Zonnige en koude februari vormt groot contrast met rest van winter
De winter in haar geheel was vrij zacht met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 3,7 °C tegen 3,4 °C normaal.
Het zachte karakter kwam voor rekening van december en januari. December was met een gemiddelde temperatuur van 4,9 °C ruim een graad zachter dan normaal. Januari eindigde met 5,6 °C zelfs in de top tien van zachtste januarimaanden in ruim een eeuw. Op 24 januari werd in Woensdrecht met 14,7 °C de landelijke hoogste temperatuur van deze winter gemeten. In een groot deel van het land werden die dag maxima van 13 tot ruim 14 °C genoteerd. Dergelijke temperaturen horen op bij de hoogst mogelijke waarden in deze tijd van het jaar.
Zowel december als januari waren niet alleen zacht, maar ook sombere en natte maanden. Het contrast met februari was dan ook groot. Februari was niet alleen uitzonderlijk zonnig en droog, maar met een gemiddelde temperatuur van ca. 0,7 °C ook 2,6 °C kouder dan normaal.
In totaal werden in De Bilt 33 vorstdagen (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C) geregistreerd, tegen een langjarig gemiddelde van 28. Maar liefst 23 van de 33 vorstdagen waren in februari. Lange tijd zag het er naar uit dat de winter geheel zonder ijsdagen (maximumtemperatuur lager dan 0,0 °C zou verlopen). Het zeer koude winterweer eind februari leverde lokaal echter drie ijsdagen op rij. In De Bilt werd op de valreep één ijsdag geregistreerd, normaal telt de winter er zeven. De landelijk laagste temperatuur van de winter, -10,5 °C werd gemeten op 28 februari in Woensdrecht.
Gemiddeld over het land viel 224 mm neerslag tegen 208 normaal. Van de afzonderlijke maanden waren december en januari natte maanden met respectievelijk 112 en 89 mm neerslag. Februari was met landelijk bezien 23 mm een droge maand. In het midden van het land viel de meeste neerslag, op de Veluwe lokaal ca. 300 mm. In een strook van de Noordoostpolder naar Drenthe was het met ca. 185 mm het droogst.
Sneeuw van betekenis viel deze winter vooral in december. Op 10 december veroorzaakte een storing die over het midden van Nederland trok in grote delen van Nederland 5-10 cm sneeuw. Een volgende storing trok op 11 december noordoostwaarts. Deze zorgde in het westen en midden voor 10-15 cm waardoor de sneeuwlaag daar op veel plaatsen aangroeide naar 15-20 cm. Op de Veluwe kwam tijdelijk een sneeuwdek van meer dan 30 cm tot stand. Zowel op 10 als 11 december gaf het KNMI code oranje uit, op 11 december werd deze aan het begin van de middag omgezet in een code rood.
Opvallend was de storm van 18 januari. Langs de (zuid)westkust trok de wind lokaal aan tot zware storm (kracht 10), soms enige tijd zelfs tot een zeer zware storm (kracht 11). Ook landinwaarts stond op behoorlijk wat plaatsen enige tijd een windkracht 8 (stormachtige wind) of storm, kracht 9 Daarbij deden zich op uitgebreide schaal windstoten voor van 110 tot ruim 125 km/uur. Windstoten van ruim 120 km/uur diep in het binnenland zijn zeldzaam. De storm hoorde bij de tien zwaarste sinds 1970 en het KNMI waarschuwde voor deze storm met een code rood. Sneeuwbuien lieten aan het eind van februari op de Wadden lokaal meer dan 15 cm achter. Op de laatste dag van de winter kwam het door de harde wind daar bovendien tot stuifsneeuw.
De winter was zonnig met gemiddeld over het land 244 uren zonneschijn tegen normaal 196. Lange tijd zag het er naar uit dat de winter als somber de boeken in zou gaan, immers zowel december als januari waren somber met respectievelijk slechts 32 en 50 zonuren. Februari was met 162 zonuren juist record zonnig. Vlissingen was met ruim 285 zonuren het zonnigste KNMI-station. In Maastricht was de zon het minst te zien: 219 uren.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010. De Bilt, 1 maart 2018/Rob Sluijter