In de zomer van 2000 heeft de commissie ‘Waterbeheer 21e eeuw’ (WB21) advies uitgebracht over de organisatie en inrichting van het waterbeheer in de 21e eeuw. De commissie gaf o.a. aan dat behalve te veel water ook te weinig water een bedreiging vormt voor de (toekomstige) waterhuishouding van Nederland. De economische schade ten gevolge van de droogte van 1976 was bijvoorbeeld vele malen groter dan de schade door de wateroverlast van 1998. In de ‘startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw’ wordt ten behoeve van de laagwaterproblematiek (extreme droge situaties) een gezamenlijke verkenning van Rijk, provincies en waterschappen naar droogte aangekondigd. Deze verkenning is later omgedoopt tot de ‘Droogtestudie Nederland’ (zie ook http://www.droogtestudie.nl).
In de KNMI bijdrage aan de eerste fase van de Droogtestudie Nederland (Beersma en Buishand, 2002) werden de tot dan toe gebruikte schattingen van de kans op (extreme) droogte (Pulles, 1985) bijgewerkt, mede op basis van de meest recente historische gegevens. Naast meteorologische droogte in Nederland werd daarbij ook naar droogte in termen van lage afvoeren van de Rijn gekeken vanwege het belang van de Rijn voor de voorziening in de Nederlandse waterbehoefte. Verder werd voor het eerst gekeken naar de kans op het simultaan optreden van extreme meteorologische droogte en extreme lage afvoeren van de Rijn, een combinatie die de grootste economische schade tot gevolg heeft. Voor het bepalen van de simultane overschrijdingskansen werd gebruik gemaakt van zowel een resampling model als een tweedimensionale normale kansverdeling.
Dit rapport beschrijft de KNMI bijdrage aan de tweede fase van de Droogtestudie, inclusief een bijdrage van RIZA die nauw bij het thema van deze rapportage aansluit. De statistiek voor het bepalen van de kans op het simultaan optreden van extreme meteorologische droogte en extreme lage afvoeren van de Rijn is verder uitgewerkt met als resultaat verbeterde schattingen van simultane overschrijdingskansen. Daarnaast is een verbeterd resampling model ontwikkeld dat goed bruikbaar is voor het schatten van de overschrijdingskansen van het (maximale) neerslagtekort in Nederland. Datzelfde model is ook gebruikt voor het schatten van de overschrijdingskansen van het neerslagtekort in een zestal regio’s binnen Nederland. De 6 regio’s zijn geïntroduceerd naar aanleiding van een sterke behoefte aan regionale differentiatie binnen de Droogtestudie.
Jules Beersma, Adri Buishand, Hendrik Buiteveld (RIZA). Droog, droger, droogst - KNMI/RIZA bijdrage aan de tweede fase van de Droogtestudie Nederland
KNMI number: KNMI-publicatie-199-II, Year: 2004, Pages: 52