Jaar 2023

Recordwarm, recordnat en zeer zonnig

Natste en warmste jaar sinds het begin van de metingen. Recordwarme juni

2023 was met een  gemiddelde temperatuur van 11,8 °C het  warmste jaar sinds 1901, het begin van onze metingen. Tot nu toe waren 2014 en 2020 met een jaargemiddelde temperatuur in de Bilt 11,7 °C de warmste jaren.Normaal is 10,5 °C. De laagste temperatuur, -10,1 °C,  werd op 1 december in Leeuwarden gemeten. De hoogste temperatuur, 34,8 °C, werd op 9 juli in Arcen gemeten.

Recordwarm begin van het jaar

De jaarwisseling verliep recordwarm. De 16,9 °in de nacht van 1 januari was de hoogste temperatuur in januari in Nederland sinds het begin van  de metingen. Daarna bleef het eerst zeer zacht. Vanaf halverwege januari liet de winter zich tijdelijk zien met soms sneeuw, maar de winterse perioden waren slechts kort en het zachte weer overheerste al snel weer. Op 19 en 20 januari gaf het KNMI code oranje uit voor gladheid door sneeuw in het midden en zuiden. Op 26 januari was er in het zuiden een code oranje voor gladheid door ijzel. De gemiddelde temperatuur kwam uit op 5,8 °C  tegen een langjarig gemiddelde van 3,6 °C.

Ook februari verliep zacht met een gemiddelde temperatuur van 5,7 °C tegen normaal 3,9 °C. Echt winterweer ontbrak, al waren er wel twee koudere periodes van ongeveer vijf dagen met ’s nachts vorst.

Januari zeer nat, februari juist droog

Januari was met 108 mm zeer nat. Het langjarig gemiddelde bedraagt 68 mm. Ook was het aan de sombere kant. Februari was juist droog en zonnig, er viel gemiddeld maar 20 mm neerslag, het langjarig gemiddelde is bijna drie keer zo hoog.

Lente was zeer nat en vrij zonnig

De gemiddelde temperatuur in de lente kwam uit op 9,7°C tegen een langjarig gemiddelde van 9,9°C.  April was een ruime graad te koel, mei week weinig af van het langjarige gemiddelde.

Maart was een halve graad zachter dan normaal, maar de eerste week liet de winter zich nog af en toe zien. Op 8 maart was er een  code oranje vanwege gladheid door sneeuw in Limburg en Noord-Brabant, daar ontstond een sneeuwdek van plaatselijk 5-10 cm. Op 13 maart werd aan de kust plaatselijk voor het eerst in het winterseizoen storm (uurgemiddelde van windkracht 9 gemeten.

Natte maart en april

De zeer natte lente met gemiddeld 205 mm (langjarig gemiddeld 148 millimeter) kwam vooral door maart en april. In maart viel bijna twee keer  zoveel neerslag als normaal (98 mm, normaal 53 mm) Ook april was nat, er viel 66 millimeter tegen 40 millimeter normaal. Ook mei begon nat, maar halverwege de maand werd het droog. Gemiddeld viel 40 mm, normaal is 55 mm.

De zonneschijn week weinig af van het langjarig gemiddelde. Maart was vrij somber, mei juist vrij zonnig. Het zonnige en droge weer in mei vormde de opmaat naar de eerste zomermaand.

Zeer warme en zeer zonnige zomer

Met een gemiddelde temperatuur van 18,4 °C kwam de zomer in de top-10 van warmste zomers sinds het begin van de metingen in 1901. Normaal is 17,4 °C. Ook was het met 752 uur zon een zeer zonnige zomer. Normaal is 619 uur. Er viel landelijk gemiddeld 242 mm tegen normaal 224 mm.

Juni was het hoogtepunt van de zomer

Juni was met 19,4 °C tegen normaal 16,2 °C de warmste junimaand sinds het begin van de metingen. Met gemiddeld 328 uren zon tegen 214 uur normaal was het ook de zonnigste junimaand. In juni 1976 scheen de zon landelijk gemiddeld 295 uur. Met 24 mm(normaal 66 mm) was juni droog. Pas vanaf 20 juni viel neerslag van betekenis. Op 20 juni gaven we code oranje uit voor zware onweersbuien in Limburg. Op 22 juni was dit het geval voor zware regen. In het oosten van Nederland viel die dag plaatselijk 40-65 mm

Zomerstorm Poly in natte juli

Juli was met 18,1 °C iets minder warm dan normaal (18,3 °C). Het opvallendste weersverschijnsel was de zomerstorm Poly die op 5 juli in het noorden veel overlast veroorzaakte. In het noordwesten stond code rood uit.  Na een koel begin was het van 7 t/m 11 juli  (zeer) warm. Met gemiddeld over het land 110 millimeter tegen normaal 78 millimeter (berekend over de automatische weerstations) was juli nat. Vooral de laatste week verliep zeer nat. Met landelijk gemiddeld 213 uur scheen de zon iets minder dan het langjarig gemiddelde (220 uur).

Natte augustus

Augustus zette het weertype van juli voort. De gemiddelde temperatuur kwam met 17,6  °C iets onder normaal uit. Dat wil niet zeggen dat zomerweer ontbrak. Na een koel begin was het vanaf 10 augustus 2 weken zomers, zonder dat het heet werd. De eerste helft van de maand zette de nattigheid van juli voort en ook de laatste vijf dagen viel regelmatig regen, soms uit zware buien. De maand als geheel was met 112 mm gemiddeld (normaal 83 mm) nat. Qua zonneschijn was augustus vrijwel normaal.

