De winter was vrij koud met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 2,9 °C tegen een langjarig gemiddelde van 3,4 °C.
De eerste helft van december lag de temperatuur meestal beneden het langjarig gemiddelde, de tweede helft van de maand verliep juist zeer zacht. De laatste decade (dag 21 tot en met 31) van december was samen met de laatste decade van 1988 zelfs de zachtste sinds het begin van de metingen in 1901. Uiteindelijk was december in haar geheel zacht met een gemiddelde maandtemperatuur van 5,0 °C tegen 3,7 °C normaal.
In januari hield het zachte weer aanvankelijk aan. Op 10 januari begon een lange vorstperiode. Vanaf die dag telde De Bilt zeventien opeenvolgende vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C). Enkele dagen later kwam het kwik in De Bilt overdag niet meer boven nul. 14 januari was de eerste ijsdag (maximumtemperatuur lager dan 0,0 °C) in een reeks van in totaal twaalf ijsdagen. Behalve deze twaalf, kamen er deze winter geen ijsdagen voor. Het normale aantal ijsdagen bedraagt in De Bilt zeven. De laagste temperatuur van de afgelopen winter werd gemeten op KNMI station Herwijnen op 16 januari. Na een heldere nacht werd boven een vers sneeuwdek een temperatuur van -18,0 °C gemeten. Op 27 januari viel de dooi in. De laatste dagen van de maand verliepen ronduit zacht. De hoogste temperatuur van de winter werd 30 januari geregistreerd in Eindhoven: 13,9 °C. Januari in haar geheel was een koude maand met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 2,0 °C tegen 3,1 °C normaal.
Ook februari was een koude maand met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 1,7 °C tegen 3,3 °C normaal. De maand begon echter waar januari was geëindigd: met zacht weer. Vanaf 6 februari lag de temperatuur op de meeste dagen beneden normaal. Omdat het 's nachts vaak licht vroor, liep het totale aantal vorstdagen deze winter op tot 44. Normaal telt een winter 38 vorstdagen.
Met gemiddeld over het land 221 mm neerslag had de winter vrijwel de normale hoeveelheid neerslag van 208 mm. December was een zeer natte maand met landelijk gemiddeld 130 mm, tegen een langjarig gemiddelde van 80 mm. In zowel januari als februari viel minder neerslag dan gebruikelijk. In januari werd 53 mm afgetapt tegen 73 mm normaal, in februari 39 mm tegen 95 normaal. Het zuidwesten van het land was het natst. In het Zeeuwse Westdorpe werd 271 mm afgetapt. Het droogste KNMI-station was De Kooy met 151 mm. In De Bilt werd 254 mm geregistreerd tegen 203 mm normaal.
Regelmatig viel de neerslag in de vorm van sneeuw die ook bleef liggen. Gemiddeld over het land lag er op achttien dagen sneeuw, het langjarig gemiddelde bedraagt 13 dagen. Van de afgelopen vier winters waren ook die van 2009-2010 en 2010-2011 sneeuwrijk.
Het aantal uren dat de zon scheen bedroeg gemiddeld over het land 187 uren tegen een langjarig gemiddelde van 196 zonuren. Ook in alle drie de afzonderlijke wintermaanden week het aantal zonuren gemiddeld over het land maar weinig af van de normale hoeveelheid. In december scheen de zon 45 uren tegen normaal 49, in januari en februari 60 en 82 uren tegen normaal respectievelijk 62 en 85 uren. De regionale verschillen in het aantal zonuren waren wel opvallend groot. Aan zee was de winter vrij zonnig. Het zonnigst was het KNMI-station De Kooy met 234 zonuren tegen 206 normaal. In het oosten van het land was de afgelopen winter juist somber. Twenthe kwam niet verder dan 135 zonuren tegen 180 uren normaal. In De Bilt scheen de zon ca. 175 uren tegen 198 uren normaal.
Vorig jaar winter bedroeg in De Bilt de gemiddelde temperatuur 4,1 °C, de hoeveelheid neerslag 244 mm en het aantal zonuren 224.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010/ De Bilt, 1 maart 2013/Rob Sluijter/