Vooral in januari liet ook de winter zich zien
Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 3,8 °C tegen normaal 3,4 °C was de winter in haar geheel aan de zachte kant.
December was een zachte, zonnige en rustige maand. Toch kwam het tijdens nachten aan het begin van de maand tot vorst en vlak voor de jaarwisseling bleef het in mist zelfs de gehele dag vriezen. Januari was met een gemiddelde temperatuur van 1,6 °C de koudste sinds 2010. Na een wisselvallige start bouwde zich half januari boven het Europese continent een krachtig hogedrukgebied op. Dit systeem bleef tot de 27e bepalend voor het weer en zorgde voor licht winters weer. Tijdens veel nachten vroor het op uitgebreide schaal licht tot matig. Op 23 januari kwam het in het oosten tot strenge vorst. In Twente werd die nacht de laagste temperatuur van de winter gemeten: -10,8 °C. De maxima lagen in dit tijdvak vaak wat beneden normaal. Van 16 tot en met en 18 januari bleef het tijdens mist en lage bewolking op sommige plaatsen zelfs het gehele etmaal vriezen. Eind januari werd het wisselvallig en zacht, dit weertype hield de eerste week van februari aan. Een hogedrukgebied boven Scandinavië zorgde daarna voor enkele winterse, koude dagen waarbij het van 8 tot en met 10 februari op sommige plaatsen het gehele etmaal bleef vriezen. Rond midden februari kwam de temperatuur weer boven normaal en het bleef zacht tot aan het einde van de maand. De hoogste temperatuur van de winter werd gemeten op 15 februari in Beek bij Maastricht: 17,1 °C. Februari in haar geheel had in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 5,1 °C tegen 3,3 °C normaal.
In totaal werden in De Bilt 37 vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C) geteld en vijf ijsdagen (maximumtemperatuur lager dan 0,0 °C), tegen respectievelijk 38 en zeven normaal.
De winter was droog met gemiddeld over het land 141 mm neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 208 mm. Van de afzonderlijke maanden was december een zeer droge maand met gemiddeld over het land 23 mm neerslag tegen 80 mm normaal. Januari was met 57 mm tegen een langjarig gemiddelde van 73 mm aan de droge kant. In februari viel met 61 mm wat meer dan de normale hoeveelheid van 55 mm. De regionale verschillen waren klein. Het droogste KNMI-station was Stavoren met 104 mm, het natste Volkel met 162 mm.
Op 1 januari was er in het zuidoosten van het land lokaal gladheid door ijzel waarvoor het KNMI een code oranje uitgaf. Op 7 januari veroorzaakte ijzel op uitgebreide schaal gladheid in een groot deel van het land. Het KNMI gaf voor het hele land een code oranje uit. Een kleine maar actieve depressie veroorzaakte op 12 en 13 januari veel neerslag. Gemiddeld over het land viel 25 mm. De neerslag viel deels in de vorm van sneeuw waarbij een sneeuwdek ontstond. De meeste sneeuw bleef liggen in een strook van Zeeuws-Vlaanderen naar Overijssel, lokaal 5 tot 12 cm, waarvoor een code oranje werd uitgegeven. Op de meeste plaatsen smolt de sneeuw de volgende dag grotendeels weg. In een strook van het rivierengebied naar Twente en de Achterhoek bleef de sneeuw een dag of tien liggen. Ook in de nacht van 11 op 12 februari viel in een brede strook over midden van het land ca. 5 tot 10 cm sneeuw. Een actieve depressie veroorzaakte op 23 februari in met name de zuidwestelijke helft van het land zeer zware windstoten, rond 100 km/uur. Aan de kust werden windstoten tot 115 km/uur geregistreerd. Het KNMI gaf voor de zeer zware windstoten code oranje uit.
Gemiddeld over het land scheen de zon 230 uren tegen 196 uren normaal. Met name december was een zeer zonnige maand met landelijk gemiddeld 72 zonuren tegen 49 normaal. Ook in januari was de zon meer te zien dan gebruikelijk: 87 uren tegen een langjarig gemiddelde van 69 uren. Februari was met 71 zonuren tegen normaal 85 wat aan de sombere kant.
De regionale verschillen waren fors. In het zuidoosten scheen de zon het meest, tot 268 uur in Arcen. In Lauwersoog scheen de zon met 194 uur het minst.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010
De Bilt, 2 maart 2017/Definitief overzicht 18.00 uur/Adrie Huiskamp