Klimaatverandering (samenvatting van het vijfde IPCC-assessment en een vertaling naar Nederland).
Hoofdstuk een. IPCC-Werkgroep 1: Klimaatverandering, de natuurwetenschappelijke basis.
Rob van Dorland.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) levert de wetenschappelijke onderbouwing van klimaatbeleid. Het IPCC heeft in 2013 en 2014 vier rapporten uitgebracht, die elk een samenvatting voor beleidsmakers omvatten. Op basis van deze samenvattingen en aanwezige kennis over de Nederlandse situatie is een Nederlandstalig boekje geschreven, waarin de informatie op een toegankelijke wijze wordt gepresenteerd. Rob van Dorland gaat in het eerste hoofdstuk van Klimaatverandering in op het Werkgroep Irapport van het IPCC uit september 2013. Voor de Nederlandse situatie is geput uit de KNMI’14 klimaatscenario’s. Van Dorland laat zien hoe het klimaatsysteem werkt, hoe de mens het klimaat verandert en wat er in de toekomst op dit gebied verwacht kan worden. Hieronder een samenvatting.
Het klimaat warmt op en veel van de sinds de jaren vijftig waargenomen veranderingen in het klimaatsysteem zijn in de afgelopen honderden tot duizenden jaren niet eerder voorgekomen. De concentratie van broeikasgassen is toegenomen, de atmosfeer en de oceaan zijn opgewarmd, de hoeveelheid sneeuw en ijs is afgenomen en de zeespiegel is gestegen. Het is uiterst waarschijnlijk dat de mens de belangrijkste oorzaak is van de waargenomen opwarming. Dat is de conclusie van het IPCC in zijn vijfde rapport. Nederland en omringende landen zijn tweemaal zo snel opgewarmd als gemiddeld op aarde en ook is het hier meer gaan regenen. Zowel mondiaal als voor Nederland was het jaar 2014 record warm.
Sinds 1998 is de wereldgemiddelde temperatuurstijging veel kleiner dan in de decennia daarvoor. Deze trendbreuk wordt ook wel “pauze” genoemd. Er deden zich in deze periode enkele natuurlijke invloeden op het klimaat voor die het opwarmende effect door de toename van broeikasgassen voor het grootste deel hebben gecompenseerd. Omdat deze natuurlijke invloeden tijdelijk zijn, zal de opwarming op langere termijn waarschijnlijk niet langzamer blijven verlopen. Het is uiterst waarschijnlijk dat de mens de belangrijkste oorzaak is van de waargenomen opwarming. Dat is de conclusie van het IPCC in zijn vijfde rapport.
De aanwezigheid van meer broeikasgassen leidt tot meer opwarming en tot veranderingen in alle delen van het klimaatsysteem. Om de klimaatverandering te beperken, is dan ook een forse vermindering nodig van de mondiale uitstoot van broeikasgassen. De aard en de mate van de klimaatverandering vertonen regionale verschillen.
De KNMI-klimaatscenario’s zijn gemaakt op basis van het IPCC-rapport. Met regionale modellen van het KNMI is verder ingezoomd op Nederland. Daarnaast zijn ook klimatologische gegevens gebruikt. Wat betreft de toekomstige klimaatverandering in Nederland komt daaruit naar voren dat Nederland in de huidige eeuw te maken krijgt met gemiddeld hogere temperaturen, veranderende neerslagpatronen en een stijgende zeespiegel. De kans op hittegolven in de zomer neemt toe en neerslagextremen zullen vaker voorkomen.
Over Rob van Dorland
Rob van Dorland van het KNMI is sinds 1 januari 2015 uitvoerend focal point van het IPCC. Hij coördineert in die hoedanigheid de Nederlandse bijdrage aan IPCC. In de betreffende coördinatiegroep zijn wetenschap en beleidskennis beide vertegenwoordigd. Van Dorland zorgt voor de review van IPCC-rapporten in Nederland door het houden van twee reviewronden. De ene ronde heeft betrekking op review door experts en de andere ronde houdt een governmental review in. Wat die tweede ronde betreft is het de bedoeling dat relevante personen binnen de ministeries commentaar verzorgen. Van Dorland legt het contact met de verschillende beleidsmakers.
De KNMI’er bezocht eind februari 2015 een bijeenkomst van het IPCC in Nairobi waar gesproken werd over waar de organisatie zich in de komende vijf tot zeven jaar mee bezig gaat houden. In die periode wordt aan het zesde assessmentrapport van het IPCC gewerkt. In Nairobi is besloten dat dit rapport weer uit vier delen zal bestaan: de bijdragen van de drie werkgroepen en het syntheserapport. De bedoeling is dan opnieuw om een brug te slaan tussen wetenschap en beleid. Volgens veel delegaties kan dat optimaal realiseerd worden als het syntheserapport een leidende rol krijgt.
Niet alleen kijkt Van Dorland naar de Nederlandse bijdrage aan het IPCC maar hij houdt zich ook bezig met de zogenaamde nationale adaptatiestrategie. Deze moet in 2017 bij de Europese Unie ingeleverd worden. Centraal staat de vraag hoe Nederland zich moet voorbereiden op de komende klimaatveranderingen. Uit een rapport van de Rekenkamer uit 2012 is gebleken dat Nederland voor wat veranderingen op het gebied van waterveiligheid en zoetwaterproblematiek goed is voorbereid, maar dat er voor andere sectoren nog weinig gebeurd is.
In 2014 zijn er in het kader van de nationale adaptatiestrategie in zeven sectoren experts-meetings gehouden. Specialisten van diverse instituten hebben hierin advies gegeven per sector. Het gaat om energie, ICT, transport, gezondheid, natuur, visserij en landbouw. Naast de expert-meetings zijn ook stakeholdersbijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast zijn bijeenkomsten met diverse ministeries georganiseerd om te polsen of beleidsmakers zich konden vinden in de prioriteitenlijsten van verkende kwetsbaarheden, risico’s en kansen. Op 24 maart 2015 worden de bevindingen gepresenteerd en het rapport aangeboden aan de verantwoordelijke staatssecretaris Wilma Mansveld.
r van dorland. Klimaatverandering de natuurwetenschappelijke basis samenvatting
Journal: knmi document, Year: 2015