Na het zeer koude voorjaar barstte de zomer in juni los. Met een gemiddelde temperatuur van 18,2 °C tegen normaal 16,2 °C was het de warmste junimaand sinds 1901. Op de tweede plek staat 2019 met 18,1 °C.
De maand begon zonnig en warm onder invloed van een hogedrukgebied boven Scandinavië. Op 1 juni werd meteen de eerste officiële zomerse dag (maximumtemperatuur 25,0°C of hoger) van dit jaar genoteerd met in De Bilt een maximumtemperatuur van 25,2 °C. Ook de volgende drie dagen waren zomers warm. Vanaf 3 juni ging deze warmte wel gepaard met flinke onweersbuien met lokaal veel neerslag.
Vanaf 5 juni deed de temperatuur tijdelijk een stapje terug, maar al snel kwam het land onder invloed van een uitloper van het hogedrukgebied boven de Azoren en nam de temperatuur opnieuw toe. Het werd rustig en droog zomerweer. Op 13 juni koelde het in een heldere nacht nog flink af. Op vliegbasis Twenthe werd die nacht de laagste temperatuur deze maand geregistreerd: 4,8 °C.
Vanaf 16 juni verplaatste het hogedrukgebied zich naar het oosten van Europa en kregen we te maken met een zuidelijke stroming. De temperaturen liepen flink op, in het zuiden en oosten van het land kwam de temperatuur drie dagen achtereen boven 30 °C. In De Bilt was op 17 juni de eerste tropische dag (maximumtemperatuur 30,0 °C of hoger) van dit jaar een feit met 30,8 °C. Het warmst werd het in Hupsel, 34,0 °C. Het warme weer werd opnieuw gevolgd door flink onweer met op 18 juni code oranje voor onweersbuien met hagel en zeer zware windstoten.
De temperatuur deed vanaf de 19e een stap terug en het werd wisselvalliger. Op 21 juni regende het langdurig en ook daarna bleef het koeler en bewolkter.
Vanaf de 26e liepen de temperaturen weer op. Met opnieuw een zuidelijke stroming werd warme maar ook zeer vochtige lucht aangevoerd. Opnieuw hadden we meerdere dagen te maken met onweersbuien.
De laatste dag van de maand verliep druilerig met temperaturen onder normaal.
Juni telde in totaal 12 zomerse dagen en 1 tropische dag tegen normaal respectievelijk 5,1 en 0,8.
Met gemiddeld over het land 94 mm neerslag tegen normaal 66,4 mm was de maand nat. Door het buiige karakter van de neerslag waren de lokale verschillen echter groot.
Op 3 juni trokken zware onweersbuien over het land, met vooral in het oosten lokaal veel neerslag. Op KNMI station Deelen viel 68,5 mm. Ook op 4 juni trokken onweersbuien van zuid naar noord over het land. Op 5 juni bleven deze buien lang in het noorden van het land hangen, met lokaal wateroverlast tot gevolg. Lokaal viel meer dan 40 mm.
Vanaf 6 juni volgde een rustige periode met nauwelijks neerslag die duurde tot de 17e. Daarna kregen we te maken met fikse onweersbuien. Op 18 juni gaf het KNMI code oranje uit, met uitzondering van de zuidelijke provincies, voor onweersbuien met grote hagel en zware windstoten. In Leersum was sprake van een valwind die voor zeer grote schade zorgde, maar ook op andere plekken in het land was er veel schade. Vooral in het noordwesten van het land viel die dag zeer veel neerslag. KNMI station Wijk aan Zee meldde 87,9 mm in een etmaal.
Op 19 juni werd vooral het westen getroffen door onweersbuien en veel neerslag in korte tijd. Langs de westkust werd op veel plaatsen tussen 40 en 50 mm afgetapt. In Wijk aan Zee viel in drie dagen tijd 134,4 mm.
Na de buien volgde op 21 juni in het hele land een natte dag, maar de meeste neerslag viel in het oosten, met in Twente en de Achterhoek 45-50 mm. Ook de dagen daarna bleef het wisselvallig met regelmatig buien die lokaal veel neerslag veroorzaakten. Op 27 juni noteerde KNMI station Wilhelminadorp in Zeeland 47,7 mm.
29 juni gold code oranje voor het zuidoosten van het land. Onweersbuien bleven lange tijd boven dezelfde plek hangen en zorgden lokaal voor grote hoeveelheden neerslag en overstromingen. In Beek viel 87 mm in een etmaal, meer dan de hoeveelheid die daar normaal in een maand valt (69 mm).
Het natst was het deze maand in het noordwesten van het land met lokaal 170 tot 195 mm. Op KNMI station Wijk aan Zee viel de meeste neerslag, 195 mm. Ook Zeeland en het zuiden van Limburg waren zeer nat met lokaal 140-160 mm. De minste neerslag viel in een strook over het midden van het land met ca. 45-65 mm neerslag. Het KNMI station met de minste neerslag was Nieuw Beerta met 39 mm. In De Bilt viel 53 mm tegen 71 mm normaal.
Met gemiddeld over het land 247 uren zon tegen 214 uur normaal was de maand zonnig. Vooral de eerste helft van de maand was zeer zonnig. De laatste tien dagen van de maand eindigden juist somberder dan normaal. Het zonnigst was het in het noordwesten van het land, met in Stavoren 278 uren zon. Het minst zonnig was het in het zuiden van het land met in Westdorpe 220 uur zon. In De Bilt scheen de zon 243 uur, tegen 207 uur normaal.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1991-2020
De Bilt, 1 juli 2021/Carine Homan