Uitleg over

Zomerstorm Utrechtse Dom in 1674

Een hevig onweer trok over Utrecht op 1 augustus 1674 en de Domkerk werd getroffen door een valwind. Het middenschip van de kerk veranderde in puin.

De toren van de Utrechtse Dom bleef overeind staan. De klinkers op het plein voor de kerk verraden de plek waar ooit de pilaren van het middenschip stonden. Meteorologen en geschiedkundigen hebben uitgebreid historisch onderzoek gedaan naar de weersomstandigheden die deze ramp, het Schrickelijk Tempeest genoemd, hebben veroorzaakt.

Het noodweer maakte zoveel indruk dat menig dagboekschrijver er uitgebreid aandacht aan heeft besteed. Uit reconstructies blijkt dat met het hevige onweer zware valwinden gepaard gingen. Niet alleen het schip van de Domkerk werd vernield, maar ook talloze andere kerktorens in de stad, de molens op de stadswallen en bomen moesten het ontgelden. De schade in de stad was enorm.

Overtrekkend onweer

Op de bewuste dag was het een warme en benauwde zomerdag. Er trok een bijzonder actief en omvangrijk buiengebied van zuidwest naar noordoost over ons land. Dat ging met een snelheid van zo'n tachtig kilometer per uur. Dit wijst op een sterke wind op grote hoogte. Onder zulke omstandigheden bij zeer warm en vochtig weer en grote temperatuurverschillen kunnen zich de zwaarste buien ontwikkelen.

Schade door de valwinden

Op verschillende plaatsen in het land werd schade aangericht door hagel en windstoten, maar de stad Utrecht werd het zwaarst getroffen. De observaties maken het aannemelijk dat op 1 augustus 1674 een aantal uitzonderlijk zware onweersbuien over ons land trokken, waarbij deze buien gepaard gingen met een z.g. gustnado. Bij een valwind kan de sterke wind wel leiden tot wervelingen. De weerkundigen noemen wervelingen aan de zijkant van het gebied met valwinden gustnado’s. In tegenstelling tot een windhoos heeft een gustnado geen contact met de wolk, maar er treden wel lokale versnellingen van de wind op. Zulke wervelingen duren hooguit enkele minuten en vaak veel korter. Ze bereiken een hoogte van één tot enkele meters. In de storm van 1674, die uitzonderlijk sterk was, moeten de gustnado’s ook sterker zijn geweest dan die bij recente valwinden. De argumenten hiervoor worden hier op een rijtje gezet.

Het zomerseizoen is het seizoen bij uitstek waarbij grote onweerscomplexen tot ontwikkeling komen. Valwinden kunnen optreden bij de passage van deze fronten en worden vaak verward met windhozen, die ook veel schade kunnen aanrichten. Bij een valwind treedt geen slurf op. Voor zover bekend is er geen bron die melding maakt van de karakteristieke slurf van een tornado wat het ultieme argument zou zijn dat het hier om zo'n fenomeen zou gaan.

Van vier andere kerken in de stad waaiden de torens om. Andere kerktorens raakten zwaar beschadigd. Ook torens in de naaste omgeving in plaatsen als Vleuten, IJsselstein, Bunnik en Houten overleefden de windstoten niet.

Zeldzaam

Ieder jaar doen zich ergens in ons land valwinden voor. Maar de sterke valwind die de Utrechtse Dom verwoestte was uiterst zeldzaam. Op basis van de grootte van de hagelstenen die gevallen zijn in die storm lijkt de storm uit 1674 eentje die eens in de 1000 tot 10.000 jaar voor komt. 

Recente voorbeelden van valwind en de schade die optreden bij deze fenomenen, zijn de valwinden bij het Utrechtse Leersum op 18 juni 2021 en 14 juli 2010 waarbij een camping bij Vethuizen zeer waarschijnlijk getroffen werd door een valwind.

Meer uitleg over

  • Elfstedentocht 1997 in Sloten (Bron: Weather Pictures International/Jacob Kuiper)

    Elfstedentochten en het weer

    De eerste officieel georganiseerde Elfstedentocht werd 2 januari 1909 gereden. In de twintigste eeuw vond de tocht 15 keer plaats.
  • Francis Beaufort (Bron: Wikipedia)

    Windschaal van Beaufort

    De schaal van Beaufort wordt gebruikt om de snelheid van de wind aan te duiden. De schaal werd in 1805 opgesteld door de Ier Francis Beaufort.
Niet gevonden wat u zocht? Zoek in alle uitleg over