voor. Na de passage van het koufront nam de temperatuur sterk af, draaide de wind naar het westen en trok deze sterk aan.
Op 24 augustus stond er hoog in de atmosfeer veel wind. In een bui wordt deze wind als het ware naar beneden gebracht, waardoor er aan de grond windstoten voorkomen. De zwaarste windstoten werden deze dag gemeten bij het koufront in de kustprovincies tot 94 km/uur en in het noordoosten in de convergentielijn tot 84 km/uur (figuur 4). Het gaat hier om windstoten die door de KNMI-stations zijn gemeten. Plaatselijk waren de windstoten zeer waarschijnlijk sterker. Onder andere in Meppel en bij Hollandsche Rading was sprake van een valwind die veel schade veroorzaakte.
In Noord-Brabant, Limburg en Gelderland werden geen windstoten gemeten van 75 km/uur of meer, de grens die het KNMI aanhoudt voor code oranje. Door de nadering van het koufront daalden de temperaturen hier, waardoor de buien uitdoofden. In Overijssel werd wel een windstoot van 76 km/uur gemeten.
De windstoten en bliksem zorgden voor schade op meerdere plekken in Nederland. Onder andere in Eindhoven, Hollandsche Rading en Sassenheim vielen bomen om. Er werden meerdere evenementen afgelast door het verwachte weer.
In het noordoosten van het land stond geen code oranje uit, maar was er wel forse schade. Op verschillende plekken in Drenthe leidden de windstoten tot grote schade aan auto’s, bomen en gebouwen (Bron: X, RTV Drenthe). Tussen Beilen en Assen reden een tijd lang geen treinen vanwege een boom op het spoor en de A28 bij Spier (Drenthe) was een tijd lang afgesloten door bomen op de weg. (Bron: NOS). In Meppel veroorzaakte een valwind grote schade, onder andere aan een voetbalstadion. In Friesland brak brand uit door een blikseminslag. Doordat de buien snel overtrokken, was de schade door regenval beperkt.
In de nacht naar vrijdag werd om 5.00 uur al een eerste waarschuwing (code geel) uitgegeven voor de weersomstandigheden:
"Zaterdag neemt aan het einde van de middag en begin van de avond vooral in de oostelijke helft de kans op enkele stevige onweersbuien toe. Plaatselijk zijn (zware) windstoten en hagel mogelijk."
In de ochtend van vrijdag 23 augustus werd er contact opgenomen met de Nederlandse weerbureaus en het KNMI-expertteam om te overleggen over een mogelijke code oranje. Hierbij werd ook de impact meegewogen: zaterdag vonden er veel evenementen plaats en werd veel (vakantie)verkeer verwacht. In de periode hierna hield de weerkamer van het KNMI de situatie nauwlettend in de gaten.
Om 17.51 uur op zaterdag werd er voor de provincies Limburg, Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel toch overgegaan naar code oranje (Figuur 5):
"Vanavond trekken er enkele stevige onweersbuien van west naar oost over het land. Vooral in het (zuid)oosten is er plaatselijk kans op overlast en schade door (zware) windstoten en wateroverlast. Hiervoor geldt in het oosten code oranje. In de tweede helft van de avond trekken de buien het land uit. Bij de onweersbuien zijn vooral in het oosten zware windstoten van 75-100 km/uur mogelijk. Tevens kan plaatselijk in korte tijd 20-40 mm regen vallen en ook is hagel van 1-2 cm mogelijk."
De meeste waarschuwingen werden om 20.45 beëindigd: alleen in Limburg bleef nog een code geel voor onweersbuien uitstaan. Deze werd om 21.50 beëindigd.
Volgens de KNMI'23-klimaatscenario's zullen extreme buien in de zomer vaker voorkomen, terwijl het aantal lichte zomerbuien (tot 10 millimeter/uur) juist zal afnemen. Doordat er meer neerslag verdampt, kunnen windstoten en valwinden bij buien sterker worden. Door verdamping koelt de lucht namelijk af, waardoor deze zwaarder wordt en neerwaarts beweegt. De kans op valwinden neemt hierdoor toe. Of het in Nederland ook vaker gaat bliksemen, is onzeker.