Dit rapport geeft een schatting van het seismische risico in Noord-Nederland: Groningen, Drenthe en Noord-Holland. De directe aanleiding voor dit rapport is de beving bij Roswinkel op 19 februari 1997 met een kracht van 3,4 op de schaal van Richter. Het is de krachtigste aardbeving die tot nu toe in verband is gebracht met gaswinning. Een indirecte aanleiding vormt de trend van het aantal schokken, in deze studie 125, en de herijking van de magnitudes voor Noord-Nederlandse bevingen.
Het seismische risico is gedefinieerd als het product van de kans op een aardbeving, de kwetsbaarheid van de bouwwerken in het getroffen gebied en de maatschappelijke ernst of de geldswaarde van de gevolgen. Dit rapport handelt vooral over de schatting van de kans op een aardbeving. De laatste twee categorieën in de definitie van risico, kwetsbaarheid en gevolgen, kunnen worden beschreven met het begrip intensiteit. De intensiteiten, gemeten in NoordNederland, kunnen worden vertaald in financiële gevolgen. Hiermee kan het seismische risico berekend worden in guldens per jaar.
Dit rapport toont aan dat de vrijgekomen seismische energie in de vorm van aardbevingen constant is sinds 1993. De fluctuaties in energie zijn vooral het gevolg van de grootste bevingen. De toename van het aantal geregistreerde aardbevingen wordt voornamelijk veroorzaakt door verlaging van de detectiegrens omdat meer seismometers beschikbaar gekomen zijn.
Op basis van de aardbevingen in de periode 1986 tot 1997 is de beste schatting voor de maximale magnitude 3,8 op de schaal van Richter. Het aantal aardbevingen in de onderzochte serie met een magnitude groter dan 3,0 is gering (3). Als gevolg hiervan is het resultaat van de schatting van de maximale magnitude afhankelijk van een individuele beving. Wanneer de grootste beving, die bij Roswinkel, wordt weggelaten, is de maximale magnitude berekend op 3,6. Dit is conform eerdere schattingen.
De maximale intensiteit wordt geschat op VI-VII (6,5) op de Europese Macroseismische Schaal. Voor de omgeving van sommige gasvelden in Noord-Nederland kan lichte schade optreden aan veel gebouwen (geen constructieve schade) en matige schade aan enkele gebouwen (lichte constructieve schade, matige niet-constructieve schade). Intensiteit VI kan optreden met een overschrijdingskans van 65% in de komende periode van 10 jaar.
De schade aspecten van Noord-Nederlandse aardbevingen komen ook aan de orde in een studie van TNO-Bouw die gelijktijdig met dit rapport beschikbaar komt. De gezamenlijke rapporten van KNMI en TNO-Bouw vormen de beste schatting op dit moment van het seismische risico in het Noorden van Nederland.
Th. De Crook, H.W. Haak en B. Dost. Seismisch risico in Noord-Nederland
KNMI number: TR-205, Year: 1998, Pages: 27