Droogste en zonnigste voorjaar in tenminste 100 jaar
Met gemiddeld over het land 49 mm neerslag, tegen normaal 172 mm was de lente van 2011 de droogste in minstens een eeuw. De droogste lente tot nu toe was die van 1976 met 69 mm, daarna volgt 1929 met landelijk gemiddeld 76 mm.
Vrijwel de gehele lente bepaalden standvastige hogedrukgebieden het weer. Regengebieden en buien, die in de lente met een westelijke stroming regelmatig over het land trekken, konden ons land hierdoor nu niet bereiken.
Alle drie de afzonderlijke maanden waren zeer droog. In maart viel landelijk gemiddeld 13 mm tegen 68 mm normaal, in april 11 mm tegen 44 mm en in mei liep de neerslagsom niet verder op dan 25 mm tegen een langjarig gemiddelde van 61 mm.
De regionale verschillen over het land waren klein. De droogste plaatsen lagen voornamelijk in de kustgebieden. Lokaal viel daar niet meer dan ca. 35 mm. Op het KNMI-station De Kooy werd het minst afgetapt: 29 mm. De meeste neerslag viel op de Veluwe en in het oosten van het land, plaatselijk ruim. 65 mm. Van de KNMI-stations was Heino het natst met 74 mm regen. In De Bilt werd 63 mm geregistreerd tegen een langjarig gemiddelde van 171 mm.
De geringe hoeveelheid neerslag in combinatie met de grote verdamping, veroorzaakt door het veelal zonnige weer, heeft geleid tot een voor de tijd van het jaar record hoog potentieel neerslagtekort (neerslag minus verdamping). Aan het einde van de lente bedroeg het landelijk gemiddelde neerslagtekort reeds 135 mm, een stuk hoger dan de 110 mm in 1976, het jaar met de hoogte tekort tot nu toe.
Landelijk gemiddeld scheen de zon 713 uren tegen 517 normaal. Daarmee was de lente van 2011 de zonnigste lente in minstens honderd jaar.
Het oude record was 662 uren, in 2007. Alle drie de afzonderlijke maanden waren zeer zonnig. In maart scheen de zon landelijk gemiddeld 185 uren tegen normaal 125, in april 262 tegen 178 normaal en in mei werden 266 zonuren geregistreerd tegen een langjarig gemiddelde van 213 uren.
Zoals gebruikelijk in de lente, was de kuststrook het zonnigst de afgelopen lente. Valkenburg (ZH) was het zonnigste KNMI-station met 763 zonuren. De zon was wat minder te zien in het midden en oosten van het land. Het station Deelen registreerde het minste aantal zonuren: 677.
In De Bilt kwamt het aantal uren zonneschijn uit op 686. Daarmee is ook in De Bilt deze lente de zonnigste in de meetreeks die in 1901 aanving.
Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 11,0 °C tegen een langjarig gemiddelde van 9,5 °C was de lente de op één na zachtste sinds het begin van de regelmatige waarnemingen in 1706. Op de eerste plaats in deze ranglijst staat de lente van 2007 met een gemiddelde temperatuur van 11,7 °C.
Van de afzonderlijke maanden deze lente, was de gemiddelde temperatuur in april opvallend hoog. April eindigde met 13,1 °C tegen 9,2 °C. Het is de hoogste waarde sinds 1706 en een evenaring van het record in april 2007. In maart week de temperatuur met 6,0 °C maar weinig af van het langjarig gemiddelde van 6,2 °C. Mei was warm met een gemiddelde van 14,0 °C tegen 13,0 °C normaal.
In totaal werden in De Bilt 25 warme dagen (maximumtemperatuur 20,0 °C of hoger) gemeten tegen 14 normaal. Sinds 1901 was dit aantal niet eerder zo hoog. Het record stond op 24 dagen, gemeten tijdens de lente van 2007. Op zeven dagen werd het er zomers warm (maximumtemperatuur 25,0 ° of hoger), het normale aantal bedraagt vier. Tropische dagen (maximumtemperatuur 30,0 °C of hoger) kwamen in De Bilt niet voor. Op 30 mei werd het in het zuidoosten van het land wel tropisch warm.
Vorig jaar lente bedroeg in De Bilt de gemiddelde temperatuur 8,9 °C, de hoeveelheid neerslag 151 mm en het aantal zonuren 581.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010
De Bilt, 1 juni 2011/Rob Sluijter