Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 17,7 °C tegen normaal 17,0 °C, kan de zomer als ‘warm’ worden gekarakteriseerd. De hoge gemiddelde temperatuur kwam helemaal voor rekening van de maand juni die de warmste was in ruim een eeuw. In juli was de temperatuur precies gelijk aan het langjarige gemiddelde. Augustus was wat aan de koele kant met een gemiddelde temperatuur van 17,2 °C tegen normaal 17,5 °C. De temperatuurafwijking ten opzichte van normaal was in het zuiden duidelijk groter dan in het noorden van het land. Zo registeerde Maastricht (Beek) een gemiddelde van 18,8 °C tegen normaal 17,5 °C (+1,3) en Groningen (Eelde) 16,3 °C tegen normaal 16,8 °C (+0,5).
Een groot deel van juni bepaalden hogedrukgebieden het weer en was het fraai zomerweer. De temperatuur liep regelmatig hoog op, vooral van 19 tot en met 22 juni was het zeer warm met in het zuidoosten vier tropische dagen (maximumtemperatuur 30°C of hoger) op rij. De landelijk hoogste temperatuur van deze zomer, 35,2 °C, werd op 22 juni bereikt in Arcen.
De gehele maand juli was het wisselvallig waarbij dagen met buien of regen werden afgewisseld door droge, en soms ook wat warmere dagen. Op 19 juli werd het op veel plaatsen tropisch warm, daarna werd zelfs de zomerse grens van 25,0 °C niet meer bereikt.
Een groot deel van de maand augustus verliep wisselvallig met temperaturen die beneden normaal lagen. Pas op 23 augustus werd in De Bilt weer een zomerse dag genoteerd, daarna volgden nog een aantal rustige, fraaie dagen. Op 29 augustus werd het in het zuidoosten van het land lokaal nog tropisch warm.
In totaal werden in De Bilt 75 warme dagen (maximumtemperatuur 20,0 °C of hoger) 17 zomerse en 2 tropische dagen gemeten, tegen respectievelijk 60, 21 en 2 normaal.
Gemiddeld over het land viel er 247 mm regen, het langjarige gemiddelde bedraagt 225 mm. In juni viel met 62 mm vrijwel de normale hoeveelheid regen. Juli was met 110 mm tegen 78 mm normaal een zeer natte maand. In augustus viel 75 mm, het langjarig gemiddelde bedraagt voor die maand 78 mm. Door het vaak buiige karakter van de neerslag waren de neerslagsommen grillig verdeeld over het land. Op de droogste plaatsen viel minder dan 150 mm, in Groningen viel lokaal 320 mm.
In totaal werden deze zomer vier dagen geteld met op tenminste één KNMI-neerslagstation 50 mm regen of meer. Het normale aantal bedraagt zeven. Op dergelijke dagen ontstaat vaak lokaal wateroverlast. 12 juli was de natste dag van de zomer. Met name in midden en zuiden viel langdurig regen. In totaal viel daar op veel plaatsen 30-50 mm regen, in Zeeland lokaal tot 88 mm. Opvallend verder waren de buien In de avond van 29 juli In een strook van Zuid-Holland naar Groningen brachten ze 20-50 mm neerslag. Ronduit onstuimig was het op 6 juni. Die dag veroorzaakte een depressie boven de Noordzee in de kustgebieden windstoten van 90 tot ruim 100 km/uur.
De zomer was vrij zonnig met gemiddeld over het land 635 zonuren tegen 608 uren normaal. De regionale verschillen waren echter groot. Aan zee was de zon het meest te zien, Vlissingen noteerde het meeste aantal zonuren: 704. Met name in het oosten en op de Veluwe lag het aantal zonuren beneden normaal, plaatselijk niet meer dan 550 zonuren. Juni was een zonnige maand met 232 zonuren tegen normaal 201. In juli en augustus week het aantal zonuren niet veel af van het normale aantal uren.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010. De Bilt, 4 september 2017/Sluijter