Alles lag in maart 1987 onder een dikke laag ijs (Bron: Jannes Wiersema)
Uitleg over

IJzel door de jaren heen

In het vroege voorjaar van 1987 werd het noorden van ons land getroffen door een ijzelramp zoals ons land in eeuwen niet had meegemaakt.

Met name het zuidwesten van Groningen, Oost-Friesland en Drenthe kregen op 2 maart 1987 in 18 uur zo'n 25 tot 35 millimeter regen bij temperaturen aanhoudend onder nul en veel wind.

Gevolgen ijzelramp 1987

Wegen waren onbegaanbaar en de ravage onder het bomenbestand was enorm. Verschillende hoogspanningskabels begaven het waardoor veel stroomstoringen optraden. Ook in de dierenwereld speelden zich dramatische taferelen af. Dieren werden in hun slaap overvallen door de ijzel en veranderden in ijsklompen. Veel dieren vonden de dood, ook omdat het voedsel lange tijd onbereikbaar voor ze was. 

De ijzel richtte enorme schade aan in de natuur
De ijzel richtte enorme schade aan in de natuur (Bron: Jacob Kuiper, maart 1987)
De ijzel zorgde voor een centimeters dikke ijslaag
De ijzel zorgde voor een centimeters dikke ijslaag (Bron: Jannes Wiersema, maart 1987)
De ijzelramp van 2 maart 1987: alles verdween onder een dikke laag ijs
De ijzelramp van 2 maart 1987: alles verdween onder een dikke laag ijs (Bron: Jacob Kuiper)

Langdurige ijzel 

Na de ijzelramp in 1987 bleef het tot halverwege de maand 5 tot 10 graden vriezen, heel uitzonderlijk voor maart. IJzel treedt op als zachte lucht de vorst verdringt. Meestal gaat dat snel en duurt de overlast maar kort. Soms stagneert de scheidingslijn en blijven we last houden van de ijzel. Zo bleef het begin 1996 in een deel van het land meer dan een week lang glad met herhaaldelijk ijzel.

IJzelramp 1966

Eén van de ergste ijzelsituaties in de geschiedenis kreeg Nederland in 1966. Vooral delen van Friesland en Groningen hadden vanaf 7 februari dat jaar een week te kampen met ijzel en sneeuw. Daarna stak er een storm uit noordoost op. Langs de stationaire scheidingslijn tussen vrieslucht en zacht weer passeerde de ene storing na de andere met steeds wind en neerslag.

Een strook van 30 kilometer breedte over het midden van Friesland kreeg circa 25 millimeter regen bij temperaturen onder nul. Door diverse draadbreuken viel de stroom uit, waardoor veel woningen in het donker en in de kou zaten. De sneeuwstorm isoleerde veel dorpen in Friesland en Groningen van de buitenwereld. Vervolgens kreeg ook de rest van het land te maken met sneeuw en ijzel. Na enkele koude nachten tot 22 graden vorst in Groningen, viel uiteindelijk op 19 februari 1966 de dooi in. 

Zware ijzel in 1664

Een historische ijzelsituatie deed zich voor in de week voor Kerst in december 1664. Zeker 5 dagen achtereen lag ons land onder een dikke laag ijs die vooral in de natuur enorme schade aanrichtte. Straten waren niet te gebruiken en lagen vol met afgescheurde takken en zelfs met ontwortelde bomen. Het gebied met ijzel was zeer omvangrijk en strekte zich uit tot het vasteland van Denemarken.

Meer uitleg over

  • Een koudegolf is een aaneengesloten periode in De Bilt van minstens vijf ijsdagen (maximum onder 0,0 graden), waarvan drie dagen met strenge vorst onder -10,0 graden (foto: Jannes Wiersema)

    Koudegolf winter 2012

    Nadat op 30 januari de vorst was ingevallen, groeide de eerste vorstperiode van deze winter binnen vijf dagen uit tot een koudegolf.
  • Blokkade op de weerkaart op 500 hPa vlak en afwijking van de temperatuur tijdens de winter van 2009/2010 die leek op de winter van 1963 maar toch minder koud was. ©KNMI

    Barre winter van 1963

    De winter van 1963 was de koudste van de twintigste eeuw. Op veel plaatsen vroor het bijna drie maanden achtereen elke dag.
Niet gevonden wat u zocht? Zoek in alle uitleg over