Juni was met 17,1 °C tegen normaal 16,2 °C warm. De maand begon koel, met 2,9 °C op 2 juni werd in Eelde de laagste temperatuur van deze zomer gemeten. Op 10 cm vroor het in enkele nachten. Het werd snel warmer. Het zomerse weer werd onderbroken door enkele zeer natte dagen, 5 en 8 juni. Daarna was het langdurig zomers weer, soms kort onderbroken door wisselvallig weer met temperaturen rond normaal.
Juli was met 18,6 °C iets warmer dan normaal (18,3 °C). Het weer in juli werd voornamelijk gedomineerd door hogedrukgebieden waardoor zonnig, zomerweer met gematigde warmte overheerste. Op 19 juli werd het extreem warm. Vrijwel overal werd het warmer dan 35 °C en in Beek werd met 39,5 °C de hoogste temperatuur van de zomer gemeten. In De Kooy werd met 36,1 °C de hoogste temperatuur sinds het begin van de metingen bereikt.
De maand augustus vormde het hoogtepunt van de zomer met een etmaalgemiddelde van 20,0 °C, de op twee na warmste augustusmaand sinds 1901. In het zuiden was het de warmste augustus sinds het begin van de waarnemingen. Van 9 tot en met 16 augustus was er een landelijke Hittegolf. In een deel van Nederland gaf het KNMI code Oranje uit voor langdurige hitte. Ook was het zeer droog en wederom zeer zonnig.
In De Bilt waren er deze zomer 81 warme dagen, 28 zomerse dagen en 9 tropische dagen. Normaal zijn dat er respectievelijk 64, 22 en 5. In het zuiden waren er 45-50 zomerse dagen en 15-18 tropische dagen. Normaal zijn dat ongeveer 30 zomerse en 8 tropische dagen.
Met landelijk gemiddeld 135 mm neerslag tegen normaal 224 mm was de zomer zeer droog. Na de natte juni waren juli en augustus, met beide gemiddeld maar 23 mm neerslag, zeer droge maanden. Eind augustus was het landelijk neerslagtekort opgelopen naar ongeveer 300 mm. Normaal is dat ruim 100 mm. Het neerslagtekort was het grootst in Limburg, de Achterhoek en Twente, de Kop van Noord-Holland en het zuidwesten.
Juni was met gemiddeld 88 mm tegen normaal 64 mm de natste zomermaand. Op 5 juni, eerste pinksterdag, regende het in het midden en zuiden langdurig. Landelijk gemiddeld viel 22 mm. In het midden van Nederland viel plaatselijk meer dan 50 mm. Ook 8 juni was een natte dag. Ook in de laatste dagen van juni waren er plaatselijk zware onweersbuien waarbij plaatselijk meer dan 50 mm neerslag viel.
Juli en augustus kenden grote verschillen van plaats tot plaats omdat de neerslag vrijwel geheel tijdens soms zware buien viel. Op 22 juli, 17 en 19 augustus waren er plaatselijk zware buien met tot 50 of meer mm neerslag.
Op de KNMI-neerslagstations viel deze zomer op 5 dagen ergens in Nederland minimaal 50 mm regen.
Met landelijk gemiddeld 834 uren zon tegen een langjarig gemiddelde van 641 uur was de zomer extreem zonnig. Het aantal zonuren was een fractie minder dan in 1976. Dat jaar had met landelijk gemiddeld 837 uur de zonnigste zomer sinds het begin van onze metingen. Het minst zonnig was het in het noordoosten met 748 uur zon in Nieuw Beerta, het zonnigst in De Kooy met 897 uur. Daar scheen de zon nog nooit zo veel als deze zomer. Alle maanden waren zonniger dan normaal, het grootste overschot was er in augustus, ruim 80 uur.
Het beeld van deze zomer past in dat van het veranderende klimaat: zonnige en warme zomers met een grillig neerslagpatroon waarbij droogte en natte zomers elkaar afwisselen.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1991-2020
De Bilt, 2 september 2022 / Adrie Huiskamp