Sneeuwrijke winter was koudste in veertien jaar
De winter van 2010 was in De Bilt met een gemiddelde temperatuur van 1,1 °C, tegen een langjarig gemiddelde van 3,3 °C de koudste sinds 1996.
In de vorige eeuw kwam een winter met zo'n temperatuur ongeveer eens per zes jaar voor. Door de opwarming van Nederland is de kans op een dergelijke winter de laatste decennia afgenomen naar ongeveer eens per vijftien jaar. Ook in de toekomst blijft een koude winter mogelijk, alleen de kans daarop wordt geleidelijk kleiner.
Zeldzamer waren de hoeveelheden sneeuw: de winter van 2010 telde het grootste aantal dagen met sneeuwbedekking sinds 1979.
In het noordoosten van het land was de negatieve afwijking ten opzichte van normaal duidelijk groter dan in het zuidwesten. Zo was de gemiddelde temperatuur in Eelde -0,2 °C tegen 2,4 °C normaal en in Vlissingen 2,4 °C tegen normaal 4,2 °C.
Een groot deel van de winter lag de temperatuur ruim beneden het langjarig gemiddelde. Alleen de eerste dagen van december en de laatste week van februari verliepen vrij zacht. Echter, een stevige koudegolf ontbrak. Vaak bleef de vorst beperkt tot enkele graden of kwam de temperatuur in ieder geval overdag tijdelijk boven het vriespunt.
In totaal werden in De Bilt 55 vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C) genoteerd tegen 38 normaal en 20 ijsdagen (maximumtemperatuur lager dan 0,0 °C) tegen normaal acht. Op vier dagen kwam het tot strenge vorst (minimumtemperatuur lager dan -10,0 °C); het langjarige gemiddelde bedraagt drie dagen met strenge vorst. De landelijk laagste temperatuur, -18,4 °C, werd gemeten op 19 december in Deelen op de Veluwe.[Grafiek temperatuurverloop De Bilt]
De winter had de normale hoeveelheid neerslag met gemiddeld over het land 201 mm neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 194 mm.
Als er neerslag viel, was het bijzonder vaak in de vorm van sneeuw. Gemiddeld over het land werden 42 dagen met een sneeuwdek geteld. Het langjarig gemiddelde bedraagt 13 sneeuwdekdagen. In het noordoosten van het land lag er plaatselijk zelfs op 55 dagen sneeuw. Een dergelijk groot aantal sneeuwdekdagen was in meer dan 30 jaar, sinds de winter van 1979, niet meer voorgekomen.
Een aantal sneeuwsituaties sprong eruit. Op 17 en 18 december viel vooral in een strook van de kop van Noord-Holland naar Groningen in totaal 10 tot ruim 30 cm sneeuw. Op 20 december viel er 10 tot 20 cm in grote delen van het midden en zuiden van het land. In het noorden liep de dikte van het sneeuwdek op de 20e verder op naar lokaal ruim 40 cm.
Juist voor en tijdens de kerstdagen begon het te regenen en smolt de sneeuw op veel plaatsen snel weg. Toch lag er op beide kerstdagen in De Bilt nog een gesloten sneeuwdek en was er dus sprake van een Witte Kerst, voor het eerst sinds 1981.
Op 6 januari viel er een zware sneeuwbui tijdens de avondspits in de regio Haarlem-Amsterdam. Het gevolg was een urenlang aanhoudend verkeersinfarct. Op 9 en 10 januari was er in een deel van het land sprake van een sneeuwjacht. De talrijke sneeuwsituaties leverden grote overlast op voor het verkeer en openbaar vervoer.
Op 28 februari veroorzaakte een depressie die over ons land naar het noordoosten trok in het zuidoosten veel wind. Maastricht registreerde een maximale uurgemiddelde windsnelheid van 21 m/s (9 Beaufort) en een maximale windstoot van 31 m/s (ca. 112 km/uur).
Het natst was de winter in het zuidwesten met in Rotterdam 270 mm neerslag. De minste neerslag viel in het noordoosten, in Nieuw Beerta slechts 141 mm. In De Bilt werd 203 mm afgetapt, tegen 191 mm normaal.
Gemiddeld over het land scheen de zon 179 uren tegen een langjarig gemiddelde van 172 uren. December en januari waren zonniger dan normaal, februari juist somberder. Het meest was de zon te zien op het KNMI-station Berkhout met 213 uren, het minst in Arcen met slechts 115 uren. In De Bilt werden 185 uren zonneschijn geregistreerd tegen 175 normaal.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1971-2000 / De Bilt, 1 maart 2010/Rob Sluijter