Door menselijke invloeden komt er jaarlijks ongeveer 30 miljard ton kooldioxide (CO2) in de atmosfeer terecht. Dit maakt kooldioxide na waterdamp het belangrijkste broeikasgas. Oceanen en planten slaan ongeveer de helft van de aanwezige kooldioxide op. De rest blijft achter in de atmosfeer.
Onderzoekers zitten nog met veel vragen op het gebied van kooldioxide. Wat is bijvoorbeeld het effect van bossen op de opname van CO2? Neemt de oceaan meer op dan nu wordt gedacht en zijn er regionaal verschillen? Vandaar dat het belangrijk is kooldioxide te meten.
Kooldioxide wordt op ongeveer honderd plaatsen op aarde gemeten. Het oudste en bekendste meetstation is Mauna Loa op Hawaii. Hier vinden sinds 1958 CO2-metingen plaats. Sinds die tijd is de concentratie gestegen van 315 parts per million (ppm) tot recent 400 ppm.
Ook satellieten meten CO2, bijvoorbeeld de Japanse GOSAT-satelliet. Volgens de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) blijft de uitstoot van broeikasgassen onverminderd stijgen. Sinds het begin van de industriële revolutie rond 1750 is zo'n 375 miljard ton CO2 uitgestoten. Daarmee is het voor een groot deel de oorzaak van de toename van het broeikaseffect.
Broeikasgas CO2 staat volop in de belangstelling. Zowel de CO2-metingen als de effecten en de maatregelen om de uitstoot terug te dringen.