Hittegolf tijdens vakantieperiode in rustige zomer
De zomer was warm met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 17,5 °C, tegen een langjarig gemiddelde van 17,0 °C.
Het warme karakter kwam met name voor rekening van juli. Deze maand eindigde op de zevende plaats in de rij van warmste julimaanden in ruim een eeuw, met een gemiddelde temperatuur van 19,2 °C tegen normaal 17,9 °C. Midden in de vakantieperiode, van 21 tot en met 27 juli piekte het warme weer met een hittegolf. Er is sprake van een landelijke hittegolf als de maximumtemperatuur in De Bilt gedurende tenminste vijf dagen op rij elke dag 25 °C of hoger is ('zomerse dag') en daarvan op minstens drie dagen minimaal 30 °C wordt bereikt ('tropische dag').
Het zeer warme weer handhaafde zich begin augustus. Met name daardoor kon augustus uitgroeien tot een vrij warme maand met een gemiddelde van 18,1 °C tegen normaal 17,5 °C. Op 2 augustus werd met 36,9 °C in Arcen de landelijk hoogste temperatuur van deze zomer gemeten.
De start van de zomer was helemaal niet warm. Juni had een gemiddelde temperatuur van 15,3 °C tegen 15,6 °C normaal. Daarmee was juni tevens de zesde maand op rij met een gemiddelde temperatuur lager dan het langjarig gemiddelde en dat was sinds 1985 niet meer gebeurd.
In totaal telde de zomer in De Bilt zes tropische dagen tegen vier normaal. Op 24 dagen werd het zomers warm, het langjarig gemiddelde bedraagt 21 zomerse dagen. Het aantal warme dagen (maximumtemperatuur 20,0 °C of hoger) is uitgekomen op 65 tegen 60 normaal.
De zomer was droog met gemiddeld over het land viel 137 mm tegen 225 mm normaal. In alle drie de afzonderlijke zomermaanden was de neerslagsom kleiner dan het langjarige gemiddelde. In juni viel 58 (68) mm, in juli 44 (78) mm en in augustus 35 (78) mm. Tussen haakjes staat het langjarige gemiddelde vermeld. Van de KNMI-stations was Nieuw Beerta het natst met 244 mm neerslag. Schiphol kwam niet verder dan 102 mm.
In totaal werden vier dagen geteld met op tenminste één KNMI-neerslagstation 50 mm regen of meer. Het normale aantal bedraagt zes. Op dergelijke dagen ontstaat vaak lokaal wateroverlast. Op 20 juni vielen er met name in het noordoosten van het land zware buien. De meeste neerslag viel die dag in het Drentse Zweelo: 90 mm. In de daarop volgende nacht viel vooral in delen van Zeeland zware buiige regen met plaatselijk 60 mm of meer. In Brabant en Limburg viel op 23 juli zeer lokaal 40-50 mm. Op zaterdag 27 juli en in de daarop volgende nacht, trokken zware onweersbuien, met hagel en windstoten over het land. In het zuiden en midden van het land viel op meerdere plaatsen opnieuw meer dan 50 mm. Op 19 augustus werd het noordoosten opnieuw getrofffen door zware buien. Winschoten noteerde 75 mm.
De zomer kende ook een aantal langere tijdvakken zonder regen van betekenis. In combinatie met een forse verdamping door zon en warmte gaf, dit dan aanleiding tot een sterk oplopend neerslagtekort.
Door het rustige, vaak fraaie weer is het aantal ADS-dagen (mooi-weerdagen) deze zomer opgelopen tot 27. Het langjarig gemiddelde bedraagt 20. Het aantal mooi-weerdagen is sinds 2006 niet meer zo hoog geweest.
Gemiddeld over het land scheen de zon 673 uren tegen 608 uren normaal. In juni scheen de zon met 184 uren minder dan het langjarig gemiddelde van 201 uren. Juli en augustus verliepen zonniger dan normaal. In juli werden 255 zonuren geregistreerd tegen 212 normaal, in augustus 234 tegen 185 normaal. Het minst zonnige KNMI-station was Deelen op de Veluwe met 620 zonuren. Diverse stations aan zee noteerden ruim 700 uren, het zonnigst was Stavoren met 724 zonuren.
Vorig jaar zomer bedroeg in De Bilt de gemiddelde temperatuur 16,9 °C, de hoeveelheid neerslag 275 mm en het aantal zonuren 577.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010 De Bilt , 2 september 2013/Rob Sluijter.