Met een gemiddelde temperatuur van 13,1 °C tegen een langjarig gemiddelde van 13,1 °C was de laatste maand van de lente een normale maand.
De maand begon wisselvallig en koel onder invloed van een lagedrukgebied dat zich via de Noordzee richting Scandinavië verplaatste. Een noordwestelijke stroming bracht enkele storingen met zich mee, waardoor er in de eerste dagen van de maand verspreid over het land enkele buien voorkwamen, vaak ook met onweer. Met maximumtemperaturen uiteenlopend van 12-13 °C in het noordelijk kustgebied tot circa 16 °C verder landinwaarts, lagen de temperaturen tot en met de 5e duidelijk onder het langjarige gemiddelde.
Op Bevrijdingsdag (5 mei) kwamen we onder invloed van een hogedrukgebied dat tot en met 9 mei in onze omgeving aanwezig zou blijven. Het werd uitermate zonnig en droog en in een zwakke aflandige stroming warmde het geleidelijk steeds verder op. De maximumtemperaturen stegen vanaf de 7e in een groot deel van het land tot ruim boven de 20 °C en op 9 mei werd het in het midden en zuiden plaatselijk zomers warm (25 °C of meer). In De Bilt kwam het net niet tot een zomerse dag; het kwik bleef daar steken op 24,7 °C. De dagelijkse gang was groot, waardoor de minimumtemperaturen in het noordoosten soms rond het vriespunt uit konden komen.
Op 10 en 11 mei passeerde een koufront waarachter een krachtige noordelijke stroming koude lucht aanvoerde, waarna de temperatuur een gevoelige stap terug deed. Het was tijdelijk minder zonnig en plaatselijk viel er wat lichte regen of een bui. Daarbij stond er ook opvallend veel wind met in een groot deel van het land 5-6 Bft uit het noorden en zware windstoten aan de kust. Van 11 tot en met 14 mei was het koel voor de tijd van het jaar met maxima die uiteenliepen van 10-11 °C in het noordelijk kustgebied tot een graad of 14 °C in het zuidoosten. In de nachten was het opnieuw koud en landinwaarts vroor het plaatselijk licht, op 13 en 14 mei ook in De Bilt terwijl mei daar normaal geen vorstdagen kent. In Eelde vroor het in de nacht van de 14e -3,0 °C, de laagste temperatuur van de maand.
Onder invloed van een hogedrukgebied ten zuidwesten van Groot-Brittannië, brak er vanaf 14 mei weer een zonnige en droge periode aan die tot en met de 21e zou duren. Een zuidwestelijke stroming voerde geleidelijk warmere lucht aan, waarna het op 21 mei bij een zwakke aflandige wind in vrijwel het hele land zomers warm werd. In Westdorpe werd met een maximumtemperatuur van 28,7 °C op die dag de hoogste temperatuur van de maand bereikt. In De Bilt werd met 26,7 °C de enige zomerse dag van de maand geregistreerd, normaal zijn dat er drie. Op 22 mei volgde er van het westen uit een koufront, waar vooruit plaatselijk een enkele (onweers)bui tot ontwikkeling kwam en het in het zuidoosten nog 27-28 °C werd. Ook op 23 en 24 mei bleef het onstabiel met enkele buien.
Vanaf de 25e tot en met het einde van de maand was het wederom een krachtig hogedrukgebied in onze omgeving dat het weer domineerde, met opnieuw zonnig en droog weer bij temperaturen rond of iets boven de normaal voor de tijd van het jaar. De Bilt telde deze maand 15 warme dagen, tegen 10 normaal.
Mei was een zeer droge maand met landelijk gemiddeld 15 millimeter tegen 61 millimeter normaal. Op de meeste plaatsen telde de maand tenminste 24 droge dagen, in De Bilt waren dit er 23. De meeste neerslag viel al in het begin van de maand; op 1 en 2 mei samen gemiddeld 9 millimeter. Door het vaak buiige karakter waren de verschillen echter groot; op 1 mei viel er bij onweersbuien in Overijssel plaatselijk meer dan 25 millimeter en op de 22e viel er in Groningen lokaal 15 millimeter. Het natst was het deze maand uiteindelijk in het noordoosten en oosten met plaatselijk meer dan 30 millimeter. In het zuidwesten en zuidoosten was het het droogst met lokaal nog geen 10 millimeter. In De Bilt was het met 12 millimeter tegen 62 millimeter normaal zeer droog. Door de weinige neerslag nam het neerslagtekort verder toe tot een uitzonderlijk hoge waarde van 162 millimeter aan het einde van de maand, normaal is zo’n 55 millimeter.
Met landelijk gemiddeld 324 zonuren tegen 213 zonuren normaal was mei ook een zeer zonnige maand. In De Bilt scheen de zon 325 uur tegen 207 uur normaal, waarmee het voor De Bilt de op één na zonnigste meimaand was sinds het begin van de metingen. Mei 1989 houdt daarmee de eerste plaats met 331 zonuren. Zoals vaker in de lente waren de verschillen tussen de kustgebieden en het binnenland groot, aangezien stapelwolken zich vooral landinwaarts vormden. De zon scheen het meest in het zuidwestelijk kustgebied, met in Hoek van Holland 356 uren zon. Het minst zonnig was het in de Achterhoek, met in Hupsel 277 uren zon.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010
Definitief overzicht, De Bilt, 4 juni 2020/Yorick de Wijs