Op woensdag 14 juli 2010 trok een intensieve buienlijn over ons land. De bijbehorende windfenomenen veroorzaakten in het oosten en zuidoosten flinke schade en er vielen twee slachtoffers te betreuren. Ook in België trad grote schade aan bomen en gebouwen op. Het gebied met grootste schade in Nederland lag ten zuidoosten van de lijn Tilburg-Arnhem-Emmen.
Het actieve buiengebied in Nederland maakte onderdeel uit van een langgerekte noord – zuid georiënteerde buienlijn, die zich tot in het noorden van Zwitserland uitstrekte. Ook Duitsland kreeg met dit intensieve weersysteem te maken.
Een onderzoeksteam van het KNMI heeft op twee locaties met extreme schade, Vethuizen (gemeente Montferland) en Neerkant (gemeente Deurne), een nauwkeurige analyse van de aangerichte schade gemaakt en onderzocht welke meteorologische fenomenen hieraan hebben bijgedragen.
Vanuit theoretische beschouwingen is, naast beschikbare metingen, door deskundigen een berekening gemaakt van de schadebrengende windsnelheden op 14 juli 2010. De theoretisch hoogste windstoten kunnen ongeveer 50 tot 55 m/s (circa 180 tot 200 km/u) zijn geweest, maar met een kleine kans van optreden op een zeer lokale schaal en zonder rekening te houden met remming van de wind door het landschap. De beschikbare metingen leveren als hoogste windstoot 34,2 m/s (123 km/u) op vliegbasis Volkel op. Doordat het waarnemingsnetwerk een beperkte dichtheid heeft is de kans dat de theoretisch hoogste windstoot wordt geregistreerd erg klein.
Hoewel het schadebeeld in het onderzochte gebied complex was, heeft het onderzoek een groot aantal aanknopingspunten opgeleverd voor de conclusies. In een brede strook zijn op 14 juli 2010 in beide gebieden sterke valwinden met zeer zware windstoten opgetreden, veroorzaakt door intensieve neerslag en sterke luchtstromingen op 1-3 km hoogte, de zgn. Rear Inflow Jet. De sterke stromingen op 1-3 km hoogte hebben zich op sommige plaatsen tot aan de grond uitgebreid, zowel in Neerkant als in Vethuizen.
Aan de zijkant van het gebied met zeer zware windstoten heeft zich in de omgeving van Neerkant waarschijnlijk vanuit de buien ook een zogenaamde vortex gevormd, een luchtwervel met een vertikale draaiingsas, die qua ontstaanswijze veel gelijkenis heeft met een windhoos. Een nabij het aardoppervlak doordringende vortex kan in combinatie met valwinden lokaal extra grote schade veroorzaken. In Vethuizen is de schade waarschijnlijk voor het grootste deel door valwinden.
Ook zijn er indicaties, dat nabij het aardoppervlak en losgekoppeld van de bui aan de rand van het windstotenfront kortstondige wervelstructuren zijn geweest (zogenaamde “gustnado”), die ook de momentane windstoten kunnen hebben versneld. Een windhoos of tornado wordt op beide locaties onwaarschijnlijk geacht.
Enkele uren na het noodweer in Zuidoost-Nederland zijn in Friesland (Appelscha, Oosterwolde en Schiermonnikoog) meerdere waarnemingen van een windhoos gedaan. Het is niet ongebruikelijk dat op dagen met dergelijke zware onweerscomplexen, meerdere windfenomenen optreden
R Groenland, G Groen, J Hemink, J Kuiper, N Wever. Het noodweer van 14 juli 2010 in Vethuizen en Neerkant e.o., meteorologisch onderzoek en achtergronden
KNMI number: PUBL-2010-228, Year: 2010, Pages: 0