Zeer natte en zeer zachte herfst

Met een gemiddelde temperatuur van 12,8 °C, was de herfst uitzonderlijk zacht. Langjarig gemiddelde is 10,9°C. Het was de op één na zachtste herfst sinds het begin van de metingen, alleen in 2006 was de herfst met 13,6°C nog zachter. Dankzij een zeer natte oktober en november was de herfst was ook bijzonder nat, met gemiddeld over het land 365 mm tegen 222 mm normaal. Hiermee was het de op één na natste herfst sinds het begin van de metingen. Met gemiddeld over het land 390 uur zon tegen normaal 349 uur was de herfst als geheel aan de zonnige kant, hetgeen vooral voor rekening kwam van september.

Zomers begin van september

September begon uitzonderlijk warm. Met gemiddeld 127 tegen 73 mm normaal was het nat. Vooral in het zuidwesten viel veel regen, plaatselijk meer dan 200 mm. Het was duidelijk zonniger dan normaal.

Zeer natte en zeer zachte oktober

Oktober was zeer zacht met 13,2°C in De Bilt tegen 10,9 °C normaal. Het was een extreem natte maand. Landelijk gemiddeld viel 150 mm, normaal is 75 mm. In De Bilt was het met 220 mm de natste oktobermaand sinds het begin van de metingen. Met gemiddeld over het land 111 uren zon tegen 120 zonuren normaal was het aan de sombere kant.

Extreem natte november

November was zacht lange tijd zacht, maar de laatste dagen was het koud met ’s nachts landinwaarts vorst. Degemiddelde temperatuur kwam uit op 8,2 °C. Op 11 november kregen we met de storm Ciarán te maken. Hiervoor gaf het KNMI in de kustprovincies code oranje uit. Ook november was extreem nat. Landelijk gemiddeld viel 152 mm, bijna twee keer zoveel als normaal (80 mm). In het noordwesten viel plaatselijk meer dan 200 mm. De zonneschijn was vrijwel normaal.

Koude periode begin december

December was met ongeveer 6,8 °C zeer zacht. De maand begon met een week kwakkelweer met ’s nachts vorst en overdag temperaturen enkele graden boven nul. In het oosten en noorden was het min of meer winters. De rest verliep zacht en wisselvallig.  Het was somber met landelijk gemiddeld slechts 35 uur zon. Met gemiddeld 121 mm neerslag was december de vierde zeer natte maand op rij.

In De Bilt kwamen voor: 2023 Normaal
IJsdagen (max. temp. lager dan 0,0 °C) 0 8
Vorstdagen (min. temp. lager dan 0,0 °C) 41 53
Warme dagen (max. temp. 20,0 °C of hoger) 117 93
Zomerse dagen (max. temp. 25,0 °C of hoger) 38 28
Tropische dagen (max. temp. 30,0 °C of hoger) 5 5

In Deelen en Eelde vroor het dit jaar het meest, in 58 etmalen. In Arcen waren er 136 warme dagen. Ell had met 52 dagen het grootste aantal zomerse dagen. In Eindhoven werd het met 15 dagen het vaakst tropisch warm.

Zon

Het was ook een zeer zonnig jaar. Landelijk gemiddeld scheen de zon 1913 uur. Normaal is 1774 uur.  Het grootste deel van het overschot kwam op naam van de zeer zonnige zomer met een recordzonnige junimaand.

De combinatie van een extreem nat en zeer zonnig jaar is bijzonder. Eerdere natte jaren verliepen meestal ook somber. De zeer natte maanden oktober en november brachten toch nog ongeveer de normale hoeveelheid zonneschijn. De eveneens zeer natte december verliep wel somber.

Aan de kust was het het zonnigst: in Vlissingen scheen de zon 2067 uur, langjarig gemiddeld is 1889 uur. Het minst zonnig was het in Deelen met 1775 uur, nog steeds 131 uur meer dan normaal.

Natste jaar sinds het begin van de metingen

2023 was het natste jaar  sinds het begin van de metingen. Landelijk gemiddeld viel op de KNMI-weerstations 1060 mm, normaal is dat 795 mm. Op een selectie van 13 (P13 genoemd) neerslagstations viel 1155 mm. Het natste jaar tot nu toe was 1998 met landelijk gemiddeld 1108 mm op alle KNMI-neerslagstations en 1109 mm op P13. Op de KNMI-weerstations viel toen 1054 mm. 

In het zuidwesten was het het minst nat. Het droogste KNMI-station was Westdorpe, daar viel 881 mm,  95 mm meer dan normaal. Deelen was het natste station met 1273 mm, ruim 400 mm meer dan normaal.

Droogte

Van droogte was in 2023 veel minder sprake dan in afgelopen jaren. Halverwege juli was het landelijk gemiddeld neerslagtekort opgelopen naar 200 mm. Op dat moment behoorde het zomerseizoen bij de 5% droogste jaren. Eind september lag het tekort op ongeveer 120 mm, wat niet bijzonder is. In de zeer natte maanden die volgden werden de grondwaterreserves op de meeste plaatsen volledig aangevuld.

Sneeuw bleef maar kort liggen

In 2023 viel vooral in het oosten af en toe sneeuw, maar deze bleef meestal maar kort liggen. In het westen stelde de sneeuw heel weinig voor. Op 18 en 19 januari viel in het westen en midden enkele cm, in de Limburgse heuvels een cm of 10. Deze sneeuw bleef twee dagen liggen. Op 8 maart viel vooral in het zuiden sneeuw, plaatselijk 5-10 cm. In de avond van 10 maart viel in het oosten 2-5 cm. Eind november en begin december viel in het oosten en noorden op veel plaatsen 2-5 cm sneeuw. Ook deze sneeuw bleef op de meeste plaatsen niet lang liggen.

KNMI, Weer- en klimaatdiensten, 2 januari 2024, Adrie Huiskamp.