Laatste 10 dagen recordkoud
Maart 2013 was een zeer koude maand met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 2.5 °C tegen 6,2 °C normaal. Daarmee eindigde de maand op een gedeelde zevende plaats in de rij van koudste maartmaanden sinds 1901. Maart 1917 blijft met een gemiddelde temperatuur van 1,9 °C het koudst. We moeten ruim 25 jaar terug in de tijd, naar 1987, om een maartmaand te vinden die nog kouder was (toen 2,3 °C). Niet alleen in Nederland was het koud. In grote delen van Oost- en Noord-Europa was maart zelfs 5 tot 10 graden kouder dan normaal. Ondanks de lage gemiddelde maandtemperatuur, ging maart wel degelijk van start met zacht lenteweer. Op de 5e en 6e werd het in een groot deel van het land zelfs 15 tot 18 °C. De landelijk hoogste temperatuur werd op de 6e gemeten in Eindhoven: 18,8 °C.
Vanaf 9 maart was het koud. Op sommige dagen was het extreem koud met temperaturen die vijf tot tien graden beneden het langjarige gemiddelde lagen. De laatste decade van de maand (dag 21 tot en met 31) werd met een gemiddelde temperatuur van 0,3 °C zelfs de koudste sinds 1901. Het oude record was 1,2 °C, in 1922. Door een snijdende oostenwind lag de gevoelstemperatuur van 22 tot en met 26 maart regelmatig tussen de -10 en -15 °C.
De maand kende in De Bilt één ijsdag (maximumtemperatuur lager dan 0,0 °C). Op enkele plaatsen langs de oostgrens waren er van 10 tot en met 12 maart drie ijsdagen op rij. Er werden 19 vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C) geregistreerd, tegen acht normaal. Er zijn acht jaren in de periode sinds 1901 met een hoger aantal vorstdagen, maar dat zijn allemaal jaren meer dan 40 jaar geleden. De meeste vorstdagen had maart 1969, namelijk 25.
Op 13 maart kwam het op veel plaatsen tot strenge vorst (minimumtemperatuur tussen -10,0 en -15,0 °C). De landelijk laagste temperatuur werd die dag gemeten in Ell: -13,3 °C.
Eind maart wordt voor De Bilt het koudegetal bepaald. Dit getal, genoemd naar de Duitse meteoroloog Gustav Hellmann, is een maat voor de koude in het tijdvak november tot en met maart. Het Hellmanngetal wordt verkregen door over dit tijdvak alle etmaalgemiddelde temperaturen beneden het vriespunt te sommeren met weglating van het minteken. Over het tijdvak november 2012 tot en maart 2013 bedroeg het Hellmanngetal 73,2. Hiermee komt deze periode bij de categorie van ‘normale’ winters. Sinds 1901 waren er 43 winters met een hoger koudegetal.
In maart viel gemiddeld over het land 33 mm neerslag. Daarmee is de maand droog verlopen want normaal valt er 68 mm. De KNMI-stations Westdorpe en Terschelling waren het natst met 48 mm, Hoogeveen het droogst met 18 mm. In het noordoosten van het land en delen van Noord-Brabant viel op veel plaatsen minder dan 30 mm. In De Bilt werd in maart 37 mm neerslag gemeten ten opzichte van 67 mm normaal.
Vrijwel de helft van de gehele maandsom neerslag viel op 9 maart: gemiddeld over het land 14 mm. Op die dag regende het in De Bilt 24 uur onafgebroken, een nieuw duurrecord.
De neerslag viel deze maand vaak in de vorm van sneeuw. Op 11 en 12 maart sneeuwde het langdurig in grote delen van Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. Lokaal viel ca 15 cm sneeuw. Bovendien stoof de sneeuw door de sterke wind. De sneeuwval en sneeuwjacht veroorzaakten veel overlast. In de laatste decade viel er nauwelijks neerslag. In deze periode was de lucht ook erg droog: de relatieve vochtigheid lag herhaaldelijk onder de 20%.
De hoeveelheid zonneschijn kwam landelijk gemiddeld uit op 126 uur, vrijwel gelijk aan het langjarige gemiddelde van 125 uur. In het noorden van het land scheen de zon het meest, op het KNMI-station Den Helder 157 uur. Het somberste was Deelen met 106 uur zon. De Bilt telde in maart 123 zonuren tegen 122 uur normaal.
Vorig jaar maart bedroeg de gemiddelde temperatuur in De Bilt 8,3 °C, het aantal uren zonneschijn 166 en de neerslagsom 19 mm.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010
De Bilt, 2 april 2013/KS-KA, Ine Wijnant