Het klimaat verandert snel. Hierdoor komen weersextremen vaker voor. Daarom verandert het KNMI in een Early Warning Centre (EWC), een zogenaamd nationaal waarschuwingsadviescentrum.
Het klimaat verandert snel: de temperatuur en de zeespiegel stijgen en extreem weer komt vaker voor. Het KNMI heeft onder meer de wettelijke taak om te waarschuwen voor gevaarlijk weer, vooral als we grote gevolgen verwachten. Waarschuwingen moeten zo nauwkeurig mogelijk zijn. Met steeds meer rekenkracht en betere weermodellen is het mogelijk om meer plaatselijk en ook eerder te waarschuwen.
Om dit te kunnen doen, alle risico’s beter te begrijpen en eerder op vragen van partners en de maatschappij te kunnen reageren, bouwt het KNMI aan een Early Warning Centre (EWC): een nationaal waarschuwingsadviescentrum. Met het EWC zal het KNMI, in samenwerking met andere instituten, overheden en bedrijven, een grote bijdrage leveren aan de veiligheid en welvaart in Nederland en daarbuiten.
Early warning is effectieve manier van klimaatadaptatie
Tijdens de VN-klimaatconferentie van Parijs in 2015 werd een oproep gedaan aan landen om een Early Warning Centre in te richten. Door sneller en eerder te waarschuwen voor extreem weer en de gevolgen daarvan, kan je betere maatregelen nemen en hierdoor de gevolgen beperken. Daarmee is early warning een goedkope en effectieve manier van klimaatadaptatie. Veel landen hebben de oproep beantwoord. Zo ook Nederland, waar de overheid het KNMI de opdracht heeft gegeven om een EWC in te richten.
De opbouw van het EWC op het KNMI vindt plaats in een meerjarenprogramma dat loopt van 2020 tot 2025. Het programma heeft vijf kerndoelen die richting geven aan alle veranderingen en vernieuwingen:
Deze kerndoelen komen terug in alle projecten en activiteiten, die vanuit het programma zijn opgestart. De ambitie is dat het KNMI in 2025 opereert als een Early Warning Centre.
Bekijk een vergroting van de infographic over het Early Warning Centre
Bekijk een vergroting van de plaat over het Early Warning Centre
Hieronder laten we enkele projecten van het EWC zien. Hierdoor wordt het duidelijker wat het EWC betekent.
We werken aan een vernieuwing van de weerwaarschuwingen, de bekende codes geel, oranje en rood voor het publiek. Het is de bedoeling om in de toekomst niet meer per provincie, maar voor een kleiner gebied een waarschuwing te geven. Extreem weer houdt zich nou eenmaal niet aan de grenzen van een provincie en komt vaak in een veel kleiner gebied voor. Daarnaast brengen we de gevolgen van dit gevaarlijke weer en de maatregelen die genomen moeten worden meer onder de aandacht. We communiceren niet alleen wat het weer gaat worden maar ook de gevolgen die het weer kan hebben. Hoe kunnen mensen zich het beste voorbereiden op het gevaarlijke weer? Wat kan men doen om te zorgen dat er minder of zelfs geen schade ontstaat. En hoe zorg je dat er geen gewonden vallen. Als eerste stap hebben we hiervoor informatie ontwikkeld. Het KNMI en ook weerbedrijven, politie en brandweer delen deze informatie ook op hun social media.
Het is belangrijk dat een boodschap zo snel en goed mogelijk de doelgroep bereikt. Daarom is het KNMI nu ook bezig om een nieuwe app te ontwikkelen. Daarmee wordt het straks bijvoorbeeld mogelijk om op basis van de actuele of gekozen plaats van de gebruiker meldingen te sturen met plaatselijke waarschuwingen.
Naast voor het algemene publiek zijn er vanuit het EWC vernieuwingen ontwikkeld voor professionele afnemers, zoals bijvoorbeeld veiligheidsregio’s en waterschappen.
Na extreem weer krijgt het KNMI vaak direct de vraag: komt dit door klimaatverandering? Binnen het EWC doet het KNMI hier onderzoek naar. Na extreem weer kan snel worden onderzocht of dit inderdaad door klimaatverandering komt. En of dit in de toekomst vaker, en misschien zelfs nog heftiger, zal plaatsvinden. Deze klimaatattributie studies moeten helpen beter te handelen als het nog een keer gebeurt.
Het klimaatdashboard toont in één overzicht de gemiddelde temperatuur met daarin de trend, de verwachting en de verschillende klimaatscenario's voor de toekomst. Dit doet het dashboard niet alleen voor temperatuur, maar ook voor de hoeveelheid neerslag, tekort aan neerslag nat/droog (SPEI), zeespiegel, windsnelheid, zonnestraling en mist. Dit klimaatdashboard is in december 2020 gelanceerd als eerste monitoring-product van het EWC en sinds die tijd verder uitgebouwd. Er is bij professionals zoals stedenbouwkundigen veel belangstelling voor deze informatie.
In de laatste jaren waren er veel droge zomers. Het KNMI kreeg hier veel vragen over. Vooral hoe dit zich verder zou ontwikkelen. Zo plaatselijk en ver mogelijk vooruit. Vanaf 2021 gebruikt het KNMI - naast het neerslagtekort – twee nieuwe neerslagindexen om droogte te monitoren: de SPI en de SPEI. Deze werden ontwikkeld vanuit het programma EWC. De SPI vergelijkt de hoeveelheid regen die is gevallen met wat er normaal aan regen volgens de klimatologie mag worden verwacht. De SPEI vergelijkt op dezelfde manier de klimatologie van het verschil tussen regen en mogelijke verdamping.
Soms kunnen er meer gevaarlijke situaties tegelijk gebeuren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Hier zijn vulkanen actief en kunnen aardbevingen voorkomen. De kans op een vulkaanuitbarsting of aardbeving tegelijk met een (naderende) orkaan is klein. Maar het kan wel. Daarom ontwikkelt het KNMI vanuit het EWC een multi-hazard monitoring dashboard voor deze eilanden.
Een belangrijk doel van het Early Warning Centre is snel te kunnen reageren op vragen uit de samenleving. En nieuwe informatie snel te verwerken. Hiervoor moeten onderzoekers, ict-ontwikkelaars, meteorologen en anderen binnen het KNMI goed met elkaar kunnen samenwerken. Door een andere manier van werken, die onder meer vanuit het EWC is opgezet, gaat het proces van onderzoek naar ontwikkeling en operationele inzet al veel sneller. We verbeteren ook de samenwerking met externe partijen door eerder in gesprek te gaan om te kijken wat zij precies nodig hebben. Op deze manier maken we ict-producten die direct resultaat opleveren.