Winters intermezzo in tweede maandhelft
Met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 3,5 °C was januari vrij zacht. Het langjarige gemiddelde bedraagt 3,1 °C.
Het nieuwe jaar ging somber en zacht van start onder regie van een hogedrukgebied nabij de Britse Eilanden. De temperatuur lag twee tot vijf graden boven normaal, de hoeveelheid neerslag bleef door de hogedrukinvloed beperkt. De landelijk hoogste temperatuur van januari werd op 7 januari in Rotterdam gemeten: 10,3 °C.
Vanaf 10 januari trok het zwaartepunt van het hogedrukgebied naar het westen waardoor lagedrukgebieden boven Scandinavië meer invloed kregen. Het was wisselvallig met regelmatig regen, maar het bleef wel zacht.
Op 17 januari trok een depressie over de Oostzee naar Rusland. Achter dit lagedrukgebied werd met een noordstroming vrij koude lucht naar ons land getransporteerd. Op de 18e stabiliseerde het weer onder invloed van een hogedrukgebied. Er was ruimte voor de zon en een aantal dagen bleef het droog. Tijdens de nachten vroor het licht tot matig, overdag steeg de temperatuur tot enkele graden boven het vriespunt. Van 22 tot en met 24 januari kwam de temperatuur lokaal het gehele etmaal niet meer boven het vriespunt (‘ijsdag’: maximumtemperatuur lager dan 0,0 °C). De landelijk laagste temperatuur deze maand was -10,2 °C, gemeten op 21 januari in Deelen en op 23 januari in Hoogeveen.
Op 25 januari werd de koude lucht verdreven en volgde weer een aantal vrij zachte dagen. De laatste dagen van de maand verliepen opnieuw licht winters. In De Bilt werden in totaal elf vorstdagen geregistreerd (minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C), tegen dertien normaal en twee ijsdagen, tegen drie normaal.
Met gemiddeld over het land 56 mm tegen normaal 73 mm was januari aan de droge kant. De neerslagsommen waren grillig verdeeld over het land. Het droogst was het in het noordwesten van het land met lokaal niet meer dan 45 mm. In Drenthe en Limburg werd lokaal ruim 100 mm neerslag geregistreerd.
Op 22 januari viel er in een groot deel van het land enkele centimeters sneeuw. De sneeuw veroorzaakte overlast voor het verkeer tijdens de avondspits. Op 25 januari werd de koude lucht uit het land verdreven. In het oosten viel hierbij wat (mot)sneeuw, in het noordoosten kwam het tot verraderlijke gladheid door ijzel. Het KNMI gaf voor deze gladheid een code oranje uit. Nat was het op de 27e in het zuiden van het land. Op uitgebreide schaal viel hier 10 tot 20 mm regen. Op 30 januari veroorzaakte een klein lagedrukgebied regionaal sneeuwval in ons land waarbij zich een sneeuwdek kon vormen.
Het landelijk gemiddelde aantal zonuren week met 57 uur maar weinig af van het langjarig gemiddelde van 62 uren. De zon scheen het meest in het zuidwestelijk kustgebied, Vlissingen registreerde 68 uren. Langs de noordkust scheen de zon het minst, in Lauwersoog niet meer dan 47 uren. Met name het begin van de maand was somber. Op een aantal plaatsen was de zon zelfs vier dagen op rij, van 4 tot en met 7 januari, helemaal niet te zien. Januari kende geen enkele heldere, zonnige dag.
Normaal=het langjarig (schrikkel)gemiddelde over het tijdvak 1981-2010. De Bilt, 1 februari 2019/Rob Sluijter