Met een gemiddelde temperatuur van 10,8 °C tegen 10,6 °C normaal was de herfst vrij zacht. Dit komt vooral door oktober, die met 11,6°C tegen 10,7°C normaal zacht was. In september lag de temperatuur gelijk aan het langjarig gemiddelde van 14,5 °C. November was juist iets kouder met gemiddeld 6,4 °C tegen normaal 6,7 °C.
In september stond het weer een groot deel van de maand onder invloed van een uitloper van een hogedrukgebied boven de oceaan. Vooral in het noorden van het land wisten storingen echter wel regelmatig het land te bereiken. De maand kende een afwisseling van koelere en warmere perioden. Op 22 september werd het in Maastricht 28,4°C, de hoogste temperatuur deze herfst. In De Bilt werd het die dag 26,5 °C, een zomerse dag (maximumtemperatuur 25,0°C of hoger). Dit was de enige zomerse dag deze herfst, normaal zijn dit er twee.
Oktober was voor een groot deel zeer wisselvallig met een komen en gaan van storingen. Pas aan het einde van de maand stabiliseerde de atmosfeer, werd het overwegend droog en was de zon vaak te zien. De maand begon en eindigde onder normaal, maar tussendoor werd met een zuidwestenwind lange tijd zachte lucht aangevoerd. Op 13 oktober werd in een groot deel van het land, waaronder in De Bilt, nog een warme dag genoteerd (maximumtemperatuur 20,0 °C of meer). In De Bilt was dit de enige warme dag van de maand en de laatste van het seizoen. In totaal telde de herfst tien warme dagen tegen normaal twaalf.
Tijdens de nacht van 28 op 29 oktober daalde de temperatuur voor het eerst na de zomer op enkele plaatsen tot onder het vriespunt. Op 31 oktober kwam het ook in De Bilt voor het eerst na de zomer tot vorst.
November ging na de eerste dag zacht van start, maar geleidelijk daalde de temperatuur tot onder normaal. In een oostelijke stroming daalde de temperatuur op 20 november tot -4,7 °C, de laagste temperatuur deze herfst. November telde zeven vorstdagen (minimumtemperatuur onder 0,0°C) waardoor het totaal voor de herfst uitkomt op acht, iets meer dan het normale aantal van zeven.
De herfst was met landelijk gemiddeld 284 mm tegen een langjarig gemiddelde van 243 mm nat. Alle drie de maanden waren natter dan normaal. September was vrij nat met landelijk gemiddeld 89 mm tegen 78 mm normaal. Ook oktober was een natte maand met 107 mm tegen 83 mm normaal. In november viel landelijk gemiddeld 87 mm tegen 82 mm normaal.
De verschillen binnen het land waren echter groot. De meeste neerslag viel in het noorden en westen van het land, de minste in het zuiden en oosten. Zo viel er op KNMI station De Kooij bij Den Helder 395 mm, ruim 130 mm meer dan het langjarig gemiddelde van 264 mm, en daarmee was het daar een van de vijf natste herfsten in ruim een eeuw. Elders in Noord-Holland, in Berkhout, viel zelfs nog meer: 406 mm. In Volkel viel 174 mm, ruim 20 mm onder het langjarig gemiddeld van 197 mm. In Ell viel slechts 144 mm. In De Bilt viel 305 mm tegen 241 mm normaal.
Met landelijk gemiddeld 345 uren zon tegen een langjarig gemiddelde van 320 uur was de herfst vrij zonnig. Vooral september was zonnig met gemiddeld over het land 162 uur zon tegen 143 uur normaal. Oktober was iets minder zonnig met 104 uur tegen 113 uur normaal, november was vrij zonnig met 79 uur tegen 63 normaal. Grote verschillen waren er niet binnen het land. Op de somberste plaatsen scheen de zon circa 320 uur, op de zonnigste circa 370 uur. In De Bilt scheen de zon 334 uur tegen 314 uur normaal.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010
De Bilt, 02 december 2019/Carine Homan