De gemiddelde temperatuur over de drie lentemaanden lag in De Bilt met 10,7 °C ruim een graad boven het langjarige gemiddelde van 9,5 °C. Hiermee was de lente van 2017 de op 4 na zachtste sinds het begin van de waarnemingen in 1901. Maart was met 8,6 °C tegen 6,2 °C een van de zachtste maartmaanden sinds het begin van de regelmatige waarnemingen in 1706. Ook mei was zeer warm terwijl april juist vrij koud verliep met dezelfde gemiddelde temperatuur als in maart.
In maart was de stroming overwegend zuidwestelijk. Op 30 maart werd voor het eerst dit seizoen in De Bilt een warme dag genoteerd (maximumtemperatuur 20,0 °C of hoger). Ook 31 maart was daar en op veel andere plaatsen in het land een warme dag. Ondanks de warmte vroor het in maart nog op drie dagen, normaal is dat acht.
April begon zacht en droog onder invloed van hogedrukgebieden. De laatste twee was het veelal koel onder invloed van noordelijke stromingen. Het vervolg van de maand kwam de wind vaak uit noordelijke richtingen en was het vrij koud voor de tijd van het jaar.
Beide paasdagen verliepen koud, zelfs kouder dan de kerstdagen van afgelopen jaar. Ook Koningsdag was het fris met maximumtemperaturen van 10 °C tot 12 °C. De laagste temperatuur, -4,9 °C, werd geregistreerd in Deelen op 20 april. Aan de grond koelde het die nacht af tot -9,2 °C in Hupsel in de Achterhoek. De late vorst veroorzaakte de nodige schade in de fruitteelt. De maand mei begon vrij koel met rond de 9e plaatselijk nog vorst.
Mei als geheel was een extreem warme maand met een gemiddelde temperatuur van 15,0 °C tegen 13,1 °C normaal. In De Bilt werd de zomerse grens (maximumtemperatuur 25,0 °C of hoger) voor het eerst op 16 mei overschreden. De laatste tien dagen van mei verliepen zomers met op de 27e op veel plaatsen zelfs tropische temperaturen van 30°C of hoger. De landelijk hoogste temperatuur werd gemeten op 29 mei in Volkel met 33,5 °C. Deze temperatuur behoort bij de hoogste temperaturen ooit gemeten in de lente in Nederland
In totaal werden deze lente in De Bilt acht vorstdagen genoteerd (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C), tegen twaalf normaal. negentien dagen verliepen warm, zes dagen zomers en 1 tropisch tegen veertien, vier en nul normaal.
Met gemiddeld over het land 104 mm regen tegen normaal 172 mm was het een zeer droge lente. Alle afzonderlijke maanden waren te droog. Maart was het minst droog met 52 mm tegen 68 mm normaal. April was met landelijk gemiddeld 24 mm tegen een langjarig gemiddelde van 44 mm zeer droog. In mei viel er landelijk gemiddeld 28 mm tegen 61 mm normaal. Nieuw Beerta was het natste KNMI-station met 138 mm. Op Terschelling viel de minste regen: 69 mm.
Deze lente werden relatief kortdurende perioden met neerslag afgewisseld door langdurige droge perioden. De eerste 9 dagen van maart brachten ongeveer 30 mm, vervolgens viel van 17-20 maart regelmatig neerslag waarna het pas de eerste 5 dagen van april weer regende. Daarna bleef het droog tot medio april, rond de paasdagen brachten gure buien waarbij naast regen ook korrelhagel en sneeuw viel, landelijk gemiddeld ongeveer 13 mm neerslag. De laatste decade van april en de eerste vijf dagen van mei regende het vrij regelmatig, maar landelijk gemiddeld viel niet meer dan circa 32 mm. Vervolgens viel rond 12 mei circa 10 mm. Aan het einde van de maand brachten onweersbuien plaatselijk 10-20 mm neerslag.
De lente was zeer zonnig met gemiddelde over het land 610 zonuren tegen 517 uren normaal. In alle drie de afzonderlijke maanden scheen de zon vaker dan normaal. In maart werden 178 zonuren geregistreerd, in april 200 en in mei circa 232 tegen 125, 178 en 213 uren normaal. Het zonnigst was de lente aan de kust met in Wijk aan Zee 674 zonuren. Op de Veluwe scheen de zon het minst; Deelen bleef steken op 544 uren zonneschijn.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010 - De Bilt, 1 juni 2017/Adrie Huiskamp.