Eind 2004 werd een nieuwe statistiek van extreme neerslaghoeveelheden voor duren van vier uur tot negen dagen in Nederland gepresenteerd. Deze statistiek is afgeleid uit de geregistreerde hoeveelheden in De Bilt. Daarnaast werd op basis van de neerslaggegevens van tien andere neerslagstations gesteld, dat voor duren van 24 uur en langer schaling in verhouding met de gemiddelde jaarsom een eerste indicatie geeft voor regionale verschillen. In deze uitgebreide studie wordt opnieuw het bestaan van regionale verschillen in extreme neerslag onderzocht op grond van de dagwaarden van 141 neerslagstations voor het tijdvak 1951 – 2005. Uit elk van de 55-jarige neerslagreeksen worden de jaarmaxima voor de duren van 1, 2, 4, 8 en 9 dagen geselecteerd. Voor elke afzonderlijke duur wordt de kansverdeling van de jaarmaxima beschreven door een gegeneraliseerde extreme waarden (GEV) verdeling. Hierbij wordt aangenomen dat de vormparameter van deze verdeling voor elke duur constant is over Nederland en dezelfde waarde heeft als bij de extreme waarden statistiek van De Bilt uit 2004. De locatieparameter en de dispersiecoëfficiënt (quotiënt van schaal- en locatieparameter) worden verder geanalyseerd. De geschatte waarden van deze parameters voor de verschillende stations zijn gecorreleerd als gevolg van de ruimtelijke afhankelijkheid van de neerslag. Drie toetsen op plaatselijke verschillen worden besproken, die rekening houden met deze afhankelijkheid. De toetsen wijzen uit, dat er statistisch significante verschillen in de locatieparameter aanwezig zijn, maar niet in de dispersiecoëfficiënt. Ook wordt aangetoond, dat de verschillen in de locatieparameter onvoldoende uit de gemiddelde jaarsom verklaard worden. Een relatieve locatieparameter, die de waarden van de locatieparameter voor de vijf beschouwde duren samenvat, blijkt een betere maat voor de beschrijving van de ruimtelijke verschillen. Deze parameter varieert in Nederland van 0.90 tot 1.18 en is voor De Bilt gelijk aan 1.00. Op grond van de waarde van de relatieve locatieparameter wordt Nederland opgedeeld in vier neerslagregimes. De gemiddelde waarde van de relatieve locatieparameter in een regime bepaalt de factor, waarmee de extreme neerslaghoeveelheden voor duren van 1 dag of langer te De Bilt vermenigvuldigd moet worden om de extreme neerslaghoeveelheden voor dat regime te verkrijgen.
TA Buishand, R Jilderda, JB Wijngaard. Regionale verschillen in extreme neerslag
KNMI number: WR-09-01, Year: 2009, Pages: 47