'Wereldwijd zijn er ongeveer 1500 actieve vulkanen. Althans, boven de grond. De Zeeuw-Van Dalfsen: 'Veel mensen denken bij een vulkaan aan een driehoek die uit de grond steekt, maar dat is de minderheid. Wat wij op het land zien is maar 20-25 procent van het aantal vulkanen. De rest ligt onder de zee. Daar weten we nog minder vanaf.'
In het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zijn vulkanen, namelijk de Mount Scenery op Saba en the Quill op Sint Eustatius. Deze vulkanen zijn actief, maar de kans dat ze uitbarsten is klein. Maar als het gebeurt, kunnen de gevolgen rampzalig zijn. Daarom heeft het KNMI op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba meetapparatuur. Die wordt ook gebruikt om aardbevingen te registreren, en tsunami-waarschuwingen uit te geven.
Een vulkaanuitbarsting zie je niet snel over het hoofd, dus dat is makkelijk tellen. Maar sommige vulkanen zijn langer actief en andere weer korter. Wanneer telt een uitbarsting als nieuw? De Zeeuw-van Dalfsen: 'Als er drie maanden lang niets gebeurt, en een vulkaan barst opnieuw uit, telt het als een nieuwe uitbarsting. Er zijn ook vulkanen die continu actief zijn, die dus nooit langer dan drie maanden inactief zijn.'
Een seismometer (waarmee je trillingen in de aarde kunt meten) is zeker niet het enige instrument waar vulkanologen naar kijken. De Zeeuw-van Dalfsen: 'We meten ook hoe de oppervlakte rond een vulkaan vervormt, welke gassen opstijgen uit de vulkaan, en we kijken naar satellietbeelden. Met al die data vormen we een beeld van wat een vulkaan doet. Op basis van onze verwachting kunnen beleidsmakers dan maatregelen treffen om de bevolking te beschermen.’
Het korte antwoord: ja, dat kunnen ze. De Zeeuw-van Dalfsen: 'Vulkanische gassen en as kunnen zonlicht tegenhouden, waardoor de temperatuur wereldwijd kan dalen. Het ligt er natuurlijk wel aan hoe krachtig een uitbarsting is, want hoe hoger de uitstoot in de atmosfeer terecht komt, hoe groter het te verwachten effect is. Ook van belang is waar die plaatsvindt: In de tropen verspreidt vulkaanas door windstromingen zich makkelijker over de wereld waardoor het effect breder is. Na de uitbarsting van de Pinatubo op de Filipijnen in 1991, was de aarde een paar maanden lang een halve graad kouder, en pas drie jaar later was alles weer als voorheen.'