De Europese ruimtevaartorganisatie (ESA) zal binnen afzienbare termijn een nieuwe satelliet lanceren, genaamd Aeolus. Aeolus zal de eerste satelliet zijn die de wind in de gehele atmosfeer in kaart brengt, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld satellieten die slechts de wind aan het zeeoppervlak meten of traditionele ballonmetingen (radiosondes) die slechts windprofielen in de buurt van de lanceerlocatie leveren. Daarmee vult een Aeolus een groot hiaat in het huidige mondiale meteorologische meetnetwerk. De verwachting is dan ook dat Aeolus zal bijdragen aan een verdere verbetering van weermodellen en de numerieke weersverwachting.
Aeolus is een polaire satelliet die rond de aarde cirkelt op ongeveer 400 km hoogte. De satelliet draagt een zogenaamd Doppler wind lidar instrument. Dit instrument zendt laserlicht met bekende frequentie in de atmosfeer. De laserbundel vindt op zijn pad door de atmosfeer moleculen, aërosolen en wolkendruppels die het laserlicht verstrooien. Een gedeelte van het verstrooide licht kaatst terug naar de satelliet en wordt daar opgevangen. De frequentie van het ontvangen licht is verschoven ten opzichte van het uitgezonden licht ten gevolge van de beweging van de deeltjes in de laserbundel; het zogenaamde Doppler effect. Deze Dopplerverschuiving wordt gemeten en is direct gerelateerd aan de snelheid van de deeltjes en daarmee de windsnelheid op de hoogte waar de deeltjes zich bewegen.
De geplande lancering van Aeolus is eind 2017.
Het KNMI is verantwoordelijk voor de verwerking van de satellietmetingen tot een windproduct en doet dat in nauwe samenwerking met het Europese weercentrum (ECMWF) in Reading, Engeland. Het ECMWF zal ook als eerste instituut de windmetingen gebruiken (assimileren) in hun mondiale weermodel. Naast windmetingen zal Aeolus ook informatie leveren over wolkentop-hoogten en de verticale verdeling van aërosolen en wolkendruppels in de atmosfeer.