Met een gemiddelde temperatuur van 11,2 °C ten opzichte van het langjarig gemiddelde van 13,4 °C was mei een zeer koude maand. Hiermee komt de maand weliswaar ‘slechts’ op een 23e plaats in de lijst met koudste meimaanden, echter na de bijzonder koude april is het toch wel uitzonderlijk te noemen.
Kijken we naar de koudste april-mei combinaties, dan zijn april en mei 2021 met een gezamenlijke gemiddelde temperatuur van 9,0 °C goed voor een vierde plaats. Het was tevens de derde te koude maand op een rij en dat is niet meer voorgekomen sinds mei 2013. De laatste zeer koude mei dateert overigens van 2010 met 10,5 °C.
Mei kende een koud begin met zonnig en meest droog weer. Waar het opklaarde waren de nachten koud en landinwaarts vroor het plaatselijk licht. In de nacht naar 3 mei werd in Ell met -2,0 °C de laagste temperatuur van de maand bereikt.
In de periode van 3 t/m 5 mei trok er een actieve oceaandepressie via Groot-Brittannië en de Noordzee naar Scandinavië, waardoor het weer bij ons onstuimig werd met veel neerslag en wind. Vooral op 4 mei waaide het hard, met een stormachtige wind aan de kust en in het hele land zware windstoten tot ca. 90 km/uur.
In de dagen daarna stond er een koude noordwestelijke stroming waarin regelmatig troggen met buien passeerden en de maximumtemperaturen in het noordwesten nauwelijks nog boven de 10 °C uit kwamen, een graad of 4 à 5 onder normaal. Tussendoor klaarde het wel op en in de nacht naar 8 mei vroor het bij weinig wind in het oosten nog plaatselijk licht.
Op 8 mei kwamen we in de warme sector terecht van een diep lagedrukgebied ten westen van Ierland, waardoor er met een zuidelijke stroming van oorsprong tropische lucht werd aangevoerd en de temperaturen flink opliepen. Na een bewolkte en regenachtige 8 mei kregen we op de 9e en 10e te maken met warme en onstabiele lucht, waarin zonnige perioden en stevige onweersbuien elkaar afwisselden. 9 mei werd de warmste dag van de maand, met in De Bilt net geen zomerse dag: 24,9 °C.
In het zuiden en oosten lukte dat op veel plaatsen wel en in Arcen werd met 27,7 °C de hoogste temperatuur van de maand bereikt.
Na de passage van het koufront op de 10e kwamen we in een noordwestelijke stroming opnieuw in koele polaire lucht terecht, waarin langzaam trekkende buien plaatselijk flink wat neerslag achterlieten. Tussendoor was er ook ruimte voor de zon, vooral op 12 en 13 mei, en bij weinig wind ontstond er ‘s nachts soms (dichte) mist. Middagtemperaturen van ca. 18 °C maakten geleidelijk plaats voor maxima rond 14 °C.
De verschillen waren soms groot, zo werd het op de 14e in het noorden amper 10 °C terwijl het in Limburg nog 18 °C werd. Vanaf 15 mei bevonden we ons enkele dagen nabij een rondtollend lagedrukgebied gevuld met koude onstabiele lucht, met elke dag talrijke buien bij temperaturen van rond of iets onder normaal.
Op 20 mei werd de stroming tijdelijk zuidelijk op nadering van een actief lagedrukgebied boven Groot-Brittannië, dat op 21 en 22 mei boven de Noordzee al opvullend oostwaarts trok. Het weer was onstuimig met vooral in het westen veel wind; in IJmuiden kwam het in de avond van de 21e zelfs even tot storm (9 Bft) met windstoten tot 100 km/uur.
Waar het in het zuidoosten op de 21e nog plaatselijk 18 °C werd, lagen de middagtemperaturen op 22 mei bij een noordwestenwind en veel bewolking nog maar op 12 à 13 °C. Op de 24e kregen we alweer te maken met het volgende lagedrukgebied dat van 25 t/m 27 mei nabij Denemarken bleef rondtollen. Aan de zuidwestflank hiervan passeerden troggen met talrijke buien ons land en was het opnieuw erg nat en somber bij temperaturen onder het langjarig gemiddelde.
Tijdens de laatste dagen van de maand bouwde zich een hogedrukgebied op boven West-Europa en stabiliseerde het weer. Met het wegvallen van de wind en bij flinke zonnige perioden werd het elke dag iets warmer; op de 29e werd het in het zuiden meer dan 20 °C en de laatste twee dagen gebeurde dat op veel meer plaatsen.
Mei telde in De Bilt opvallend genoeg slechts drie warme dagen en geen zomerse dagen (met een temperatuur van respectievelijk 20,0 °C en 25,0 °C of meer), normaal is 11 warme dagen waarvan vier zomerse dagen. De Bilt was daarmee overigens geen uitzondering, het warmere zuidoosten van het land telde ook maar vijf warme dagen en één zomerse dag. In de Bilt kwam het net niet tot een vorstdag (normaal = geen), in het oosten waren dat er plaatselijk vier (Deelen).
Mei was een zeer natte maand, met gemiddeld over het land 90 mm tegen 55 mm normaal. In De Bilt viel 104,4 mm, samen met 1987 goed voor een tiende plaats in de ranglijst met natste meimaanden. Door het sombere en natte karakter van de maand bleef het neerslagtekort aan het einde van de maand beperkt tot 12 mm, normaal is dat ongeveer 60 mm.
In het midden en noorden van het land viel er op uitgebreide schaal meer dan twee keer de maandhoeveelheid, in Friesland en Zuid-Holland lokaal zelfs 140-150 mm. In Limburg viel er plaatselijk nog geen 60 mm.
Vooral verder landinwaarts ging het vaak om stevige buien met onweer, hagel, windstoten en plaatselijk veel neerslag in korte tijd. Op de helft van de dagen viel er wel ergens 20-30 mm in enkele uren tijd. Op 5 en 6 mei hadden de buien soms een licht winters karakter en werd er plaatselijk natte sneeuw waargenomen.
Op de 7e viel er in de vroege ochtend in het zuidoosten zelfs even droge sneeuw waardoor het zelfs even wit werd in het oosten van Brabant, hetgeen sinds 1935 (17 mei) niet meer zo laat in de maand is voorgekomen.
Met gemiddeld over het land 200 uren zon tegen een langjarig gemiddelde van 225 uur was de maand vrij somber, waarbij de laatste paar zeer zonnige dagen nog veel goed hebben gemaakt. Het zonnigst was het net als in april langs de kust, met in Hoek van Holland 234 uur zon. Het somberst was het in het (noord)oosten, met in Twente 166 uur zon.
In De Bilt scheen de zon 189 uur tegen 218 uur normaal. Sombere dagen waren er niet in De Bilt, een normale meimaand telt er twee. In het noorden waren er plaatselijk wel 1 à 2 zonloze dagen.
Normaal = het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1991-2020
Definitief overzicht, De Bilt, 2 juni 2021 / Yorick de Wijs