Op 9 juli trok een lagedrukgebied over de Ierse Zee noordoostwaarts richting het noorden van Engeland (figuur 1). Het bijbehorende warmtefront passeerde het land in de nacht en ochtend van 9 juli waarachter in een zuidoostelijke stroming warme en steeds vochtigere lucht werd aangevoerd. In Noord-Brabant en Limburg werd het tropisch warm, met temperaturen boven 30,0°C, in de rest van het land lagen de maximumtemperaturen rond de 27 à 28 graden, aan de kust iets lager. Aan het einde van de middag en in de avond bereikte het koufront het zuidwesten en trok over het land naar het noordoosten. Op dit koufront, en daar vooruit, waar de koude en warme lucht met elkaar in botsing kwamen, ontstonden op grote schaal onweersbuien.
De eerste onweersbuien bereikten rond 17:00 uur het zuidwesten van het land. De buien waren goed georganiseerd en trokken als een front noordoostwaarts. Op meerdere plaatsen in met name het midden van het land en op en rond het IJsselmeer, werden windstoten van meer dan 75 kilometer per uur waargenomen. Op het officiële meetpunt op Schiphol werd een windstoot van 86 km/uur gemeten, een van de andere meetpunten gaf een windstoot van 105 km/uur. Doordat de buien redelijk snel over het land trokken, vielen er op de meeste plaatsen geen uitzonderlijke hoeveelheden neerslag. Wel ontstond er boven België een hele actieve losse onweersbui (een supercel) die via het oosten van Noord-Brabant richting Nijmegen en Arnhem trok (figuur 3). Rond Dinther viel daaruit 73 millimeter, in Oirschot 63 millimeter neerslag en daar werd ook hagel van ongeveer 2 centimeter waargenomen. Rond Arnhem en Nijmegen viel ongeveer 35-45 millimeter. Halverwege het land begonnen de buien in intensiteit af te nemen, waardoor in het noordoosten van het land de impact kleiner was.
Er waren meldingen van schade en overlast, vooral omgevallen bomen en wateroverlast bij tunnels en viaducten. In het Noord-Brabantse Drunen was een blikseminslag waarschijnlijk de oorzaak van een brand bij een witlofkwekerij. Op Schiphol werden vluchten geannuleerd en de NS schrapte de hogesnelheidslijn tussen Amsterdam Centraal, Rotterdam Centraal en Breda. De schade was groter over de grens in Vlaanderen, waar een toren van een kerk afwaaide en meerdere hoogspanningsmasten omvielen. (Bron:NOS)
Op 8 juli om 4:57 uur waarschuwde het KNMI met een code geel voor kans op overlast door zware onweersbuien op dinsdagavond.
Op 9 juli om 9:37 uur gaf het KNMI code oranje uit voor het hele land:
"Vanaf eind van de middag in het zuidwesten en vanavond in de rest van het land is er kans op zware onweersbuien die van het zuidwesten naar het noordoosten over het land trekken. Bij deze buien kunnen er zware windstoten voor komen en plaatselijk veel regen, veel onweer, grote hagel.
Door blikseminslag, wateroverlast, het omwaaien van voorwerpen en bomen en grote hagelstenen kan er schade en overlast ontstaan. Vooral voor buitenactiviteiten en het verkeer kunnen deze onweersbuien gevaarlijk zijn.
De onweersbuien kunnen plaatselijk gepaard gaan met zware windstoten van circa 75-100 km/uur, hagel van 2-4 cm en veel regen in korte tijd (20-40 mm)."
Code oranje werd in fases weer beëindigd, eerst provincie Zeeland om 20:28 uur en daarna geleidelijk de rest van het land. Om 22:13 uur was in het hele land code oranje beëindigd.
Het aantal dagen per jaar waarop op minstens één neerslagstation in Nederland 50 millimeter neerslag of meer valt is gestegen van ongeveer 6 in de tweede helft van de vorige eeuw naar ongeveer 10 in de afgelopen jaren.
Volgens de KNMI'23-klimaatscenario's zullen extreme buien zoals deze in de toekomst vaker voorkomen en worden de grootste hagelstenen vermoedelijk nóg groter. Het aantal lichte zomerbuien (tot 10 millimeter/uur) zal daarentegen juist afnemen. Of het in Nederland ook vaker gaat bliksemen, is onzeker.