Vorstperiode typeert louwmaand
Januari 2013 was een koude maand met in De Bilt een gemiddelde temperatuur die is uitgekomen op 2,0 °C. Normaal is het daar in januari gemiddeld 3,1 °C.
De kou werd vooral gekenmerkt door een lange vorstperiode die 10 januari begon. Vanaf die dag telde De Bilt zeventien opeenvolgende vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C), het langjarig gemiddelde bedraagt voor de gehele maand dertien.
Enkele dagen later kwam het kwik in De Bilt overdag niet meer boven nul. 14 januari was de eerste ijsdag (maximumtemperatuur lager dan 0,0 °C) in een opeenvolgende reeks van in totaal twaalf ijsdagen. Normaal komen er in januari in De Bilt drie ijsdagen voor. De laagste temperatuur werd gemeten op KNMI station Herwijnen op 16 januari. Na een heldere nacht werd boven een vers sneeuwdek een temperatuur van -18,0 °C gemeten. Op 27 januari viel de dooi in. De laatste dagen van de maand verliepen ronduit zacht. De hoogste temperatuur werd 30 januari gemeten in Eindhoven: 13,9 °C. Ook de eerste decade (tien dagen) van januari was het opvallend zacht. De gemiddelde temperatuur kwam toen overeen met waarden die goed passen bij begin april.
In januari viel gemiddeld over het land 53 mm neerslag. Daarmee is de maand vrij droog verlopen, want normaal valt er gemiddeld in januari 73 mm. De meeste neerslag viel in de vorm van regen tijdens het wisselvallige en zachte weer aan het begin en eind van de maand. In de eerste decade viel landelijk gemiddeld bijna 20 mm regen. De laatste vijf dagen van de maand viel ongeveer de halve maandsom. Op 29 en 30 januari viel in een strook van het zuidwesten naar het noordoosten 10 tot 20 mm, in het zuidwesten plaatselijk meer dan 25 mm. Van de KNMI stations was Rotterdam deze maand het natst met 70 mm. In Den Helder viel deze maand de minste neerslag, 37 mm. In De Bilt werd in januari 59 mm afgetapt, tegen 70 mm normaal.
Gedurende de koude periode in het midden van de maand viel de neerslag meestal in de vorm van sneeuw. Een klein lagedrukgebied veroorzaakte in de avond en nacht van 14 op 15 januari in de zuidwestelijke helft van het land een pak sneeuw. Op veel plaatsen lag daar ’s ochtends meer dan 10 cm, plaatselijk 15 cm. De sneeuwzone breidde zich uit en kwam uiteindelijk tot stilstand in een strook van Noord-Holland naar Drenthe. Op 20 en 21 januari trok vanuit Frankrijk een storing met zachtere lucht naar het noorden. Op de meeste plaatsen viel 1-5 cm sneeuw. In het noorden van het land viel de sneeuw bij een ijzige, krachtige oostenwind. De combinatie van sneeuw en wind, leidde daar tot stuifsneeuw, sneeuwduinen en veel overlast. In het zuiden en westen kwam ijzel, ijsregen voor en regen, die op een bevroren ondergrond aanleiding was tot gladheid.
De hoeveelheid zonneschijn was normaal en komt landelijk gemiddeld uit op 60 uur, het langjarig gemiddelde bedraagt 62. Met name de eerste decade was vrij somber en tijdens de koude tweede decade was het gemiddeld zonniger dan normaal. Opvallend was het grote verschil in het aantal zonuren tussen het oosten en westen van het land. Vooral in de oostelijke helft van het land liet de zon op meerdere dagen verstek gaan.
Het somberste station is Twenthe, met maar 28 uur zon. Het kwam niet vaak voor, dat het daar zo somber was. In het westen was het juist vrij zonnig. Het zonnigste KNMI station was Rotterdam met 93 uren zon. In De Bilt werden 67 zonuren geregistreerd tegen 62 uren normaal.
Vorig jaar januari bedroeg de gemiddelde temperatuur in De Bilt 4,9 °C, het aantal uren zonneschijn 67 en de neerslagsom 85 mm.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010
De Bilt, 1 februari 2013/KS-KA, Mieke Reijmerink