Met een gemiddelde temperatuur van 15,5°C was mei ruim 2 graden warmer dan het langjarig gemiddelde van 13,4°C.
Na een warm begin met landinwaarts zomerse maximumtemperaturen lag de temperatuur vanaf 3 mei een kleine week rond normaal. De laagste temperatuur, 3,3 °C, werd op 4 en 9 mei gemeten in respectievelijk Woensdrecht en Wijk aan Zee.
Vanaf 10 mei werd het warm onder invloed van een hogedrukgebied boven het Oostzeegebied. De stroming was oostelijk tot zuidoostelijk. De eerste zomerse dag (maximumtemperatuur 25,0 °C of hoger) in De Bilt was op 2 mei. Gemiddeld treedt de eerste zomerse dag in De Bilt in het huidige klimaat rond 13 mei op.
Op 14 mei werd in Marknesse met 28,5 °C de hoogste temperatuur deze maand gemeten. Landinwaarts waren er in deze warme periode ongeveer drie zomerse dagen.
Vanaf 15 mei lag de scheidingslijn tussen koelere lucht in het zuidwesten en warme lucht in het noordoosten enkele dagen boven Nederland. Het werd in het zuidwesten minder warm, vaak werd het daar geen 20 °C. Elders werd het vaak nog 20-25°C.
Na 21 mei was de stroming zuidwestelijk en kwamen we in duidelijk koelere lucht. De maximumtemperatuur kwam uit rond 20 °C. Op 24 mei werd het in het zuidoosten niet warmer dan ongeveer 15 °C.
Mei telde in De Bilt dertien warme dagen en drie zomerse dagen (met een maximumtemperatuur van respectievelijk 20,0 °C en 25,0 °C of meer), normaal zijn dit er respectievelijk elf en vier. In het oosten waren er plaatselijk 18 of 19 warme dagen. In het oosten en noordoosten waren er vijf tot zeven zomerse dagen.
Met gemiddeld over het land 128 millimeter neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 55 millimeter was het de natste meimaand sinds het begin van de waarnemingen. De natste meimaand tot nu toe was in 1983 met 115 mm.
Het natst was het in het zuiden, waar plaatselijk (KNMI-neerslagstations) meer dan 200 millimeter viel. Het natste automatische KNMI-station was Beek met 194 millimeter regen (normaal 58 millimeter). In het Waddengebied en het noordoosten van het land was het het minst nat met ongeveer 70 millimeter neerslag. Het minst natte automatische KNMI-station was Hoorn-Terschelling met 66 millimeter. Normaal valt daar 45 millimeter. In De Bilt viel 140 mm, normaal is dat 59 mm.
Een groot deel van de maand verkeerden we onder invloed van lagedrukgebieden.
Het einde van de warmte op 2 mei ging in het zuidoosten en oosten gepaard met plaatselijk zware onweersbuien. Er viel 20-40 millimeter, lokaal meer dan 50 millimeter. In Limburg zorgde dit plaatselijk voor wateroverlast. Ook daarna viel plaatselijk flink wat regen.
De warme periode van 7-12 mei verliep op de meeste plaatsen droog. Vanaf 12 mei brachten lokale buien plaatselijk al 10-30 millimeter, vanaf 15 mei waren er verspreid over het land zware onweersbuien waarbij 20-30 millimeter regen viel. In de ochtend van 18 mei kreeg Zuid-Limburg plaatselijk te maken met wateroverlast als gevolg van grote hoeveelheden regen die net over de grens in België gevallen waren.
Op 20 en 21 mei zorgden buien die langdurig op één plaats bleven hangen voor veel regen. Op de grens van Groningen en Friesland viel plaatselijk 50-100 millimeter, in Buitenpost was het wit van de hagel. Ook in het westen viel plaatselijk meer dan 40 millimeter met wateroverlast tot gevolg, o.a. in Noordwijk. Op 21 mei viel in de Kop van Noord-Holland 50-80 millimeter, in Brabant was er plaatselijk wateroverlast.
Na twee dagen waarbij het op de meeste plaatsen droog bleef viel in de nacht en ochtend van 24 mei in het zuidwesten veel regen, 50-80 millimeter. In het westen van Brabant leidde dat tot wateroverlast.
De dagen daarna waren er plaatselijk weer zware buien waarbij 20-30 millimeter in korte tijd viel. De laatste twee dagen waren er nog op enkele plaatsen buien en grote hoeveelheden neerslag bleven uit.
Met gemiddeld over het land 211 uren zon tegen een langjarig gemiddelde van 225 uur scheen de zon iets minder dan normaal. De warme perioden aan het begin van de maand en van 9 tot en met 14 mei was er veel zon. Het zonnigst was het langs de noordkust, met op KNMI station Terschelling-Hoorn 262 uur zon (normaal 252 uur). Het minst zonnig was het in het zuiden, met 159 uur zon in (normaal 218 uur) in Westdorpe. In De Bilt scheen de zon 199 uur tegen 218 uur normaal.
Normaal = het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1991-2020
De Bilt, 10 juni 2024 / Adrie Huiskamp.