Als onderdeel van het project Dynamische Maximumsnelheden onderzoekt Rijkswaterstaat het effect van snelheidsverlagingen op de luchtkwaliteit. In dit verband is een deel van de A58 bij Tilburg tijdens het jaar 2009 als proeftraject gebruikt. Wanneer een overschrijding van de grenswaarde door de concentratie fijn stof (PM10) verwacht werd, werd preventief de maximumsnelheid verlaagd. Voor dit project leverde het KNMI op operationele basis zesdaagse verwachtingen van de achtergrondconcentratie van PM10, die berekend werden met het luchtkwaliteitmodel Lotos-Euros. In dit verslag worden de berekende concentraties vergeleken met meetwaarden. Deze vergelijking laat zien dat het model goed in staat is om de waargenomen variabiliteit in de achtergrondconcentratie van PM10 te beschrijven. Wel wordt de concentratie systematisch door het model onderschat. Aan de hand van deze resultaten wordt een eenvoudige correctie gepresenteerd waarmee overschrijdingen van de grenswaarde beter voorspeld kunnen worden. Met deze correctie worden, voor verschillende meetpunten in Nederland, ongeveer even veel overschrijdingen waargenomen als gemodelleerd. Van de waargenomen overschrijdingen wordt gemiddeld 56% correct gemodelleerd. Hier tegenover staat dat 47% van de voorspelde overschrijdingen niet plaats vindt. Deze percentages blijven vrijwel gelijk tot en met een verwachtingstermijn van drie dagen en pas vanaf vier dagen vooruit wordt de verwachting geleidelijk minder betrouwbaar. Voor een toepassing als Dynamax moet een overschrijding het liefst een paar dagen van te voren voorspeld moet kunnen worden, zonder later weer ingetrokken te worden. Uit de resultaten blijkt dat dit mogelijk is, omdat de driedaagse verwachting even betrouwbaar is als meer recente verwachtingen en de laatste dus genegeerd kunnen worden.
MS de Ruyter de Wildt, H Eskes, PFJ van Velthoven. Zesdaagse verwachting van fijn stof met LOTOS-EUROS ten behoeve van Dynamax. Eindrapportage.
KNMI number: TR-312, Year: 2010, Pages: 20