Koudste lente in ruim 40 jaar
Met een gemiddelde temperatuur in De Bilt van 7,4°C tegen 9,5 °C normaal, is de zeer koude lente van 2013 te vergelijken met die van 1970.
Alle drie de afzonderlijke maanden verliepen koud. Maart eindigde met een gemiddelde temperatuur van 2,5 °C tegen normaal 6,2 °C op een gedeelde zevende plaats in de rij van koudste maartmaanden sinds 1901. Een groot deel van die maand werd met een ooststroming koude, droge lucht aangevoerd uit Rusland. Op sommige dagen was het extreem koud met temperaturen die vijf tot tien graden beneden het langjarige gemiddelde lagen. Op 13 maart kwam het op veel plaatsen in ons land nog tot strenge vorst (minimumtemperatuur tussen -10,0 en -15,0 °C). De landelijk laagste temperatuur van de lente werd die dag gemeten in Ell: -13,3 °C. De laatste decade van de maand (dag 21 tot en met 31) werd met een gemiddelde temperatuur van 0,3 °C zelfs de koudste sinds 1901. Het oude record dateerde van ruim 90 jaar geleden, in 1922 werd het gemiddeld 1,2 °C.
In De Bilt bedroeg de gemiddelde temperatuur in april 8,1 °C tegen 9,2 °C normaal. Daarmee was het de koudste april sinds 1997. Het koude weer dat zo kenmerkend was geweest voor maart zette zich in het eerste deel van april voort. De lente diende zich eindelijk pas aan rond het midden van de maand. Op de 14e werd in De Bilt voor het eerst na de winter de grens van 20,0 °C bereikt ('warme dag'). Op 25 april werd in het zuidoosten van het land lokaal de eerste zomerse dag (maximumtemperatuur 25,0 °C of hoger) van het seizoen geregistreerd.
Ook mei was een koele maand met een gemiddelde temperatuur van 11,5 °C tegen een langjarig gemiddelde van 13,1 °C. Alleen tijdens de meivakantie aan het begin van de maand was het volop lente met veel zon en hoge temperaturen. De rest van de maand was het op de meeste dagen opnieuw zeer koel voor de tijd van het jaar. Uiteindelijk liep het aantal warme dagen deze lente in De Bilt op naar negen tegen veertien normaal. Er werd in De Bilt geen enkele zomerse dag genoteerd. Het langjarig gemiddelde bedraagt vier zomerse dagen. Het totale aantal vorstdagen bedroeg er 28 tegen twaalf normaal. Op 11 maart vroor het in de De Bilt de hele dag, het was de enige ijsdag van deze lente.
Met gemiddeld over het land 129 mm neerslag tegen 172 mm normaal, was de lente droog. Maart en april waren droge maanden met landelijk gemiddeld 33 mm en 24 mm neerslag tegen respectievelijk 68 en 44 mm normaal. Mei was vrij nat met 72 mm tegen 61 mm normaal.
De regionale verschillen in hoeveelheid neerslag waren niet groot. De meeste neerslag viel in delen van Zuid- en Noord-Holland. Schiphol was het natste KNMI-station met 171 mm. Belangrijke oorzaak was een vrijwel stil hangend gebied met buien dat tijdens de Pinksterdagen in die omgeving 30 tot 52 mm regen bracht. Het noordwestelijk kustgebied was het droogst, met in De Kooy slechts 74 mm. Op 23 mei meldden de KNMI-weerstations Lelystad en Stavoren natte sneeuw. Dat is heel uitzonderlijk, zo laat in de lente. Voor De Bilt is 17 mei 1935 de laatste datum in het seizoen waarop nog sneeuw is waargenomen.
De lente was gemiddeld over het land aan de sombere kant met 498 zonuren tegen 517 uren normaal. Op de Veluwe werden het minste aantal uren zon geregistreerd. Deelen kwam niet verder dan 437 uren. In het Waddengebied was de zon het meest te zien, lokaal 610 uren. Maart kende een normale hoeveelheid zon; 126 uren tegen 125 normaal. In april scheen de zon ca. 194 uren tegen een langjarig gemiddelde van 178 uren. Mei was een sombere maand met 178 zonuren tegen 213 normaal.
Vorig jaar lente bedroeg in De Bilt de gemiddelde temperatuur 10,4 °C, de hoeveelheid neerslag 152 mm en het aantal zonuren 497.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010/ De Bilt, 3 juni 2013/Rob Sluijter/