Uitleg over

Watertemperatuur

De temperatuur van het water in de zee, rivieren en meren varieert met de seizoenen. Watertemperaturen zijn van groot belang voor energiecentrales en het milieu.

Water verandert langzamer van temperatuur dan land. De zee warmt in het voorjaar geleidelijk op, maar blijft na de zomer nog lange tijd warm. De relatief hoge temperatuur van het zeewater is in koude vochtige lucht een belangrijke voedingsbron voor buien. In het najaar regent het daardoor langs de kust meer dan landinwaarts. 

Het KNMI produceert zeewatemperatuurkaarten op basis van beelden van de Amerikaanse NOAA weersatellieten. Wekelijks maken zij compositietbeelden van de zeeën in Europa en een deel van de Noord-Atlantische Oceaan. Deze beelden geven een goed beeld van de temperatuurverdeling van het water aan de oppervlakte.

IJsgroeimodel

Het KNMI maakt ook temperatuurverwachtingen voor de rivieren met behulp van het ijsgroeimodel. Dit model berekent de temperatuur van een 'kolom' water van 2 meter diepte, voor tien dagen vooruit. Bij vorst in de winter berekent het model de verwachte dikte van het ijs. Door zijn populariteit in de winter en het gebruik voor de Elfstedentocht heeft dit model bekendheid gekregen als het 'KNMI-ijsgroeimodel'. Maar als watertemperatuurmodel bewijst het ook in de zomer zijn dienst.

Belang watertemperaturen

Watertemperaturen zijn van groot belang voor energiecentrales en milieu in verband met de vorming van algen, bacteriën, botulisme, de toestand van ons zwemwater en koeling van oppervlaktewater voor energiecentrales. 

Meer uitleg over

  • Kaart met de verwachte verandering van het lokale zeeniveau in het jaar 2100 ten opzichte van het niveau van 1990 (Bron: Slangen et al. 2011)

    Zeespiegelstijging

    In de twintigste eeuw is de zeespiegel ongeveer 20 centimeter gestegen. Voor Nederland is dit een van de belangrijkste gevolgen van de opwarming van het klimaat.
  • Golven op zee, Ameland (Bron: Martha Appelman, Ameland)

    Golven

    Golven vormen zich door de som van de zeegang (de ter plaatse waaiende wind) en de deining (golven die elders zijn opgewekt en daar zijn weggelopen).
Niet gevonden wat u zocht? Zoek in alle uitleg over