Niet eerder zo vroeg in het jaar , zo zacht
Op een zonovergoten 9 maart werd het in De Bilt 19,5°C. Sinds het begin van de metingen in 1901, werd het daar niet eerder zo vroeg in het jaar, zo zacht. In het zuiden en oosten van het land liep het kwik al op tot boven de 20,0 °C. Op 20 maart noteerde De Bilt de eerste warme dag van het jaar (maximumtemperatuur van 20,0 °C of hoger), het werd 21,2 °C en die dag staat daarmee in de rij van de tien warmste dagen in maart ooit. De landelijke hoogste temperatuur van deze maand werd toen waargenomen in Eindhoven en Arcen; 23,1 °C. Gemiddeld was maart zeer zacht met 8,4 °C, normaal is 6,2°C. Alleen in 1991 en 1990 was het nog zachter. Gedurende de eerste decade was het ook vaak zonnig en helder. Overdag steeg het kwik tot recordwaarden en ’s nachts koelde het dikwijls af tot onder het vriespunt. De dagelijkse gang, het verschil tussen de minimumtemperatuur en maximumtemperatuur, bedroeg vooral landinwaarts vaak meer dan vijftien graden. In het voorjaar is een verschil van ongeveer zeven graden normaal. Totaal telde De Bilt acht vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C), precies gelijk aan het langjarig gemiddelde. De derde week werd tijdelijk koele lucht aangevoerd en lag het kwik gemiddeld rond of beneden normaal. Op 25 maart werd in Heino de landelijk laagste temperatuur gemeten; -3,6 °C. De laatste dagen van de maand was het opnieuw zonnig en zeer zacht. Op 30 en 31 maart noteerde De Bilt 20,2 en 20,4°C waarmee het totaal aantal warme dagen deze maand uitkomt op drie. Warme dagen komen in maart bijzonder weinig voor.
Aan het eind van de maand maart is het koudegetal, een maat voor de kou in de winterperiode, op 0,0 uitgekomen. Sinds het begin van de metingen in 1901, is dit nooit eerder voorgekomen. Het getal wordt verkregen door alle etmaalgemiddelde temperaturen beneden het vriespunt vanaf 1 november tot en met 31 maart op te tellen en het minteken weg te laten. In november lag het kwik rond gemiddeld, vanaf december waren alle maanden deze winterperiode zeer zacht. Iedere afzonderlijke maand stond in de top10-zachtste-maanden.
Maart was gemiddeld droog. Landelijk gemiddeld viel er 26 mm, normaal valt er in maart 68 mm. De eerste weken was het overwegend droog. Op 21 maart kwam er even een einde aan het stabiele en droge weer. Tijdens de passage van een frontale storing viel een groot deel van de totale maandsom. De derde week van maand werd gekenmerkt door een afwisseling van zon, wolken, opklaringen en de spreekwoordelijke maartse buien, soms met hagel en onweer. De laatste paar dagen verliepen weer zonnig en droog. In De Bilt viel deze maand 26 mm, minder dan de helft van wat er normaal in maart valt (67). In Hoogeveen viel deze maand de meeste neerslag; 46 mm. Vooral in het zuidoosten van het land was het zeer droog, op het weerstation Maastricht viel slechts 9 mm.
Gemiddeld was maart zeer zonnig, de zon scheen landelijk gemiddeld 208 uur. Het langjarige maartgemiddelde bedraagt 125 uur. De eerste decade scheen de zon bijna het dubbele aantal uren. Het zonnigst was het deze maand in de zuidelijke helft van het land met in het Zeeuwse Westdorpe 224 zonuren. Elders was het wat minder zonnig en het ‘minst’ zonnig werd het Rotterdam, daar scheen de zon 200 uur, nog altijd ruim meer dan het langjarig gemiddelde. In De Bilt scheen de zon 203 uur (122). Daarmee is maart 2014 daar de zonnigste maartmaand sinds het begin van de metingen in 1901.
Vorig jaar maart bedroeg de gemiddelde temperatuur in De Bilt 2,5 °C, het aantal uren zonneschijn 126 en de neerslagsom 33 mm.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010
De Bilt, 1 april 2014/ KS-KA, Mieke Reijmerink