Koudste april in 16 jaar
April 2013 was net als de drie voorafgaande maanden een koude maand. In De Bilt werd het gemiddeld 8,1 °C tegen 9,2 °C normaal. Daarmee was het de koudste april sinds 1997 (7,8 °C).
De maand begon en eindigde koud. In de eerste decade (dag 1 tot en met 10) kwam de gemiddelde temperatuur met een oostelijke stroming op 4,2 °C uit, terwijl het normaal in die periode 7,9 °C is. De lente diende zich eindelijk aan in de tweede decade van april. De stroming draaide naar west en de gemiddelde temperatuur bedroeg 10,8 °C, tegen 8,6 °C normaal. Op de 14e en 17e werd het in het midden en zuiden van het land op veel plaatsen warmer dan 20 graden, ook in De Bilt. Daarmee was de 14e de eerste warme dag (maximumtemperatuur 20,0 °C of hoger) van deze maand. De derde decade liet grote verschillen in de temperatuur zien. Op de 20e en 21e vroor het op veel plaatsen licht. Het koudst werd het op 20 april in Twenthe met -3,5 °C. Tot en met de 25e zat er vervolgens een stijgende lijn in de temperatuur met op de 24e en 25e op veel plaatsen temperaturen boven de 20 graden. Op de 25e werd het zelfs in het zuidoosten van het land lokaal een zomerse dag (maximumtemperatuur 25,0 °C of hoger). De landelijk hoogste temperatuur werd die dag gemeten in Ell: 25,7 °C. Het aantal warme dagen voor deze maand kwam op vier tegen drie normaal. Vanaf de 26e zorgde een noordelijke stroming ervoor dat de maand koud eindigde met regelmatig vorst tijdens de nachten. Er werden in de maand in De Bilt in totaal negen vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C) geregistreerd, tegen vier normaal. In het noordoosten van het land vroor het lokaal zelfs op 14 dagen.
Gemiddeld over het land was april droog met 24 mm neerslag, tegen een langjarig gemiddelde van 44 mm.
Vooral aan het begin van de maand was het droog. De eerste decade leverde niet meer dan 3 mm regen op. Op 12 april viel er lokaal in het noorden en midden van het land meer dan 10 mm. Op KNMI-station Lelystad werd die dag 16 mm neerslag afgetapt. Deze neerslag bracht haalde de natuur uit haar winterslaap. 18 april 2013 gaat de boeken in als een onstuimige dag. In een brede kuststrook en rond het IJsselmeer waaide het lange tijd windkracht 7 tot 8. Zware windstoten veroorzaakten vooral schade in de regio rond Rotterdam en Den Haag, maar ook in andere delen van het land was er overlast. In combinatie met de droge grond veroorzaakte de harde wind lokaal stuivend zand. Op KNMI-station Rotterdam werd de hoogste windstoot gemeten, 26 m/s.
Vooral op de Waddeneilanden viel deze maand weinig neerslag, op veel plaatsen minder dan 20 mm. Het droogst waren de KNMI-stations Terschelling en De Kooy met beide 10 mm. Het zuidoosten van het land was het natst met op het KNMI-station Volkel 38 mm. In De Bilt werd 23 mm afgetapt tegen 42 mm normaal.
Het aantal uren zonneschijn gemiddeld over het land bedroeg 194, tegen een langjarig gemiddelde van 178 uur. Er was deze maand een zeer groot verschil in het aantal zonuren tussen het noordwesten en zuidoosten van het land. In het noordwestelijk kustgebied was april zeer zonnig met op Terschelling 236 zonuren. In het zuidoosten was de maand juist aan de sombere kant. Maastricht noteerde slechts 167 uren zonneschijn.
De Bilt registeerde 182 uur tegen 174 uur normaal.
Vorig jaar april bedroeg de gemiddelde temperatuur in De Bilt 8,4 °C, het aantal uren zonneschijn 146 en de neerslagsom 58 mm.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010
De Bilt, 1 mei 2013/KS-KA, Ine Wijnant