Met een gemiddelde temperatuur van 18,1°C was juli iets koeler dan het klimatologische gemiddelde van 18,3°C.
Daarmee is het de tweede te koele zomermaand op een rij, na juni met 15,8°C tegen 16,2°C normaal. Ook het maandverloop vertoonde enige gelijkenissen, waarbij ook in juli de eerste maandhelft zeer koel verliep en zomerse temperaturen in de tweede helft van de maand het maandgemiddelde nog flink omhoog trokken.
Onder invloed van lagedrukgebieden boven Noord-Europa kende juli in Nederland een koele en wisselvallige start. In een westelijke stroming passeerden er meerdere actieve storingen en bleven de middagtemperaturen op de meeste plaatsen onder de 20°C (normaal ca. 23°C). ’s Nachts lagen de temperaturen veelal tussen de 10 en 15 graden maar soms ook iets lager; in de nacht van 3 juli werd in Gilze Rijen met 7,0°C de laagste temperatuur van de maand bereikt.
Op 6 juli trok een depressie over het noorden van Nederland oostwaarts, waarna we onder invloed kwamen van een rug van hogedruk boven Centraal-Europa. De stroming werd eerst oostelijk en draaide later, aan de oostflank van een opdringend lagedrukgebied boven Groot-Brittannië, naar zuidelijke richtingen. In de binnenstromende warme lucht werd het in het zuidoosten op 9 juli voor het eerst deze maand tropisch warm, elders was het m.u.v. de kustgebieden zomers warm. In het Limburgse Ell werd met 32,2°C de hoogste temperatuur van de maand bereikt.
Slechts een dag later, op 10 juli, werd de warme lucht met het passeren van het bij het laag horende koufront alweer verdreven, al werd het in het zuidoosten nog net zomers warm. Aan de oostflank van een hogedrukgebied boven de Atlantische Oceaan werd de stroming vervolgens noordwestelijk en kwam we opnieuw in koele lucht terecht. Een tweetal storingen zorgden op 12 en 13 juli voor een thermisch dieptepunt, met maximumtemperaturen tussen de 15 en 19 graden.
Vanaf halverwege de maand werden hogedrukgebieden dominanter in onze omgeving en krabbelden de temperaturen geleidelijk op naar normale waarden voor de tijd van het jaar; met middagtemperaturen tussen de 20 en 25 graden en minimumtemperaturen van ca. 10°C. Op 15 en 16 juli trokken er enkele (onweers)buien over het land, verder was het meest droog en zonnig.
Doordat het zwaartepunt van de hogedruk ten (noord)oosten kwam te liggen, werd de stroming vanaf 19 juli zuidelijk en werd er warme continentale lucht aangevoerd. Er volgden een aantal zomerse dagen, met plaatselijk een onweersbui. Vanaf de 18e werd het op de meeste plaatsen zomers warm (25°C of meer) en op 19 en 20 juli verder landinwaarts ook tropisch (30°C of meer). Een koufront, behorende bij een lagedrukgebied nabij IJsland, verdreef een dag later bij ons de warmte, met alleen in het oosten nog zomerse temperaturen.
Vanaf de 22e volgde een licht wisselvallige periode met middagtemperaturen tussen de 20 en 25 graden, een fractie aan de koele kant vergeleken met het klimatologische gemiddelde. Met ca. 15°C bleef het in de nacht aanvankelijk vrij zacht maar later daalden de minima geleidelijk naar normale waarden, met landinwaarts 8-13°C en aan de kust enkele graden meer. Vooral in het zuiden en oosten vielen er soms buien, op 25 en 26 juli passeerde er een golvende frontale zone.
De laatste dagen van de maand waren verliepen opnieuw zomers, met veel zon en enkele landelijke droge dagen. Vanaf 29 juli werd het daarbij op veel plaatsen zomers warm, alleen in het Waddengebied bleven de temperaturen wat achter.
Juli telde in De Bilt 23 warme dagen (20°C of meer) en dat is conform het klimatologische gemiddelde. Het aantal zomerse en tropische dagen lag iets onder normaal, met respectievelijk 7 en 1 tegen 9 en 2 normaal.
De maand Juli kenmerkte zich vooral door de bijzonder grote regionale verschillen in de maandhoeveelheid neerslag. Gemiddeld over het land was juli met 108 millimeter ten opzichte van het klimatologische gemiddelde van 78 millimeter, een natte maand. In de Bilt viel ongeveer de normale maandhoeveelheid, met 88 millimeter tegen 85 millimeter normaal.
Ook in het zuiden van Zeeland, delen van Utrecht, Oost-Brabant en Noord-Limburg week de maandtotaal weinig af van het gemiddelde. Plaatselijk viel er met 50-70 millimeter zelfs minder dan normaal, zoals bijvoorbeeld op het KNMI-station in Westdorpe, dat ‘slechts’ 55 millimeter registreerde. Op veel plaatsen viel echter (veel) meer dan 100 millimeter en in delen van Noord-Brabant en het hele oosten en noordoosten van het land, was het zeer nat. In Twente was het zelfs extreem nat met plaatselijk meer dan 200 millimeter. Het bij Enschede gelegen KNMI-station Twenthe registreerde een maandtotaal van 201 millimeter.
Slechts op vier dagen bleef het deze maand op alle KNMI-stations droog, op 18, 19, 29 en 30 juli. Daar tegenover stonden veel natte dagen, met door het vaak buiige karakter van de neerslag, grote regionale en lokale verschillen. De eerste week verliep overal nat, met landelijk gemiddeld 32 millemeter in 7 dagen tijd en bijna dagelijks lokale uitschieters van 20-30 millimeter. Verder waren ook 9, 12, 16, 21 en 23 juli natte dagen.
Op 9 juli trokken er zware onweersbuien over delen van de Randstad, Noord-Brabant en Gelderland, met plaatselijk hagel, (zeer) zware windstoten en 30-70 millimeter neerslag in korte tijd, hiervoor gaf het KNMI code oranje uit. 12 juli was de natste dag, met landelijk 10-30 millimeter, in het oosten 30-50 millimeter en langs de oostgrens en in Limburg 50-70 millimeter. Op 21 en 23 juli zorgden onweersbuien lokaal voor 30-50 millimeter, in het uiterste oosten 50-70 millimeter. In de regio van Enschede ontstond er hierdoor wateroverlast.
De hoeveelheid zonneschijn week in juli nauwelijks af van het klimatologische gemiddelde, met gemiddeld over het land 223 uren zon tegen 220 zonuren normaal. De zon scheen het meest in het noordwestelijk kustgebied, met 230-240 zonuren. Het zonnigste KNMI-station was Hoorn (Terschelling), met 243 zonuren. In het zuidoosten scheen de zon met ca. 205 uur het minst vaak, met in Arcen 194 zonuren. In De Bilt scheen de zon 219 uur, iets meer dan het klimatologische gemiddelde van 214 zonuren.
Hoewel de zonneschijn redelijk gelijk verdeeld was over de maand, telde de tweede maandhelft de meeste zonnige dagen. Op 4, 18, 20, 24 en 28 t/m 30 juli scheen de zon landelijk gemiddeld meer dan 10 uur, op 28, 29 en 30 juli op veel plaatsen zelfs de maximale hoeveelheid (ca. 14 uur). Er waren ook hele sombere dagen; op 5, 12 en 25 juli scheen de zon nauwelijks en plaatselijk zelfs helemaal niet. 27 juli was in het zuidoosten somber, in de rest van het land scheen de zon die dag wel.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1991-2020
De Bilt, 16 augustus 2024, Yorick de Wijs / definitief overzicht