De gemiddelde maandtemperatuur was in De Bilt met 5,9 °C vrijwel gelijk aan het langjarig gemiddelde van 5,8 °C. Echter, de gemiddelde maximumtemperatuur lag in De Bilt met 10,3 °C boven het langjarige gemiddelde van 9,6 °C terwijl de gemiddelde minimumtemperatuur met 1,2 °C juist onder het langjarig gemiddelde van 2,0 °C lag.
De eerste 12 dagen van de maand verliepen vrij koud. Daarna volgde tot en met de 21e een tijdvak met zacht weer. Met name 17 maart was een zeer zachte, fraaie lentedag. De landelijk hoogste temperatuur van deze maand werd op die dag gemeten in Arcen; 22,2 °C.
Na de 21e volgde een vrij koude periode. Aan het einde van de maand werd het opnieuw zacht en zonnig lenteweer. Er werden in De Bilt 15 vorstdagen genoteerd (dagen met een minimumtemperatuur kleiner dan 0,0 °C) tegen negen normaal. De landelijk laagste temperatuur, -8,9 °C, werd op 1 maart gemeten in het Zeeuwse Westdorpe.
Eind maart wordt voor De Bilt het Hellmanngetal bepaald. Dit getal, genoemd naar de Duitse meteoroloog Gustav Hellmann, is een maat voor de koude in het tijdvak november tot en met maart. Het Hellmanngetal wordt verkregen door over dit tijdvak alle etmaalgemiddelde temperaturen beneden het vriespunt te sommeren met weglating van het minteken. Over het tijdvak november 2003 tot en maart 2004 bedroeg het Hellmanngetal 16,3. Hiermee komt deze periode bij de categorie van zeer zachte winters.
Met gemiddeld over het land 35 mm neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 65 mm was maart droog. De minste neerslag viel in het noordwestelijk kustgebied met op het KNMI-station De Kooy slechts 18 mm. Van de KNMI-stations was Deelen het natst met 52 mm neerslag. In De Bilt viel 42 mm tegen 65 mm normaal.
De meeste neerslag, landelijk gemiddeld 24 mm, viel tijdens een wisselvallig tijdvak van 18 tot en met 22 maart. Vooral 19 maart was een natte, winderige dag met landelijk bezien 10 mm neerslag. Op 20 maart veroorzaakte een depressie aan de kust enige tijd zuidwesterstorm, kracht negen. In het hele land kwamen zware tot zeer zware windstoten voor die plaatselijk schade veroorzaakten.
Gemiddeld over het land scheen de zon 151 uren tegen 115 normaal. Het meest was de zon te zien in het zuidwestelijk kustgebied en het zuiden van Limburg met plaatselijk meer dan 165 uren zonneschijn. Van de KNMI-stations was Maastricht het zonnigst met 171 zonuren. Het somberst was maart in het midden van het land. Op het KNMI-station Soesterberg scheen de zon het minst: 121 uren. In De Bilt werden 125 zonuren genoteerd tegen 114 normaal. Op slechts één dag scheen de zon er helemaal niet; normaal is dat op 7 dagen het geval.
Maart 2003 was in De Bilt met een gemiddelde temperatuur van 7,3 °C zeer zacht. De hoeveelheid neerslag bedroeg toen 24 mm en het aantal uren zon was met 199 uitzonderlijk hoog.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1971 - 2001
De Bilt, 1 april 2004 /sluijter